Een rondje fietsnieuws

woensdag 18 september 2019
timer 5 min
Een rondje langs de fietsvelden: Eindelijk is de hoofdeis 'aantrekkelijkheid' verder uitgewerkt, een discussienota fietsoversteken en fietsende ouderen gaan vaker en verder op pad en hebben daardoor meer 'life space'.

Door Karin Broer

Nieuwe CROW-Fietsberaad publicatie over hoofdeis aantrekkelijkheid

Bij de meeste verkeersambtenaren staan de vijf hoofdeisen voor fietsvriendelijke infrastructuur wel in het geheugen gegrift: comfort, directheid, samenhang, veiligheid en aantrekkelijkheid. De laatste eis is sinds de CROW-publicatie ‘Tekenen voor de fiets’, ontwerpwijzer voor fietsvriendelijke infrastructuur (1993) niet nader uitgewerkt. Tot nu.
Hillie Talens van CROW maakte met Miranda Thüsh van ThuisraadRO een nieuwe CROW-Fietsberaadpublicatie. Talens: “Aantrekkelijkheid werd lange tijd beschouwd als iets persoonlijks: wat voor de een aantrekkelijk is, is het voor de ander niet.” Toch is het denken over beleving en reistijdbeleving de laatste jaren verder gegaan. Tijd voor een uitwerking.

 

Het is een publicatie met veel adviezen. Talens: “De grootste gemene deler is dat een fietsroute moet appelleren aan de zintuigen.” Afwisseling is belangrijk, zo weten we, maar ook zintuigen waar we niet zo snel aan denken, als reuk, spelen een rol. Ook daar liggen mogelijkheden voor ontwerpers. Talens: “Een fietsroute langs een vuilstort ruikt niet prettig, je kunt daar wat aan doen door rozenstruiken of acacia’s te planten.” Geluid is een andere factor. De voortdurende dreun van een drukke snelweg is niet prettig, een fietsroute langs het spoor waar af en toe eens een trein voorbij komt is dan beter.

 

Naast ‘appelleren aan de zintuigen’ moet een fietsroute mogelijkheden bieden om gemakkelijk een alternatieve route te kiezen en moet het ‘schoon, heel en veilig’ zijn. Talens: “Fietsers moeten het idee hebben dat ze ertoe doen. Dus geen zwerfvuil, geen gaten in de weg, en sociaal veilig.”

 

Voor Talens is de publicatie een startpunt. “We willen nu samen met wegbeheerders gaan kijken naar concrete routes. Is een route bijvoorbeeld helemaal in orde, voldoende breed, vlak wegdek, veilig, maar komen er wel klachten over binnen? Dan willen we eens kijken hoe het zit met de zintuigen. En als een wegbeheerder juist heel trots is op een bepaalde route, willen we gaan kijken wat die route nu zo goed maakt. Zo willen we de bevindingen uit ons onderzoek toetsen in de praktijk.” Op basis hiervan zal een checklist worden gemaakt waarbij alle adviezen worden samengevoegd in een tabel.

Goede middengeleider goud waard

Een goede middengeleider van minimaal 2 meter 50 breed helpt fietsers enorm bij het oversteken van een gebiedsontsluitingsweg. Dat is een belangrijke les uit de discussienota ‘Fietsoversteken uit de voorrang’ die CROW-Fietsberaad eind juni publiceerde.

 

In opdracht van het kenniscentrum onderzocht adviesbureau Goudappel Coffeng 15 kruispunten in vijf gemeenten, waar hoofdfietsroutes kruisten met gebiedsontsluitingswegen. Een opvallende observatie was dat fietsers eigenlijk altijd wel mogelijkheden kregen om aan de overkant te komen, vertelt Rico Andriesse: “Er zijn eigenlijk altijd wel hiaten in de stroom auto’s, bijvoorbeeld omdat er verderop een verkeerslicht staat. En soms is het zo druk dat auto’s stilstaan en fietsers er tussendoor kunnen, of ze krijgen voorrang.”

 

De snelheid van het autoverkeer is uiteraard een belangrijke factor bij het oversteken. In de discussienota worden snelheidsremmers aanbevolen om het fietsverkeer te helpen. Ook de zebra kan gunstig uitpakken. Andriesse: “Dat kan gevoelig liggen, want je krijgt dan een situatie waarbij de voetganger op de zebra voorrang heeft en de fietser niet. Maar onze conclusie is dat als de omstandigheden erom vragen, je niet moet nalaten een zebra aan te leggen.” Goudappel Coffeng rond het onderzoek naar ‘fietsoversteken in de voorrang’ naar verwachting eind van dit jaar af. Daarna komt CROW-Fietsberaad met een afwegingskader voor fietsoversteken van gebiedsontsluitingswegen.

Ouderen met een fiets hebben meer ‘life space’

Oudere fietsers gaan vaker en verder op stap dan niet-fietsers. De fiets en e-bike bieden ouderen meer ‘life space’. Daaronder wordt het gebied verstaan waarin mensen bewegen. Ouderen met een grotere ‘life space’ ervaren vaak meer autonomie en een betere kwaliteit van leven. Een groep onderzoekers van Nederlandse en Belgische universiteiten onderzocht het verband tussen fietsen en ‘life space’ van ouderen met vragenlijsten onder 1333 Nederlandse en Vlaamse 65-plussers. Verwacht was een verschil te vinden tussen bezitters van een gewone en een e-bike. Dat verschil werd niet aangetoond, wel bleek een significant verschil tussen fietsers en niet-fietsers. Aan het onderzoek werkte onder andere Paul Schepers mee, die dit najaar overstapt van het ministerie van IenW naar SWOV.

 

En dan nog dit: Tot 31 oktober kunnen mensen via een enquête laten weten hoe fietsvriendelijk de gemeente is waarin zij fietsen is. De enquêteresultaten bepalen onder meer welke gemeente het predicaat fietsstad 2020 krijgt. Zie www.fietsstad2020.nl

 

Dit artikel verschijnt in Verkeer in Beeld 4, september 2019.