Ineens is privacy hip daar gaat je Smart City
Als je als stad een beetje mee wilt doen, dan profileer je je als slimme stad. Het is een slim gekozen term - wie kan daar nou tegen zijn? - en een prettig multi-interpretabel paraplubegrip, waar je met een beetje goede wil elk initiatief onder kunt scharen. Van veiligheid tot energie en van woonbeleid tot mobiliteit. Ook voor liefhebbers van buzzwords is de smart city een populaire hotspot. Van blockchain en big data tot Internet of Things, je kunt het naar hartenlust roepen binnen de muren van de slimme stad.
Toch zit de slimme stad de laatste tijd in de hoek waar de klappen vallen. Want ineens is privacy een ding geworden. Zul je altijd zien, nét nu de lokale taskforce Smart City de laatste sceptische babyboomers had overtuigd dat ‘we iets met big data moeten’. Uit recent onderzoek van de Future City Foundation en USP Marketing Consultancy bleek dat bijna de helft van de ondervraagde gemeenten inmiddels een smart city-pilot doet. Ruim eenderde gaf aan een smart city-visie te hebben, hoewel bijna driekwart dacht er niet voldoende kennis over in huis te hebben.
Misschien is dat ook wel de crux: er wordt volop geëxperimenteerd, maar veelal door mensen die niet echt weten wat ze aan het doen zijn. Een beetje alsof de buurman met twee linkerhanden zelf de gasleiding gaat vervangen aan de hand van een YouTube-tutorial. Misschien gaat het goed, maar waarschijnlijk niet.
In het geval van de smart city-doehetzelvers is het risico niet zozeer een gaslek, maar een datalek. In zekere zin is dat net zo schadelijk. Lange tijd was privacy iets voor complot-gekkies. Voor muffe types die alleen contant betalen, geen smartphone hebben en Facebook al verguisden voordat dat salonfähig werd. Maar nu is privacy hip, en hard bezig om mainstream te worden.
Zoals zorgvuldig gestijlde influencers geitenwollensokken-klassiekers als veganisme, publiekelijk borstvoeden en de reformwinkel hebben omarmd, zo is privacy geadopteerd door frisgedouchte hipsters met Scandinavische kleding en een VPN. Het is natuurlijk nogal irritant voor die daadkrachtige lokale stuurgroep in dat stroperige ambtelijk apparaat. Het laatste waar die op zit te wachten is voortschrijdend inzicht. Maar nu zelfs in het coalitieakkoord van zelfbenoemd Smart City Amsterdam staat dat dataminimalisatie de norm is en wifi-tracking door bedrijven verboden wordt, is de toon gezet. En dat is goed nieuws. Een flinke en mondige privacy-luis in de pels van de slimme stad lijkt me heel gezond. Anders is die slimme stad voor je het weet in een sluwe stad veranderd.
Dit artikel is verschenen in Verkeer in Beeld 4, oktober 2018.