Hoe ziet de ideale fietsstraat eruit?

maandag 7 november 2016
timer 3 min
Een fietsstraat kan een oplossing bieden in situaties waar geen ruimte is voor een aparte fietsstrook of een fietsstrook niet voldoet, maar waar toch veel fietsers langskomen. Bovendien sluit een fietsstraat goed aan bij het karakter van verblijfsgebieden. Maar hoe ziet een ideale fietsstraat eruit? CROW geeft op haar site toelichting.

Om antwoord te kunnen geven op die vraag is CROW-Fietsberaad samen met Rijkswaterstaat WVL een onderzoek gestart. Als eerste stap is geïnventariseerd wat er nu al aan fietsstraten is in ons land. Adviesbureau Goudappel Coffeng bracht 29 fietsstraten in kaart en dat onderzoek geeft al een indicatie van welke inrichting goed werkt. Dit blijkt uit de ‘Discussienota fietsstraten binnen de bebouwde kom’ die is uitgebracht. 


Verhouding fietsers en auto’s

Wat als eerste opvalt is dat de hoeveelheid fietser en het aantal auto’s, en de onderlinge verhouding daartussen, in belangrijke mate bepalen of een fietsstraat in de praktijk werkt zoals bedoeld. Teveel auto’s is niet goed voor de fietser en te weinig fietsers maakt een fietsstraat ongeloofwaardig.
 

Eerdere publicaties van CROW gingen ervan uit dat het aantal dagelijkse fietsers twee keer zo hoog moet zijn als het aantal motorvoertuigen om een fietsstraat te kunnen toepassen. Als bovengrens voor het autoverkeer wordt vaak 2500 mvt per etmaal genoemd. Maar men weet het niet precies. Wel blijkt uit de ervaringen met de 29 onderzochte fietsstraten dat gebruikers tot 2000-2500 mtv/etmaal positief reageren. Bij een hoger aantal is er sprake van meer kritische geluiden.


De breedte van een fietsstraat speelt ook een rol. Die moet zo goed mogelijk worden afgestemd op het gebruik. Dat wil zeggen de aantallen auto’s en fietsers en dus ook het aantal inhaalbewegingen dat daaruit voorkomt. In de beginjaren van de fietsstraat ging men ervan uit dat auto’s achter de fietsers moeten blijven rijden. In de praktijk blijkt dit alleen tot irritatie te leiden. Mits dit met een gematigde snelheid en voldoende passeerafstand gebeurt, moeten automobilisten fietsers kunnen inhalen.

 

Aanbevolen rijbaanbreedtes

Het onderzoek heeft enkele - voorlopig - aanbevolen rijbaanbreedtes voor een aantal situaties als gevolg. In principe kun je twee basisprofielen voor fietsstraten onderscheiden. Een smalle fietsstraat met een rijbaanbreedte van 3,8 tot 4,7 meter en een brede fietsstraat met een rijbaanbreedte van 5,4 tot 7,2 meter met twee rijlopers. Breedtes tussen 4,7 meter en 5,4 meter met twee rijlopers moet men vermijden, omdat dit uitnodigt tot gevaarlijke inhaalbewegingen.


Bij de brede variant ontstaat een middenstrook. Hier is een aantal eisen aan verbonden. Niet te breed en niet te smal, ergens tussen 0,7 en 1,5 meter lijkt een praktisch maat. En overrijdbaar, niet alleen voor auto’s maar ook voor - snelle - fietsers zonder al te veel belemmeringen.
 

Vervolgonderzoek

Een eerste vervolgonderzoek is al gepland. Een modelstudie en cameraobservaties moeten meer inzicht geven in de invloed van auto- en fietsintensiteiten op het functioneren van een fietsstraat.


Bron: CROW

CROW onderzocht hoe die ideale fietsstraat eruit ziet