Het invoeren van een minimumleeftijd voor fatbikes is op dit moment juridisch niet makkelijk haalbaar. Dat blijkt uit onderzoek van Sweco in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Het is moeilijk om juridisch onderscheid te maken tussen fatbikes en andere e-bikes, waardoor een leeftijdsgrens voor alleen fatbikes niet mogelijk is.
Uit onderzoek blijkt: leeftijdsgrens fatbikes juridisch niet haalbaar
Sweco heeft eerst gekeken of fatbikes door hun banddikte een andere juridische status kunnen krijgen dan andere e-bikes. Binnen het LEV-kader (Licht Elektrische Voertuigen) is dit echter geen optie, want dikkere banden leiden niet aantoonbaar tot een onveiliger voertuig of onveiliger weggedrag. Bovendien is handhaving moeilijk en zou de maatregel met kleine aanpassingen eenvoudig omzeild kunnen worden.
Het onderzoek richtte zich vervolgens op de invoering van een minimumleeftijd voor álle e-bikes. Sweco stelt vast dat een dergelijke maatregel de zelfstandige mobiliteit van met name middelbare scholieren in niet-stedelijke omgevingen kan beperken, omdat zij geen alternatief hebben voor het openbaar vervoer. Ook leerlingen in stedelijke gebieden zouden getroffen worden.
Directe aanleiding voor het onderzoek in opdracht van IenW, is een motie van Tweede Kamerleden Pieter Grinwis (CU) en Olger van Dijk (NSC). Zij vroegen de minister om voor 1 april met een ‘aanvalsplan fatbikes’ te komen, waarin een breed pakket aan maatregelen werd gepresenteerd om de overlast te beperken – met daarin een stevig handhavingspakket, een opvoerverbod en mogelijk dus ook een minimumleeftijd.
Sweco pleit in de toekomst voor het uitvoeren van grootschaliger snelheidsmetingen en het verzamelen van ongevalscijfers om verschillen in risico tussen leeftijdsgroepen en vervoersmiddelen verder te vergelijken.