'Uitstel regionale infra schaadt economie structureel'
Meer files
Daardoor kunnen innovatieve infrabedrijven ook niet hun vondsten toepassen voor doorstroming, energieopwekking, luchtkwaliteit, verlichting en onderhoud. In plaats van slimme vernieuwing krijgt Nederland domweg weer meer files, stremmingen en stagnatie op knelpunten die allang bekend zijn. Daardoor komt de economie, de aantrekkelijkheid en de leefbaarheid onnodig nog verder in de knel.
Amsterdam en Utrecht
Want ook Noord-Holland en Utrecht voelen de pijn op de weg, het spoor en bij het water. De snelwegverbetering tussen Schiphol, Amsterdam en Almere loopt tot 5 jaar vertraging op, ten koste van de doorstroming bij Amstelveen (A9) en Almere (A6). Ook de Ring Utrecht Noord wordt zeker drie, mogelijk pas vijf jaar later afgerond. Op het spoor wordt de openbaar vervoerverbinding tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad maar liefst 8 jaar vertraagd en deels geschrapt, terwijl de N23 Alkmaar – Zwolle geheel geschrapt wordt. Een betere wegverbinding aan de noordkant van Amsterdam zal ook vier jaar moeten wachten, terwijl het knooppunt A28/A1 bij Hoevelaken voor een zelfde termijn uitgesteld wordt, met alle langer durende hinder van dien voor al het verkeer van en naar Amsterdam, Utrecht, regio Amersfoort, Noord- en Oost-Nederland. Fase 2 van de verbetering A12 aan de zuidkant van de stad Utrecht zou tussen 2016 en 2023 uitgevoerd worden, maar ook dat project zal pas in 2026 afgerond kunnen zijn. Studenten en anderen in Utrecht moeten nog tot 2018 wachten tot de tramverbinding naar de Uithof gereed is.
Rond Rotterdam
In Zuid-Holland zal de parallelbaan A12/A20 bij Rotterdam zal niet in 2017 gereed zijn, zoals gepland, maar pas in 2021. Omdat investeringen niet eens gepland zijn voor de Brienenoord- en Algeracorridor wordt de bereikbaarheid van Rotterdam verder geschaad. Bij Rotterdam blijven ook concrete plannen en investeringen uit voor aaneenschakeling van de A4 over de 11 kilometer tussen knooppunt Benelux en de A29 bij Klaaswaal, richting Zuid-Nederland en België. Concrete maatregelen voor de verbetering van de zwaar belaste A4 worden in Haaglanden getroffen door uitstel tot circa 2026.
Tussen Gouda en Rotterdam is er uitstel tot 2028 bij de aanpak van de A20, op het traject Nieuwerkerk – Gouwe. Op het spoor heeft de Rijn-Gouwelijn west te maken met een jaar extra vertraging, terwijl de vaarweg Hollands Diep – Dordtse Kil niet in 2023 verbeterd is, maar de werkzaamheden dan pas beginnen, om vier jaar na de oorspronkelijke planning gereed te komen in 2027.
Zuid-Nederland
Ook Noord-Brabant, Zeeland en Limburg worden getroffen door dit verschijnsel. De zwaar bereden A67 die regio Eindhoven en Limburg verbindt met Antwerpen en het Ruhrgebied, wordt niet aangepast aan de enorme en groeiende stroom internationaal vrachtverkeer en regionaal verkeer. Belangrijke maatregelen om de druk van het vrachtverkeer te verlichten zijn geschrapt, zoals het ‘A67 no-regret pakket’; de aanpak van files ten zuiden van Eindhoven (tussen Leenderheide en Geldrop) gaat niet meer door. Rond Eindhoven wordt er verder ook niet geïnvesteerd in de Brainport Avenue en tevens is er fikse vertraging voor de wegverbeteringsprojecten Eindhoven – Helmond (max. 4 jaar), terwijl ook de A58 (Eindhoven –Tilburg) vijf jaar averij oploopt.
Uitstel
In Midden-Limburg zal tussen ’t Vonderen en Kerensheide nog 3 jaar onnodig oponthoud zijn omdat de A2 vertraagd aangepakt wordt, terwijl in Noord-Brabant de verbetering van de A27 tussen knooppunt Hooipolder en Houten ook met uitstel van 3 jaar getroffen wordt. Ten zuiden van Breda zal de A58 pas in 2028 verbeterd zijn tussen St. Annabosch en Galder. Evenmin wordt er geïnvesteerd in de doorstroming op de A2 tussen knooppunt Deil (Betuwe) en Den Bosch, ook zijn er geen reserveringen voor de verdiepte ligging van het spoor bij Vught om zo de toenemende drukte weg te nemen.
