Mobiliteitshubs zijn al lang niet meer weg te denken uit mobiliteitsplannen van beleidsmakers en vervoerders. Ze zouden hét antwoord zijn op stedelijke vraagstukken van vandaag en morgen. Klinkt hip, die hub. Maar voordat overheden het concept breed uitrollen, moeten ze goed onderzoeken op welke locaties de hubs moeten verrijzen. Anders sterft het concept een stille dood.
Denk goed na over locatie mobiliteitshubs
In 2021 publiceerde het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid een ‘Verkenning van het concept mobiliteitshub’ en eind 2022 brachten het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en een vijftigtal gemeentes, provincies en vervoerders het handboek ‘De identiteit van hubs’ uit, bedoeld voor iedereen die deelmobiliteitshubs ontwikkelt. Ook vonden op drie locaties in Nederland (Vlissingen, Utrecht Vaartsche Rijn en Enschede) pilots plaats met hubs.
Goed onderzoeken
Het is goed om te zien dat zowel publieke als private partijen zich meer en meer bezighouden met hubs. Zij denken daarbij vooral na over de functies en het ontwerp, maar één van de belangrijkste voorwaarden wordt nog te vaak vergeten: de locatie. Als een hub ergens geplaatst wordt waar toevallig nog ruimte is, gaat het concept niet slagen. Een hub moet dáár komen waar deze het meeste rendement en bezoekers krijgt. Maar er moet ook voldoende ruimte zijn om (deel)vervoermiddelen te stallen, zoals deelfietsen of deelauto’s.
Natuurlijk is dat voor elk schaalniveau anders en vereist het dus maatwerk. In grote lijnen zijn er meerdere schaalniveaus aan hubs, van klein naar groot: lokaal, regionaal, nationaal en internationaal. Hoe het knooppunt er uiteindelijk uit komt te zien, hangt ervan af hoe de mobiliteitstransitie in een bepaalde regio verloopt. En iedere stad of landsdeel heeft bovendien zijn eigen karakteristieken en demografie.
Om daar inzicht in te krijgen, kunnen overheden het beste verkeersmodellen gebruiken. Bij PTV werken we toe naar macroscopische verkeersmodellen, waarin niet alle verplaatsingen worden platgeslagen tot een modaliteit. Meerdere vervoersvormen moeten in de modellen op een integrale manier worden meegenomen. Op deze manier krijgen overheden inzicht in de vervoersstromen die van en naar een hub bewegen en zijn ze in staat de locatie van de hub te optimaliseren.
Sla geen flater
Zolang mobiliteitshubs nog vooral op papier bestaan, is het belangrijk dat overheden zich vroegtijdig de vraag stellen op welke locatie de hub terecht moet komen. Als ze daar niet op tijd bij zijn, slaan ze een flater voor later. En dan kan de hub zomaar eens te weinig of teveel worden gebruikt. Want ook dat is een optie, waarbij het ov het reizigersaanbod niet aankan of er juist te weinig deelvervoermiddelen op een locatie aanwezig zijn.
Hubs bestaan momenteel vooral nog op papier, hoewel het OV-bureau Groningen Drenthe in 2018 al een netwerk van meer dan 50 hubs uitrolde in het noorden des lands. Dit wordt in Nederland toch wel gezien als hét voorbeeld van hoe het concept in de praktijk werkt en eruit zou moeten zien. Vooralsnog één van de bekendste voorbeelden in de praktijk van mobiliteitshubs, waarbij het netwerk zo werd ingericht dat iedere inwoner binnen een straal van 15 kilometer van Regiotaxi, buurtbus, Wmo- of leerlingenvervoer moet kunnen overstappen op het openbaar vervoer. Zo kan vervoer duurzamer en efficiënter worden uitgevoerd.
Gebruik PTV-software
Met software van PTV Group is het mogelijk om de locatie van een mobiliteitshub te optimaliseren. Met de macroscopische verkeersmodellering worden meerdere modaliteiten integraal meegenomen om langetermijnvraagstukken op strategisch niveau te beantwoorden.
Dit doen we met onze verkeersplanningssoftwaretool PTV Visum, waarmee geavanceerde en toekomstbestendige verkeersstrategieën en -oplossingen worden ontwikkeld op basis van GIS-data en het ingebouwde verkeersmodel. Verschillende vervoerswijzen kunnen worden afgestemd op verschillende strategieën en mogelijke scenario’s. Bovendien kan de verkeerssimulatietool PTV Vissim hierin geïntegreerd worden, zodat men tot in detail verkeerssituaties in kaart brengen en voorspellen.
Meer weten?
Onze mobiliteitsadviseurs helpen u graag verder. Neem contact op.