Fietsen en lopen steeds belangrijker
Nederlanders zijn sinds 2004 vaker en verder gaan fietsen (+9 procent) en lopen (+13 procent). De groei is wel ongelijk verdeeld over bevolkingsgroepen. Niet-westerse allochtonen lopen meer en kiezen minder vaak voor de fiets.
In welke versnelling zit Nederland fietsland?
De voordelen van fietsen en lopen zijn evident als het gaat om gezondheid, milieu en leefbaarheid. Tegelijkertijd zijn er steeds meer ongelukken waarbij een fietser betrokken is, ontstaan in sommige steden fietsfiles en zijn stallingen op stations en in binnensteden vaak overvol.
Het KiM sluit het onderzoek dan ook af met de vraag in welke versnelling Nederland fietsland zit. Wat betekenen de bevindingen voor het Nederlandse fietsbeleid? Sinds 2007 is niet het Rijk, maar zijn de decentrale overheden verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van fietsen en lopen. Het aandeel fietsgebruik verschilt sterk tussen steden. In Leiden wordt bijvoorbeeld vier keer zoveel gefietst als in Heerlen.
Hardware, orgware en software
Het huidige decentrale beleid bestaat doorgaans uit een mix van een groot aantal relatief kleine maatregelen, zoals de aanleg van fietspaden, het zorgen voor fietsvoorzieningen het autoluw maken van de binnenstad, enzovoorts. Maar om fietsgebruik te stimuleren is meer nodig dan fietsinfrastructuur aanleggen (hardware). Ook het fietsbeleid en de toewijding aan fietsdoelstellingen moeten op orde zijn (orgware), evenals benodigde programma’s en campagnes (software). Helaas ontbreekt het veelal aan goede ex-post evaluaties van maatregelen om fietsen en lopen te stimuleren.
De studie van het KiM is gebaseerd op literatuuronderzoek en analyses op verschillende datasets over mobiliteit. Zo is in kaart gebracht op welke manieren fietsen en lopen in het mobiliteitssysteem verweven zitten, met name in de stedelijke gebieden, en wat hiervan de effecten zijn.