Weinig behoefte aan meer reisinformatie
Het aanbod van informatiediensten ter ondersteuning van weggebruikers is de afgelopen jaren sterk toegenomen, vooral op mobiele apparaten en ingebouwd in voertuigen. Uit de monitor komt naar voren dat de diverse mogelijkheden van reisinformatiediensten nog relatief onbekend zijn bij reizigers. Meer dan 90 procent van hen geeft ook aan geen behoefte te hebben aan meer informatie.
Radio, navigatie en bewegwijzering
Voorafgaand aan de reis worden vooral apps, websites en de radio gebruikt. Tijdens de reis wordt de radio het meest gebruikt, op de voet gevolgd door navigatiesystemen met alleen routeinformatie, wegkantsystemen (onder andere routepanelen en matrixborden) en bewegwijzeringsborden. Vooral de actualiteit van informatie tijdens de reis is een aandachtspunt.
Meer dan driekwart van de automobilisten gebruikt informatie over de route, de reistijd en de reisafstand. Meestal wordt informatie opgezocht over onbekende bestemmingen. Voor dagelijkse reizen zoekt vrijwel niemand informatie op, hooguit waar files staan en welke vertraging dit oplevert.
Rijtaakondersteuning
De monitor onderzocht ook het gebruik en tevredenheid over rijtaakondersteunende systemen. Automobilisten hebben het meest de beschikking over cruise control, parkeersensoren, adviezen over zuinig rijden en achteruitrijcamera’s. Systemen als adaptive cruise control, waarschuwingen voor aanrijdingen, dode hoeksystemen, lane departure warnings en waarschuwingen bij in slaap vallen komen (nog) zeer weinig voor. 30 tot 40 procent van de niet-bezitters geeft wel aan behoefte te hebben aan dergelijke systemen. Wat verder opvalt in de monitor is dat weggebruikers vaker bereid zijn om te betalen voor rijtaakondersteuning, dan voor route- en reisinformatie.
Onderzoek
Het onderzoek van de Monitor Wegverkeergerelateerde Informatiediensten 2015 bestond uit een enquête onder ruim 2000 respondenten, representatief voor de weggebruikers in Nederland, en een focusgroep waarin de resultaten van de enquête verder zijn uitgediept.
De intentie is het onderzoek elke drie jaar te houden en hiermee te monitoren of de dienstverlening aan reizigers verbetert. De deelnemers worden een aantal jaren gevolgd, zodat de ontwikkelingen in het gebruik van deze diensten, de tevredenheid over de (ervaren) kwaliteit, en de effectiviteit (ofwel opvolggedrag) goed in kaart kunnen worden gebracht.