Steeds meer gemeenten zien in dat het onderwerp fiets een integrale benadering behoeft, stelt Henriëtte Verhoeven van XTNT. Een brede wijkaanpak is wat haar betreft doeltreffender voor fietsstimulering dan losse maatregelen. “Als je slechts één interventie wil gaan doen kan je beter je geld in je zak houden."
Wijkaanpak sleutel voor succesvolle fietsstimulering
De fiets krijgt een steeds belangrijkere rol bij allerlei uitdagingen, ziet Henriëtte Verhoeven. “En dat komt in mijn optiek door drie ontwikkelingen.” Als proces- en projectbegeleider Actieve Mobiliteit bij XTNT houdt Verhoeven zich dagelijks bezig met het vertalen van beleid naar concrete acties. “Ten eerste komt er steeds meer druk op de ruimte die ook nog eens leefbaar moet blijven. Neem bijvoorbeeld Oss, daar moeten de komende jaren 8.500 woningen bij komen, dat heeft een enorme impact. Ik vind dat mobiliteit in dit verband dienstbaar moet zijn aan andere opgaven en niet andersom. Ten tweede hebben we steeds meer de ambitie om wijken vitaler en gezonder te maken, de fiets past daar heel goed in. En ten derde inclusiviteit. Mobiliteit moet voor iedereen bereikbaar en betaalbaar blijven. Deelmobiliteit en ov zijn voor veel mensen niet te betalen en door de digitalisering wordt het ook nog eens veel ingewikkelder om hier gebruik van te maken. De fiets is daarentegen voor veel mensen al een stuk betaalbaarder.”
Alleen infra is niet genoeg
Gemeenten zien in de fiets een ideaal middel om veel maatschappelijke opgaven als bereikbaarheid en beweegarmoede deels op te lossen. Aan goedbedoelde plannen dus geen gebrek. “Beleid wordt echter gemaakt op gemeentelijk niveau, terwijl plannen in de wijk gerealiseerd moeten worden. Daar moet bijvoorbeeld een te smal fietspad verbreed worden. Maar met alleen zo’n maatregel ben je er niet. Je moet komen tot een geïntegreerde
fietsaanpak waarin fietsinfra, fietsstimulering en communicatie bij elkaar komen. Het verbeteren van een fietspad heeft niet direct voordeel voor iedereen. Want niet iedereen weet ervan en niet iedereen fietst. Het gaat over het aanhaken van het thema fiets op bestaande netwerken. Dan bereik je meerdere doelgroepen in de wijk en borg je veel meer het succes van fietsstimulering.”
Samenwerken met sociaal domein
Deze werkwijze waarbij fietsinfra, fietsstimulering en communicatie worden geïntegreerd vraagt er wel om dat verschillende afdelingen in een gemeente met elkaar moeten samenwerken. “De fiets is altijd van de afdeling mobiliteit geweest. Maar de fiets heeft voordelen voor de gezondheid, voor zelfredzaamheid, voor de kans op een baan en voor de sociale cohesie. Dus niet alleen de afdeling mobiliteit zou hiervoor aan de lat moeten staan, het is een afdelingsoverstijgend thema. Je moet aan tafel komen bij het sociaal domein en bij de afdeling Werk en Inkomen. En dat is niet makkelijk. Ook omdat het gaat over geld.”
De wijk in
Verhoeven laat zich daardoor zeker niet belemmeren en kijkt vooral naar kansrijke verbindingen. “Het buurthuis is een belangrijke spil in een wijk. Een heel waardevol netwerk waar je met fietsstimulering bij aan kunt haken. In Rotterdam hebben we bij buurthuizen een fietsenbank gerealiseerd waar mensen met weinig inkomen een fiets kunnen krijgen. Ook hebben we een fietslessenpakket ontwikkeld met lesmateriaal en lesfietsen.” Dit soort initiatieven zijn primair gericht op mensen die geen fiets hebben of niet kunnen fietsen. “Maar doordat het zo zichtbaar is in de wijk bereik je ook ouderen die misschien net een duwtje in de goede richting nodig hebben om weer op de fiets te stappen. Kinderen en hun ouders kun je bereiken door aan te sluiten bij het netwerk van basisscholen in de wijk. En denk ook eens aan iemand die altijd met de auto boodschappen doet.” Die laatste categorie werd in Zuid-Limburg uitgedaagd met de fietstaschallenge. Op de parkeerplaats van een winkelcentrum werd het winkelend publiek gevraagd hun boodschappen in twee fietstassen van een elektrische fiets te stoppen. “Heel vaak lukte dat en dat geeft een behoorlijk inzicht voor veel mensen. Op deze manier maak je automobilisten op een leuke manier bewust van het feit dat je op de fiets ook veel spullen kunt vervoeren."
Succes voor lange termijn
Door een gelaagde aanpak én door vooraf goed te onderzoeken bij welke doelgroep de meeste potentie zit kan je veel bereiken, denkt Verhoeven. “Uiteraard moet je altijd aandacht houden voor de fiets om succes voor de langere termijn waarschijnlijker te maken. En terugval naar minder of niet fietsen kan altijd, bijvoorbeeld bij ouderen. Maar de kans dat hij of zij blijft fietsen wordt groter als die oudere ervaart dat hij minder eenzaam is omdat hij elke week met een groepje gaat fietsen of dat hij makkelijker bij de huisarts kan komen.” De sleutel voor fietsstimulering zit wat Verhoeven betreft echt bij het aanhaken bij bestaande netwerken. “De toegevoegde waarde zit in het verbinden van de fiets aan die netwerken. Houd je geld in je zak als je inzet op slechts één interventie.”