Van 16 t/m 18 oktober 2024 organiseerden Forseti & Mobycon een studiereis geheel gericht op publieke mobiliteit. Grensoverschrijdend ov in Lille & Kortrijk hebben we bekeken en ervaren. Uiteraard ook onze kennis gedeeld over publieke mobiliteit in Nederland.
Studiereis publieke mobiliteit
In Lille ontvangst bij Maison des Mobilités Durables. Een informatiecentrum waar inwoners terecht kunnen met (hulp)vragen over mobiliteit. Waar ook exposities van mobiliteitsprojecten zijn, een ‘bibliotheek’ met boeken over mobiliteit en een participatiemuur, waarop inwoners hun ideeën over mobiliteit kunnen achterlaten. Vanuit het Maison des Mobilités Durables wordt maandelijks een tweedehands fietsenmarkt georganiseerd en in mei is het fietsmaand met een heus fietsfeest.
We krijgen in het Maison des Mobilités Durables een lesje Frans bestuur en organisatie door de Ville de Lille. Dat valt niet mee, want de metafoor die gebruikt wordt voor de Franse governance is een Mille feuille, een bekend cakeje dat bestaat uit ontzettend veel lagen. Dat zegt genoeg, het is dus een complexe organisatie. Burgemeesters hebben veel te zeggen en zitten voor een lange periode, dat zorgt voor continuïteit. Sinds eind WOII heeft Lille slechts 4 burgemeesters gehad. Ze hebben wel veel wethouders (27), vaak parttime. Dat betekent dat een omvangrijke portefeuille als mobiliteit wordt opgesplitst in kleinere portefeuilles.
Het busvervoer en doelgroepenvervoer is in Frankrijk geregeld per decentrale overheidslaag. Vaak is dat ook het niveau/de regio waarbinnen gereisd wordt en kan worden met deze modaliteiten. Voor Lille ligt er qua ov-ontwikkeling veel verantwoordelijkheid bij de vervoerautoriteit, de Métropole Européenne de Lille (MEL). Voor grensoverschrijdend en langere afstanden nemen inwoners vaker de trein of de auto.
De gemeente kan advies en input leveren voor de ov-plannen van MEL, maar MEL is de vervoerautoriteit, vervoerontwikkelaar, opbrengstverantwoordelijke én eigenaar van de voertuigen (inclusief deelfietsen) en P+R locaties. De vervoerder (Keolis) voert alleen uit. De reizigersopbrengsten gaan naar MEL. De inkomsten vanuit reclame/marketing en inkomsten vanuit kiosken/winkeltjes op stations gaan naar Keolis.
Ambitie op BRT en tram
We krijgen uitleg over de tram- en BRT-plannen. Maar liefst 4 plannen met heel wat kilometers aan nieuwe rails en BRT-infra. Bij elkaar een van de grootste Franse infraprojecten van het moment. Als de plannen doorgaan zal Lille minstens het komende decennium in een permanente staat van wegwerkzaamheden verkeren. Daarbij wordt de openbare weg aangepakt van gevel tot gevel: vergroend, autoluw en meer ruimte voor actieve mobiliteit en ov. Het doel is om het autogebruik in de stad de komende 5 jaar met 17% te reduceren.
Metro Automatique
De automatische metro in Lille is de eerste ter wereld en stamt uit 1983. Sindsdien staat het automatisch rijden nog steeds in de kinderschoenen. Slechts een paar andere steden hebben het overgenomen. Dat aantal neemt wel snel toe, onder meer door toenemend personeelstekort.
De wagonnetjes zijn compact en hebben beperkte capaciteit. Ondanks de frequentie van 1,5 minuut is dit veel te weinig voor de spits. Enorm volgepakte metro’s waar je jezelf tussen moet proppen.
Keolis
Keolis is verantwoordelijk voor het managen van openbaar vervoer in de metropool Lille, onder de naam ‘Ilevia’. Al het openbaar vervoer (bus, tram, metro), deelfietsen én doelgroepenvervoer vallen al 20 jaar onder deze naam. Deze merknaam blijft altijd behouden, ook na een nieuwe concessie.
Ook Handipole (Wmo-vervoer) valt onder Ilevia, moet worden gereserveerd en is beschikbaar van deur tot deur. Er zijn 1.300 gebruikers, dat is niet veel en staat niet in verhouding tot wat we in Nederland gewend zijn in het Wmo-vervoer.
Toegankelijkheid
Sinds 2016 is er een Franse wet die stelt dat het ov verplicht moet communiceren over de toegankelijkheid van ov-haltes. Vanaf 2023 is MEL bezig met het toegankelijk(er) maken van de tramhaltes. Er is een gemakkelijk reisboekje, waarin helder staat uitgelegd hoe Handipole werkt. En Keolis heeft bijvoorbeeld een groep blinde mensen op bezoek gehad die aan de chauffeurs uitlegden hoe zij het reizen met ov voor hen prettiger kunnen maken. Ook hebben ze autisme-awareness campagnes.
