Maatschappelijke kosten en baten fiets
Ontwikkelingen
Met de ontwikkeling van snelfietspaden en de opkomst van de elektrische fiets vormt de fiets ook een alternatief voor de wat langere afstanden. Door deze ontwikkelingen groeit de behoefte aan een goed afwegingskader voor investeringen in fietsinfrastructuur en van andere fietsstimuleringsmaatregelen.
Toepassingsmogelijkheden van OEI-instrumentarium voor fietsmaatregelen
Het ministerie van I&M gebruikt de OEI-methodiek (Overzicht Effecten Infrastructuur) om de maatschappelijke kosten en baten van infrastructurele en andere maatregelen te analyseren. Voor de grote MIRT-projecten is het gebruik van deze methode verplicht. Voor fietsinfrastructuur is deze methode tot op heden niet of nauwelijks ingezet, mede omdat de investeringsbedragen veelal relatief beperkt zijn. Een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) is echter ook voor kleinere projecten een bruikbaar middel om de discussie te structureren en te voorzien van objectieve beslisinformatie. Daarom heeft het ministerie van I&M aan Decisio en het Transaction Management Centre opdracht gegeven een quick scan uit te voeren naar de mogelijkheden van toepassing van het OEI-instrumentarium voor fietsmaatregelen.
Hoofdvraag onderzoek
De hoofdvraag van het voorliggende onderzoek luidt:
“Is toepassing van de OEI-methodiek zinvol voor fietsmaatregelen?”
Quick scan met drie casussen
In de quick scan is in drie concrete casussen de OEI-methodiek toegepast, waarmee de maatschappelijke kosten en baten van fietsprojecten in beeld zijn gebracht:
1. Fietskilometer Inzicht in de verhouding tussen de maatschappelijke kosten en baten van een fietskilometer ten opzichte van een auto- en buskilometer. In deze casus zijn algemene, breder toepasbare cijfers/kengetallen verzameld, waarmee een basis is gelegd voor de andere twee casussen en voor andere fietsgerelateerde MKBA’s.
2. Fietsverbinding Inzicht in de verhouding tussen de maatschappelijke kosten en baten van een fietsverbinding over een vaarweg/spoorweg/snelweg. Als casus is gekozen voor een fietsbrug in Utrecht over het Amsterdam-Rijnkanaal die een directere verbinding tussen Leidsche Rijn en Oog in Al vormt.
3. Betaald fietsparkeren bij stations Inzicht in de verhouding tussen de maatschappelijke kosten en baten van betaald versus niet betaald parkeren bij stations. Als concrete casus is hier gekozen voor station Utrecht CS.
Bron: Decisio en Transaction Management Centre