Is smart ook slim ingericht?
Wanneer het label ‘smart’ te krachtig wordt, kan minder worden gekeken naar het einddoel of naar een doortimmerde implementatie. Bovendien: zijn de oude diensten altijd echt zo ‘dom’ geweest?
De afgelopen jaren zorgden technologische ontwikkelingen voor een enorm palet aan innovaties. Pel je het af, dan valt wel op dat een upgrade van bestaande diensten en producten die gebruikmaken van nieuwe technologie meestal al ‘smart’ genoemd worden, terwijl dit simpelweg kan betekenen dat apparaten verbonden worden met internet. Zet er dus ‘smart’ voor en je rent ook mee in de vaart der volkeren.
Ook in de wereld van mobiliteit zijn talloze slimme ontwikkelingen. Anders dan bij sommige ICT-technologieën en het gebruik ervan, wordt ‘smart mobility’ niet zomaar op grote schaal toegepast. Vaak moet er goed nagedacht worden over de relatie met de fysieke infrastructuur. Ook vraagt het om aanpassing van gebruikers die daar misschien niet altijd meteen voor open staan. Achter de schermen staat er immers nog een groeiend aantal smart-ontwikkelingen te wachten.
Dus, wat gebeurt er als er weer eens een technologische sprong wordt gemaakt in een smart systeem? Dan kan het oude systeem zomaar verouderd zijn en mogen bestaande producten een nieuwe upgrade verwachten. Ook kan het betekenen dat ‘verouderde’ smartsystemen niet meer worden ondersteund, los van de vraag of ze relevant zijn.
In hoeverre zijn ‘ouderwetse’ apparaten, dan wel systemen, in zo’n geval nog wel betrouwbaar? En hoelang blijven ze het nog doen? Ik pleit zeker niet voor een rem op innovatie, maar het is wel goed om stil te staan bij de robuustheid van ‘smart’ oplossingen.
We moeten ervan bewust zijn dat het ‘steeds slimmer maken’, ook steeds grotere verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Zo zijn slimmere systemen potentieel kwetsbaar omdat ze vaak afhankelijk zijn van extra hardware en onderliggende programmatuur.
Binnen de mobiliteit spelen deze issues ook. Zo viel er recent in de media te lezen hoe slimme verkeerslichten gemanipuleerd konden worden om voor jou groen licht te vragen, ten koste van anderen uiteraard. Ook het debat over zelfrijdende auto’s is nog niet van tafel, omdat er zorgen blijven bestaan over de veiligheid en de feilbaarheid van het systeem in uitzonderlijke situaties.
Het zijn interessante discussies, want de mens maakt vast meer fouten tijdens het rijden dan een zelfrijdend systeem. En toch boezemt het opgeven van autoriteit en controle angst in. Het volgen van een elektrische fiets door middel van een internet-of-things GPS-logger zorgt ervoor dat je je fiets kunt terugvinden als hij gestolen is. Maar wie bezit de data, en wat gebeurt hiermee? En als er alleen data wordt gebruikt van gedrag van mensen die bewust daarvoor hebben gekozen, hoeveel zegt die data dan iets over de gehele populatie?
Het daadwerkelijk smart maken van een bestaand product of dienst vergt dus veel meer dan simpelweg gebruikmaken van de beschikbare innovaties. Daarom is het goed om iedere keer als je het woord smart ergens voor ziet staan, je af te vragen: wat doet het werkelijk en is het ook echt ‘slim’ ingericht?