Leefklimaattop maakt inrichting leefbare stad aanschouwelijk
De ambities van Eindhoven zijn groot. De stad, die het hart vormt van technologieregio Brainport, zet in op verdere groei naar zo’n 300.000 inwoners. Om al die mensen te kunnen huisvesten is verdere verdichting onontkoombaar. Tegelijkertijd moet de stad wel leefbaar blijven. Met de herontwikkeling van het Emmasingelkwadrant, aan de rand van het centrum, toont de gemeente hoe je dat kunt doen. “Een levend laboratorium voor een gezonde en duurzame ontwikkeling van de binnenstad”, zo omschrijft projectleider Maurice Delil de transformatie.
Rond het voormalige gebouw van Philips Lighting is al goed te zien hoe die ontwikkeling vorm krijgt. Ooit alleen toegankelijk met een pasje, is het gebied al grotendeels opengesteld voor publiek en hebben gebouwen nieuwe functies gekregen. Langzaam verkeer krijgt prioriteit, auto’s blijven zo veel mogelijk uit beeld. Het uitgangspunt is dat de verdichting aan de randen moet plaatsvinden, zodat midden in het plandeel ruimte is voor groen en water. De rivier de Gender, die bij de ontwikkeling van het voormalige fabrieksterrein onder de grond is ondergebracht, komt terug in het landschap en wordt een belangrijk onderdeel van een nieuw park. Waar de rivier precies komt, is gevisualiseerd met een lint van blauwe spades in de grond.
Omgevingswet
De nieuwe Omgevingswet biedt kansen om gemeenten ertoe aan te zetten serieus te werken aan een gezonde stad, zo opperden verschillende sprekers tijdens de Leefklimaattop. Maar hoewel gezondheid bij veel gemeenten nog geen apart thema is in nieuwe omgevingsvisies - zo bleek bij navraag onder de congresbezoekers met een gemeentelijke achtergrond - kun je ook aan mobiliteit veel ophangen, stelde Pieter Hooimeijer, lid van de raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) en hoogleraar sociale geografie en demografie aan de Universiteit Utrecht.
Het autoluw maken van steden levert gemeenten volgens hem drie keer winst op: de luchtkwaliteit verbetert, inwoners krijgen meer beweging en er ontstaat meer ruimte voor ontmoetingsplekken. Hooimeijer: “Hier zitten kansen die nog niet gepakt worden.”
Dit artikel komt uit Verkeer in Beeld 05/2017. Door: Yvonne Ton