De relatie tussen mobiliteit en bestedingen leidt vaak tot discussies tussen ondernemers, vastgoedeigenaren en gemeenten. Ondernemers pleiten voor meer autobezoekers en parkeerplaatsen, omdat zij geloven dat autobezoekers meer besteden. Dit botst echter met de toenemende druk op de ruimte. Gemeenten richten zich op het creëren van leefbare, groene en aantrekkelijke centrumgebieden, waarbij wonen ook een steeds prominentere plek krijgt in Nederlandse binnensteden. Parkeerplaatsen nemen veel ruimte in beslag, die schaars is in een verdichtende stad. Vaak zijn op deze plekken ook al andere functies en voorzieningen gepland. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen mobiliteit en bestedingen, maar deze onderzoeken zijn vaak eenzijdig, onvolledig en/of ongenuanceerd.
Voetgangers, de sleutel tot economisch vitale stadscentra
Onderzoek naar de invloed van mobiliteit op bestedingen in centrumgebieden
Om een ‘eerlijke’ discussie te kunnen voeren over dit onderwerp hebben Platform Binnenstadsmanagement, BRO en Movares de handen ineen geslagen. In 2023 is een grootschalig bezoekersonderzoek uitgevoerd in 18 verschillende centrumgebieden in Nederland waarin gekeken is naar de relatie tussen mobiliteit en bestedingen. Momenteel wordt dit onderzoek opnieuw uitgevoerd en doen 20 nieuwe centrumgebieden mee. Wederom onderzoeken we hoeveel een bezoeker besteed per maand en in welke sector (boodschappen, horeca, mode, etc.). De belangrijkste bevindingen vanuit het perspectief van de voetganger op basis van het onderzoek in 2023 zijn hieronder benoemd. In onze rapportage kunt u het gehele onderzoek met conclusies en aanbevelingen vinden.
Conclusies winkelcentrumbezoeken
Reistijd en -afstand zijn onder bezoekers de belangrijkste factoren (40%) om te kiezen voor een vervoersmiddel, voor voetgangers ligt dit hoger (45%). Voor voetgangers (25%) is gezondheid het belangrijkste motief om te voet te gaan. Daar komt bij dat de bezoekers die te voet de binnenstad bezoeken doorgaans relatief dichtbij het centrum wonen. Verder blijkt dat voetgangers (en fietsers) het meest loyaal zijn aan hun vervoersmiddel. Daar waar andere modaliteiten bij meerdere bezoeken vaker wisselen doen voetgangers dit minder. In centrumgebieden besteden voetgangers per bezoek minder dan fietsers of automobilisten. Voetgangers zijn de meest frequente bezoekers aan een winkelcentrumgebied. De helft van de voetgangers (47%) bezoekt een centrumgebied 10 keer per maand of vaker. De maandelijkse uitgaven van een voetganger is 6,5 keer de gemiddelde besteding van één bezoek. Van alle vervoersmiddelen geeft de voetganger samen met de fietser het meest per maand uit in een centrumgebied. Voetgangers zijn essentieel voor een economisch vitaal centrumgebied!
Op naar een toekomstbestendige binnenstad
Het vestigingsmilieu van een binnenstad, en dus de economische vitaliteit, wordt bepaald door 3 samenhangende ruimtevragers: programma, leefbaarheid en mobiliteit. Een economisch vitale binnenstad heeft immers een compleet programma, een goede leefbaarheid en een goede bereikbaarheid via verschillende vervoerswijzen. De drie ruimtevragers doen allen een claim op dezelfde ruimte: centra moeten op zoek naar een juiste balans.
Leefbaarheid en programma vergen steeds meer ruimte in de centrumgebieden. Dat heeft automatisch invloed op de ruimteclaim van mobiliteit. Daarbij veranderen deze drie ruimtevragers en het centrumgebied continu door trends en ontwikkelingen. In de steeds schaarsere ruimte moet zorgvuldig met mobiliteit en vervoersmiddelen worden omgegaan. Objectief is de grootste ruimte te winnen bij het anders inrichting van de automobiliteit, wat de grootste ruimtegebruiker is. Dit mag echter niet ten koste gaan van de bereikbaarheid/mobiliteit en daarmee de economische vitaliteit van de binnenstad. De verschillende doelgroepen (zoals bezoekers, bewoners, werknemers) moeten nu en in de toekomst via verschillende vervoersmiddelen kunnen blijven komen, zodat bedrijven rendabel kunnen functioneren en de vastgoedwaarde op peil blijft of toeneemt.
Hier moet rekening worden met het verplaatsingsgedrag van bezoekers die met een ander vervoermiddel komen. Bij het inzetten op voetgangers en fietsers moet rekening gehouden worden met de hoge bezoekfrequentie, zoals in de resultaten naar voren komt. Ook komen inzichten over onder andere bezoekmotief, verblijfsduur, het verzorgingsgebied en reistijd tot het licht in de resultaten. De aanbeveling is om basis van kenmerken, zoals bijvoorbeeld bezoekmotief, verblijfsduur en het verzorgingsgebied, een type verplaatsingsgedrag (binnen de doelgroep) te verleiden. Bij dit verplaatsingsgedrag hoort uiteraard ook een bestedingsgedrag, waarbij dus voetgangers, zoals bekend, minder veel per keer besteden maar wel vaker het centrum bezoeken. Met een dergelijke aanpak is het mogelijk om te sturen op een mobiliteitstransitie waarbij de economische vitaliteit van winkelcentrumgebieden gewaarborgd blijft.
De resultaten van het jaarlijkse onderzoek naar ‘mobiliteit en bestedingen’ zijn van belang voor de visie- en beleidvorming van centra en binnensteden. De toenemende druk op de openbare ruimte vraagt om mobiliteitskeuzes en de vertaling hiervan richting de economische vitaliteit van een binnenstad. Dit onderzoek levert objectieve inzichten voor de discussie over de inrichting van de openbare ruimte, als basis voor een eerlijk gesprek.
Movares verzorgt een sessie hierover op het Nationaal Voetgangerscongres: www.nationaalvoetgangerscongres.nl/