Fietsparkeren bij stations in de lift
Fietsparkeren bij treinstations heeft een enorme verbeteringsslag gemaakt in de afgelopen twee decennia. Van winderige fietsenrekken buiten het station naar overdekte pleinen en moderne, ruim opgezette, ondergrondse stallingen. Ruimte voor de Fiets heette het programma dat de overheid in gang zette om de kwaliteit van de fietsparkeerplekken bij treinstations een impuls te geven. Een blik terug en een blik vooruit.
Met Wouter van Minderhout, programmanager fietsparkeren bij stations bij ProRail, gaan we eerst terug in de tijd. “In 1999 startte onder de vleugels van het toenmalige ministerie Verkeer en Waterstaat het Ruimte voor de Fiets-programma om de kwaliteit van fietsenstallingen naar een hoger niveau te brengen. Dat wierp zijn vruchten af, met vele verbeterde stallingen in een relatief korte tijd."
"Vanaf 2007 werd naast kwaliteit ook nadrukkelijk gestuurd op kwantiteit, want het tekort aan fietsparkeerplekken liep snel op. Steeds meer fietsers wisten de weg te vinden naar de fietsenstallingen bij stations. Om aan de groeiende vraag te voldoen werden ook gemeenten gevraagd bij te dragen om uitbreiding of nieuwe stallingen bij treinstations te realiseren."
"Dit leidde tot de benodigde budgetten, maar leidde ook tot nieuwe vragen op het gebied van samenwerking en verantwoordelijkheden. Om alle neuzen weer in dezelfde richting te krijgen, werd in 2016 het Bestuursakkoord Fietsparkeren in het leven geroepen. Alle knelpunten werden op een rijtje gezet en we gingen aan de slag met mogelijke oplossingen.”
Geen structurele financiering
Voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is fietsparkeren een belangrijke pijler om drie redenen: een goede fietsparkeerplaats op het station maakt de zogenaamde ‘eerste en laatste kilometer’ in de ov-ketenreis per fiets een stuk aantrekkelijker, het leidt tot minder autogebruik en dat scheelt CO2-uitstoot én de fiets is een gezond transportmiddel om van a naar b te komen.
“Vanuit het Rijk dragen we aanzienlijk bij in het fietsparkeren, omdat veertig procent van de treinreizigers met de fiets naar het station reist”, vertelt Jacco Peters, vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verantwoordelijk voor fietsenstallingen bij stations en ploegleider voor het thema fietsparkeren binnen de Tour de Force.
“In het recente regeringsakkoord is 50 miljoen euro vrijgemaakt voor nieuwe stallingen. De behoefte aan nieuwe stallingen is echter groot, waardoor we scherpe keuzes moeten maken waar we aan de slag gaan. De prijs per fietsparkeerplaats stijgt doordat de stationsomgevingen steeds voller en complexer worden. De beperkte openbare ruimte en de vele partijen die betrokken zijn bij de fietsenstallingen, maken dergelijke bouwprojecten tot ingewikkelde constructies. Hoewel het ook kansen biedt, zoals bij het treinstation in Tilburg met de bouw van de fietsenstalling onder het talud, waar we de bouwafspraken rondom het talud en stalling konden combineren. Dat scheelt tijd en geld.”
Het upgraden van stations
In samenwerking met betrokken gemeenten investeerden de NS en ProRail de afgelopen jaren flink in het upgraden van stations als Den Haag, Zwolle, Rotterdam, Tilburg en Driebergen-Zeist en daarmee ook in de kwaliteit van de fietsenstallingen. Van de 397 stations in Nederland zijn een kwart voorzien van een bewaakte fietsenstalling, selfservice of bemenst, waarbij er op 35 locaties een Fiets&Service aanwezig is.
“De fietsenstalling is voor 40 procent van de reizigers het visitekaartje van het treinstation. Reizigers willen graag snel en zo dichtbij mogelijk parkeren”, aldus Rebecca van der Horst, programmamanager ketenmobiliteit bij NS Stations, de exploitant van de bewaakte fietsenstallingen.
Het 24-uur-gratis-fietsparkeer-regime zorgt ervoor dat de stallingen beter gebruikt worden; dit kan inmiddels al op 63 stations. Blijven er niet veel fietsen langdurig achter in deze stallingen? Van der Horst: “Er is een groep reizigers die een tweede fiets op hun bestemming hebben staan. Die fietsen staan langer stil dan de fietsen die geparkeerd worden op het vertrekstation."
"Overal blijkt uit onderzoek dat 90 procent van de reizigers binnen 24 uur de fiets weer ophaalt. Indien een fiets toch langer staat dan toegestaan is (op veel plekken geldt een maximale parkeerduur van 14 of 28 dagen), wordt de desbetreffende fiets door NS gelabeld en door de gemeente opgehaald. Dit blijft overigens een punt van aandacht voor alle partijen.”
Nationaal Toekomstbeeld Fiets is leidraad
Elke stationslocatie heeft zo zijn eigen dynamiek. Je hebt immers met minstens vier samenwerkingspartners te maken; het ministerie, ProRail, NS Stations en de desbetreffende gemeente. Die laatstgenoemde wisselt logischerwijs bij elk project. Peters: “Lokale wensen en partijpolitiek kunnen van invloed zijn op de kans van slagen van een projectplan. Daarnaast is er vanuit de kwaliteit van het stationsgebied vaak de wens voor een dure optie om onder het maaiveld te bouwen (‘een-mooi-uit-het-zicht-stalling’) en dat vraagt dan ook wat van de gemeenten als co-financier.”
Desalniettemin vordert de bouw en opleveringen in een gestaag tempo: het is duidelijk zichtbaar wat er in de afgelopen twee decennia aan stallingen in het land is bijgekomen. De teller van het aantal stallingsplaatsen bij stations staat nu al op ruim 525.000. Dat aantal zou moeten doorgroeien naar ongeveer 700.000 in 2040, en de noodzaak daarvan is nog eens onderstreept in het Nationaal Toekomstbeeld Fiets, opgesteld door Tour de Force.
Het jaar 2023 is wat dat betreft goed begonnen. Met een capaciteit van maar liefst 11.000 plaatsen openden twee in het oog springende fietsenstallingen bij Amsterdam CS. Van Minderhout: “Een prachtig voorbeeld van meervoudig ruimtegebruik, waarbij niet alleen de fietser maar juist ook de openbare ruimte en de voetganger de grote winnaar zijn. Het resultaat van een hele mooie en goede samenwerking tussen alle partijen en ook weer zo’n stalling waarmee Nederland in het buitenland veel lof oogst.”
Neem een kijkje bij deze nieuwe fietsenstallingen in Amsterdam. Reis donderdag 16 maart af naar onze hoofdstad voor een bezoek aan het vernieuwde stationsgebied én het Nationaal Congres Parkeren & Mobiliteit. Praat mee, laat je inspireren en verrassen over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van parkeer- en mobiliteitsbeleid. Check het programma.