De fiets als katalysator voor stadsontwikkeling
Het totale fietsenpark in Nederland bestaat momenteel uit ruim 19 miljoen fietsen. Op een gemiddelde dag leggen 5 miljoen fietsers rond de 14 miljoen kilometer af, op meer dan 35.000 kilometer vrij liggende fietspaden. 34 Procent van alle ritten wordt met de fiets afgelegd. In de internationale vergelijking zijn dit goede cijfers. Toch is het zeker geen moment om achterover te leunen. Het toenemende fietsgebruik, nieuwe fietstypen en ouderen die langer doorfietsen zorgen voor drukte en conflicten op het fietspad en bij de stalling. Twee derde van alle Nederlanders associeert fietsen nog met vreugde, maar zal onder druk komen te staan. Bredere fietspaden en grotere stallingen bij stations zijn voor de hand liggende maatregelen.
De fiets, de nieuwe auto?
Maar ook restrictieve maatregelen nemen toe, zoals het weren van (geparkeerde) fietsen op drukke plekken in de stad. Is het wachten op de ‘blauwe schijf’ voor de fiets en andere ‘oplossingen’? De fiets is echter geen auto. En de fietser gedraagt zich fundamenteel anders dan de automobilist. Fietsers zitten niet afgesloten van de omgeving in een stalen cocon. En door af te stappen worden ze in no-time flaneurs of winkelbezoekers. Fietsers gedragen zich in het verkeer als sociale wezens: ze spreken elkaar aan en nemen oogcontact op met medeweggebruikers. Hierdoor hebben ze een groot zelf organiserend vermogen. Meer reglementering betekent dan ook niet per definitie beter fietsverkeer. Een goed voorbeeld is de ‘Alle richtingen groen’-regeling op kruispunten in Groningen: voor de auto’s is het rood en alle fietsers mogen tegelijk kriskras oversteken, net zoals voetgangers op een plein. Dit werkt al jaren goed, zelfs zonder eenduidige wettelijke basis - en het verkort de wachttijden.
De ruimtelijke opgave
En toch wordt fietsinfrastructuur vaak nog vooral verkeerstechnisch benaderd, alsof fietsen net wat smallere auto’s zijn. Om de meerwaarde van fietsen voor de stad maximaal te benutten, is een meer integrale aanpak nodig. Fietsinfrastructuur ontwerpen betekent werken aan een gezonde, duurzame, bereikbare, leefbare en aantrekkelijke stad. Om dat te bereiken moet fietsinfrastructuur niet los worden gezien van de ruimtelijke en maatschappelijke dimensies van de stad. Stedenbouw, ruimtelijke ordening en fietsinfrastructuur hebben een directe wisselwerking: de functiemix, de (korte) afstanden van voorzieningen, werkgelegenheid en woongebieden en de bevolkingssamenstelling hebben grote invloed op het fietsgebruik en vice versa. Naast de vraag waar (nieuwe) fietsinfrastructuur moet worden aangelegd en hoe deze wordt ingepast, is het ook belangrijk om erover na te denken voor wie de fietsinfrastructuur bestemd is, en waarom en hoe de fietsers deze gaan gebruiken.
Vijf plus drie criteria
Het gaat erom fietsvoorzieningen integraal mee te nemen bij het werken aan de stad. Hiervoor moet bij het ontwerp van fietsvoorzieningen verder worden gekeken dan de gebruikelijke verkeerskundige criteria (samenhang, directheid, attractiviteit, veiligheid en comfort). Deze hebben in het verleden tot efficiënte veilige en comfortabele fietsroutes geleid. Ze gaan echter onvoldoende in op de potentie van fietsen voor de stad als geheel. Bij het ontwerpen aan de fietsinfrastructuur van morgen moeten daarom ook criteria mee worden genomen die expliciet ingaan op de relatie tussen de infrastructuur en de omgeving. Naast de bovengenoemde vijf ‘technische’ eisen zijn er drie ‘ruimtelijke potenties’ te benoemen, die essentieel zijn om de meerwaarde van fietsen voor de stad maximaal te kunnen benutten.
Drie ‘ruimtelijke potenties’
De drie potenties beleving, ruimtelijke integratie en sociaal economische waarde verruimen het kader voor het ontwerpen en evalueren van fietsinfrastructuur.
Ruimtelijke integratie
Fietsinfrastructuur is zorgvuldig geïntegreerd in de ruimtelijke context, zodat een geheel ontstaat tussen de fietsroute en de directe omgeving.
Beleving
Fietsinfrastructuur biedt de fietser (en ook anderen, zoals omwonenden) een positieve beleving. Dit betreft niet alleen de inrichting en de esthetiek van de fietsroute zelf, maar ook de perceptie van de omgeving.
Sociaal economische waarde
Fietsinfrastructuur creëert een meerwaarde voor haar omgeving op sociaal en economisch vlak. De fietsroute houdt rekening met (commerciële) voorzieningen en de wensen van gebruikers en omwonenden.
Kom op 18 juni naar het Nationaal Fiets Congres
Op 18 juni 2015 organiseert Acquire Publishing voor de vierde keer het Nationaal Fietscongres. Een uniek evenement dat dit jaar wordt gehouden in Utrecht waar ook Le Grand Depart van de Tour de France plaatsvindt. Ook Stefan Bendiks levert zijn bijdrage aan het programma. Klik hier voor meer informatie en aanmelden >>
Auteur: Stefan Bendiks - Artgineering