In opdracht van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie deden Michiel Brouwer (Studio Verbinding) en Daan Veenstra (DTNP) onderzoek naar Nieuwe Wegen naar Welzijn. Dit resulteerde in het Manifest Rechtvaardige Reisrevolutie waarin een nieuw mobiliteitssysteem wordt voorgesteld met rechtvaardigheid als uitgangspunt, met name met oog op kleinere kernen en dorpen.
Rechtvaardigheid aan de basis van nieuw mobiliteitssysteem
Brouwer en Veenstra stellen voor om fundamenteel anders naar ons mobiliteitssysteem te kijken door rechtvaardigheid als leidend narratief te nemen. Ze formuleren hiertoe een basisniveau aan bereikbaarheid voor iedere Nederlander. “Het is niet eerlijk dat mensen zonder eigen auto zo veel meer reistijd hebben. Bovendien is het huidige systeem niet houdbaar”, stelt
Brouwer. Veenstra: “De mobiliteitstransitie wordt momenteel vaak geframed als duurzaamheidsvraagstuk, maar als je het gaat hebben over rechtvaardigheid dan denk ik dat je de politiek en de hele maatschappij wél meekrijgt.”
Afscheid van de privéauto
Ze gaan uit van drie reistijdcirkels, waarbij de binnenste cirkel de belangrijkste voorzieningen bevat die voor iedereen binnen een kwartier lopend, fietsend of met het ov bereikbaar moeten zijn. Brouwer en Veenstra nemen afscheid van de privéauto, omdat deze in hun ogen de ongelijkheid alleen maar versterkt. Investeringen in hoogwaardig ov, mobiliteitshubs en aantrekkelijke loop- en fietsroutes staan aan de basis van een rechtvaardig mobiliteitssysteem, zo vinden ze.
Elk kwartier een bus in elk dorp
Het ov staat centraal in het wenkende perspectief van Brouwer en Veenstra, waarbij de auto dus grotendeels verdwijnt uit het straatbeeld. “Het ov is voor iedereen toegankelijk”, denkt Veenstra. In hun model gaat het duo uit van een netwerk van bussen die elk kwartier in het centrum van iedere dorpskern van tenminste 1000 inwoners. Veenstra geeft toe dat momenteel het ov nog niet voor iedereen te betalen is. “Dat zal echt anders moeten, ja. Op dit moment zijn de kosten in mijn ogen uit verhouding. Het gehele ov gratis maken kost iets van 4 miljard euro, terwijl we elk jaar veel meer uitgeven aan verkeersveiligheid.” Uit onderzoek van het KiM bleek bijvoorbeeld dat de maatschappelijke kosten van verkeersongevallen in 2020 op 27 miljard euro uitkwamen.
Veenstra en Brouwer schatten in dat hun idee in 2050 gerealiseerd zou kunnen zijn. Voor nu gaan ze aan de slag met de tweede fase van hun narratief, waarin ze de tussenstappen gaan formuleren die naar hun ideale eindbeeld zouden moeten leiden.