PictoAccess is 2 jaar geleden ingelijfd door APF France Handicap (Gehandicapten platform). Hier werken 1400 betaalde werknemers en meer dan 100.000 vrijwilligers. De pictogrammen van PictoAccess onderscheiden kleuren en letters, zodat het ook voor mensen die kleurenblind zijn begrijpelijk is. En verzekeren ze mensen in hoeverre deze bestemming toegankelijk is. Er is vanuit PictoAcces aandacht voor meerdere soorten beperkingen (ook tijdelijke) en breder dan alleen ov.
Carpoolen
De Franse wetgeving heeft veel mogelijkheid gegeven om carpoolen aan te moedigen. Dat heeft een enorme vlucht genomen in Frankrijk. Daar bovenop kwam het nationale carpoolplan (plan national du covoiturage du quotidien, 150 miljoen). Dit heeft het aantal carpoolreizen nog eens verdubbeld (voor zover meetbaar). Het is mooi om te zien hoe Karos als carpoolplatform het samenreizen positioneert als fijnmazig onderliggend ov-product, dat dienend is aan de grote ov-lijnen door te feederen op grote stations. Een ov-toets zorgt ervoor dat er niet gekannibaliseerd wordt.
Niet alle automobilisten voelen zich aangetrokken tot carpoolen. Maar een klein percentage van het aantal automobilisten dat er wel voor openstaat heeft in potentie een capaciteit aan zitplaatsen dat niet onderdoet voor het totale ov-aanbod. Een aanbod dat bovendien fijnmaziger en directer kan rijden dan het vaste ov-netwerk.
Cerema praat ons bij over het Europese project Mobility Makers, waarvoor een documentaire wordt gemaakt van reizigers in het landelijk gebied. Zij worden gefilmd tijdens hun reis, en worden na een reisgedragsverandering opnieuw gefilmd om obstakels te identificeren. We leren verder dat vrijwillige vervoersdiensten in Frankrijk wel bestaan, maar worden gefinancierd vanuit organisaties zoals het Rode Kruis. Tot slot krijgen we nog enkele voorbeelden van rurale mobiliteitshubs te zien. Opvallend is dat de deelfietsen en autoparkeerplaatsen niet veel worden gebruikt. Maar de carpoolplekken worden wel heel veel gebruikt, net als de voorzieningen (zoals een koffietentje). Daar lijkt de meerwaarde van deze rurale hubs dus vooral te zitten.
Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) leerden ons, samen met vervoerder De Lijn, over de transitie van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid. Waar eerst de afstand tot een ov-halte op 500 meter in stedelijk gebied en op 700 meter in buiten stedelijk gebied gold, laat men dit hier los. Sinds januari 2024 is vanuit deze transitie het volledig nieuwe netwerk in onder meer de regio Kortrijk uitgerold. Op basis van klachten/meldingen zijn bijsturingen gedaan, tijden zijn aangepast om beter aan te sluiten op de schooltijden of de trein. Veel lijnen zijn gestrekt en frequenties zijn verhoogd, wat heeft geleid tot een flinke reizigersgroei.
Hoppin en flex
De Hoppincentrale was voorzien voor alle publieke mobiliteit, maar wordt nu vooral nog gebruikt voor flex. Hoppin begon met overstappunten maar is inmiddels de merknaam geworden voor basisbereikbaarheid. De planner van Hoppin kan multimodaal reisadvies geven. Deze klantapp wordt gewaardeerd en maakt een groot verschil in beleving en kwaliteit ten opzichte van de vroegere belbus.
De initiële ambitie was om ook doelgroepenvervoer volledig te integreren, dat moet Flex+ gaan heten. Het doelgroepenvervoer kent ongeveer dezelfde vervoersoorten als in Nederland, maar is meer fragmentarisch georganiseerd met de nodige vrijwilligersinitiatieven.
Station Kortrijk
Wat opviel bij station Kortrijk: veel meer fietsen die geparkeerd stonden ten opzichte van de stations in Lille! Op dit moment zijn dat er zo’n 2.000 en met de herontwikkeling van het station worden dat er straks 3.000. Als het nodig is, kan op termijn zelfs nog een deel van de autoparkeergarage worden omgevormd naar fietsparkeerplekken.
De Stad Kortrijk nam ons verder mee in de ambitieuze herontwikkeling van het station en stationsgebied. Het station in Kortrijk staat namelijk voor grote herstructureringsplannen waarbij de hele omgeving meegenomen wordt. Fiets en lopen krijgen meer ruimte en het wordt een groene omgeving. De nieuwe moderne vormgeving spreekt tot de verbeelding. Qua toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers zal er een grote sprong vooruit worden gemaakt. Nu wordt het treinverkeer op meerdere sporen stilgelegd wanneer iemand in rolstoel naar het juiste perron moet.