Technologie moet mensen gelukkiger maken
Het is tijd om een stap terug te doen en ons af te vragen voor wie en voor welke concepten we technologie ontwikkelen, zegt Paul van Koningsbruggen, directeur Mobiliteit bij Technolution; een breed georiënteerd technologie- en automatiseringsbedrijf dat vanuit Gouda vestigingen aanstuurt in Groot Brittannië, Denemarken, Zweden en in Noord-Amerika.
“Blijven we volop gaan voor automatische voertuigen en voor snel optrekkende Tesla’s, of kijken we juist naar lopen en fietsen en vragen we ons af hoe de stad van de toekomst eruit ziet? Vragen we ons af wat mensen gelukkig maakt? Als we een conceptcar durven te ontwikkelen, waarom dan niet een conceptstad?”
Paul van Koningsbruggen kijkt letterlijk en figuurlijk over grenzen. In figuurlijke zin bekijkt hij de functie van technologie met een holistische blik: “Dient het de commercie of de mens en samenleving? Wat willen we? Voeren we die discussie?”
Juist nu hebben we te maken met een waanzinnige technologie push, vervolgt Van Koningsbruggen. ”We hangen steden vol met sensoren en bouwen dataplatformen. Ondertussen vechten we er om gezonde lucht en ruimte om te bewegen.” Die twee ontwikkelingen moeten we goed onder ogen zien, waarschuwt hij. “Bovendien”, refererend aan een analyse die hij jaren geleden al hoorde, “zit achter alle ontwikkelingen een individualiseringseffect. Zo werden buurt-tv’s en -telefoons, individuele apparaten, vaak tot een exemplaar per gezinslid. En kijk nu naar drones als afgeleide van de luchtvaart.”
Dat wetende, stelt hij, “moeten we dan nog zo inzetten op automatische voertuigen, zodat ook kinderen ermee door de stad kunnen en zullen rijden? En op met accu’s volgeladen elektrische auto’s, omdat we het zo grappig vinden om heel snel op te trekken, terwijl het rijden op batterijen, hoop ik, een tussenstap is naar waterstof?”
We moeten dus onze focus verleggen naar de stad. Stiekem geven we er al meer ruimte aan fietsers en voetgangers, zegt Koningsbruggen. “En daarmee aan iets wat we bijna vergeten waren, maar door de corona-maatregelen weer beter inzien: lopen en fietsen zijn goed voor de ruimte in de stad, voor het klimaat en voor onze gezondheid.”
Deze extra ruimte voor fietsers en voetgangers zal ten koste moeten gaan van ruimte voor de auto. “Want moeten we allemaal nog wel een auto hebben en meer auto’s per gezin? Is dat nog nodig? Waarom geen deelsystemen?” Dat onderstrepend: “Ook het Chinees-Zweeds automerk Lynked&Co stimuleert deelgebruik al met een nieuw concept. Je kunt een auto kopen voor eigen gebruik, maar als je hem wil delen, wordt die beduidend goedkoper. De technologie maakt dit mogelijk.”
En dan kijkt Van Koningsbruggen ook even letterlijk over de grens. “In Kopenhagen hebben we een mooi project. Onder druk van een keiharde CO-2-reductieboodschap door de overheid: ‘Los het maar op!’, hebben we een mooie en humane oplossing gevonden voor het gebruik van de openbare ruimte in de avonduren. Rond enkele uitgaansstraten worden auto’s met houten hekken geweerd en mobiele bomen en bankjes de straten ingereden. Wat blijkt: de omzet verdubbelt en mensen brengen de avond deels buiten door.” Zo’n keiharde opstelling helpt om met de dezelfde inspanning een beter doel te bereiken. Je komt erdoor in een andere redenatielijn.”
Heeft technologie nog iets te zoeken in een stad voor fietsers, voetgangers, bomen en bankjes? “Jazeker! We weten nog bijna niets van de bewegingen en van de beleving van bewoners. We hebben een propositie voor het meten van reistijden en verplaatsingspatronen van fietsers en voetgangers. Dat zegt ook iets over hoe de stad wordt gebruikt. Ik heb in mijn werkzame leven geleerd dat als je meet, je op hele vanzelfsprekende dingen kunt komen die je daarvoor niet in je hoofd had.”
Resumerend, “Er is zoveel technologie, maar het blijft gereedschap. Laten we nu echt eens gaan nadenken wat we ermee willen doen. Daarvoor moeten met elkaar op pad, over de vakgroepen heen kijken, ontschotten en met een rijke mix aan mensen nadenken over nieuwe concepten.”
Als techneut moet hij weliswaar bij zijn leest blijven, zegt Van Koningsbruggen. “Maar ook een technologische push heeft diepere menselijke gronden. Als je techniek menselijk wil maken, moet je techniek menselijk ontwikkelen. Neem daarvoor desnoods andere mensen aan, ook dan krijg je andere techniek. En privacy vind ik daarin alleen maar fantastisch. Er zitten hele mooie kanten aan als je de veiligheid van data goed borgt. Wat zou ik bijvoorbeeld gerustgesteld zijn, als ik automatisch een signaal zou krijgen als een van mijn hoogbejaarde ouders zou komen te vallen.”
Tot slot: ”Ik word oprecht blij als we in de samenleving een draai maken en met technologie ten gunste van mensen tot nieuwe oplossingen komen.”