Volgende stap in ontwikkeling doorfietsroutes cruciaal voor nationale bereikbaarheid

maandag 13 januari 2025

In de afgelopen 10 tot 15 jaar hebben doorfietsroutes hun nut meer dan bewezen. Echter, het laaghangende fruit is grotendeels op. Om de volgende stap te kunnen zetten bij het aanleggen van nieuwe doorfietsroutes moeten letterlijk barrières worden geslecht. En dat kost een hoop geld.

Tour de Force is een belangrijk samenwerkingsverband dat betrokken is bij de ontwikkeling van doorfietsroutes. Ewoud Vink is namens de provincies en het IPO onderdeel van het Tourbureau, Saskia Zwiers is ploegleider van het thema Fietsnetwerk. “Doorfietsroutes zijn voor ons een belangrijk onderwerp”, stelt Zwiers. “De ambitie is hoog en er komen ook steeds meer routes bij. Maar de laatste tijd krijgen we vaker signalen dat barrières letterlijk in de weg staan.”

Vink: “We hebben het dan met name over auto-, spoor- en vaarwegen. Die barrières willen we zo veel mogelijk wegnemen, maar dat is ingewikkeld, zowel het proces als het financiële gedeelte.” “De ‘makkelijke’ routes zijn op, we hebben bijna al het laaghangend fruit geplukt”, vertelt Zwiers. 

“Doorfietsroutes zijn niet alleen fijn voor fietsers, maar leveren ook een bijdrage aan de nationale bereikbaarheid”, schetst Vink het belang van de fietspaden. “Bovendien zijn de barrières in kwestie in veel gevallen eigendom van het Rijk.” Het is dus logisch dat ook daar naar middelen wordt gezocht om de opgave, die in totaal zo’n 900 miljoen euro kost in de periode tot 2028, te betalen. “We zijn aan het onderzoeken of de Doorfietsroutes onderwerp van een MIRT-verkenning zouden kunnen zijn, maar dat zit nog in de voorfase.” 
Over het geheel zijn Vink en Zwiers niet heel optimistisch gestemd over een fundamentele bijdrage vanuit het Rijk. Zo staat het woord fiets niet in het onlangs gepresenteerde regeerprogramma. En dat terwijl de noodzaak voor een goede fietsinfrastructuur overduidelijk is. “Er ligt een enorme woningbouwopgave, al die nieuwe woningen moeten goed bereikbaar zijn. Met de huidige stikstofproblematiek kunnen bijna geen nieuwe wegen worden aangelegd, maar nieuwe fietsroutes kunnen wel. Uit onderzoek van Radboud Universiteit en de BUAS blijkt bovendien dat doorfietsroutes tussen 2010 en 2021 10 procent extra fietsers hebben opgeleverd, die voor een groot deel uit de auto komen. Elke auto minder draagt bij aan betere doorstroming op het hoofdnetwerk.” 

Hoop voor de toekomst is er uiteraard ook. “We hopen dat er vanuit de woningbouwgelden middelen beschikbaar komen voor het verbeteren van de fietsinfrastructuur voor het bereikbaar maken van de nieuwe woningen, voor de komende vijf jaar is daar telkens 500 miljoen voor gereserveerd. Daar gaan we voor lobbyen. Investeren in de fiets is altijd een no-regretmaatregel”, besluit Vink.