Vrouwen ergeren zich aan felle koplampen
Eng
Van de ruim vijfhonderd ondervraagde vrouwelijke bestuurders (25 tot 49 jaar) vindt zo’n 15 procent het zelfs eng om in het donker te rijden. Ook die groep neemt toe onder bepaalde omstandigheden (zoals weersgesteldheid): naar 41 procent. Een even zo grote groep vindt het ‘moeilijk’ om in het donker te rijden.
Felle koplampen
De wegen zitten voor veel vrouwen vol hindernissen tijdens een autoritje in de schemer of het donker. Op de vraag waar ze het meeste last van hebben, zet 89 procent felle koplampen in de top drie. Bijna 65 procent zet felle koplampen zelfs met stip op één, gevolgd door schitteringen op een nat wegdek (14%) en het niet goed in kunnen schatten van afstanden (8%). Ook geven veel respondenten aan strepen op de weg en verkeersborden moeilijk te kunnen zien. Sommigen hebben zelfs moeite om het verschil tussen een mens en een boom te zien.
Vermoeiend
Als compensatie proberen de meeste vrouwen zich goed te concentreren (33,4%) of hun snelheid aan te passen (30,2%). Maar dit blijkt vaak veel energie te kosten. Zeker wanneer je als BOB laat op de avond al vermoeid bent, is dat gevaarlijk. Bovendien geven sommige andere bestuurders aan zich juist aan dat ‘aangepaste rijgedrag’ te ergeren. Een deel van de ondervraagden doet niets of rijdt op die momenten helemaal geen auto meer.
Oorzaak
Voor onderzoeker Bausch + Lomb zijn deze resultaten een bevestiging van wat zij al vermoedde: veel vrouwen zijn onzeker in het verkeer als omstandigheden optimaal zicht beletten. Een belangrijke oorzaak van slecht zicht in de schemering of het donker, is volgens Bausch + Lomb ‘sferische aberratie’. Simpel gezegd: ons oog is optisch niet perfect. Als in het donker onze pupillen groter worden, is niet alleen de lichtopbrengst minder, maar komen bovendien de binnenkomende lichtstralen op verschillende plekken in ons oog samen (brandpunten). Door die verschillende brandpunten is de afbeeldingskwaliteit niet perfect en zie je minder scherp. Voorkomende klachten zijn waziger zicht, het zien van lichtkringen (halo’s) en lichtschitteringen rondom lichtbronnen zoals koplampen.