In Zeeland staat er geen verbetering gepland van de vele verouderde bruggen over het Schelde-Rijnkanaal, terwijl de scheepvaart van en naar Rotterdam, Antwerpen en de grote Nederlandse rivieren moet rekenen op respectievelijk 5 en 4 jaar vertraging in de modernisering van de Volkeraksluizen en de Kreekraksluizen.
Oostelijk Nederland
In Gelderland, Overijssel en Flevoland zal ook de pijn op de weg, het spoor en bij het water gevoeld worden. Door het schrappen van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) in het oosten komen er in de komende jaren onvermijdelijk problemen met het groeiend reizigers- en goederenvervoer tussen Nederland, Duitsland en overige delen van Midden- en Noord-Europa.
Niet toekomstbestendig
Door deze streep in de plannen wordt het spoor tussen bijvoorbeeld de Tweede Maasvlakte en Duitsland niet aangepast, en dus niet toekomstbestendig gemaakt. Regionaal geldt dat ook door het niet investeren in de spoorverbinding Zwolle – Wierden, terwijl het schrappen van investeringen in de N35 Wijthmen – Nijverdal en de N50 Kampen – Kampen-Zuid ook al economische schade en mobiliteitsproblemen aanrichten. Rond het goederenvervoer over water is de sluis in het Maas-Waalkanaal bij Weurt (Nijmegen) dringend toe aan modernisering, maar investeringen staan niet gepland.
Voorlopig uitgesteld
Wel gepland, maar voorlopig uitgesteld, zijn tal van verbeteringen van wegen en vaarroutes. Gelderland moet langer wachten op de aanpassingen aan de A12 (Ede-Grijsoord) en A1 (Beekbergen en veel later de gehele A1-zone), terwijl Overijssel nog 3 jaar extra moet wachten op de verbetering van de N35 Zwolle – Wijthmen. Op het water worden diverse projecten jaren vooruitgeschoven. De ligplaatsen tussen Amsterdam en Lemmer komen pas gereed in 2027, terwijl vier jaar eerder noodzakelijk was. De ligplaatsen aan de IJssel krijgen ook te maken met drie jaar uitstel, terwijl de bovenloop van deze rivier niet in 2021, maar ook pas drie jaar later wordt aangepakt. De toekomstvisie Waal kan op vier jaar vertraging rekenen en in Overijssel worden de Twentekanalen pas drie jaar later verruimd, zonder de noodzakelijke verbetering van de bruggen over deze waterverbindingen.
Het Noorden
Ook Groningen, Friesland en Drenthe is er vertraging en afstel rond infrastructuur. Zo is de oude zeesluis bij Delfzijl veel te klein voor moderne schepen, terwijl onderhoud aan de al even oude sluis bij Lemmer eveneens urgent is. Internationale spoorverbindingen zijn ook essentieel voor het Noorden, daarom zou de railterminal bij Veendam aangesloten moeten worden op het spoornet naar Midden- en Oost-Europa, terwijl ook een snellere verbinding tussen Groningen en Bremen hard nodig is. De Rijksoverheid heeft geen plannen, noch budget voor deze elementaire verbeteringen. Hetzelfde geldt voor de verdubbeling van de N33, tussen Eemshaven en Zuidbroek. Op de planning voor 2014 – 2017 stond wel het aquaduct Scharsterrijnbrug, maar deze is geschrapt vanwege bezuinigingen. De weinige verbeteringen die nog wel doorgaan, maar veel later, zijn de aanpak van de A7 Zuidelijke Ringweg in de stad Groningen (max. 2 jaar vertraging) en de verbetering van de ligplaatsen voor schepen tussen Lemmer en Delfzijl (4 jaar vertraging).
Te krap in de jas
Nederland is nu bezig om heel langzaam uit de crisis te komen. Dat betekent goed nieuws voor velen, maar iedereen weet ook dat er dan weer meer mensen dagelijks via het spoor en de weg reizen. En onze drukke waterwegen worden straks nog intensiever bevaren. Toenemende files, bomvolle treinen en oude, te nauwe sluizen bewijzen dat we nu al erg krap in ons jasje zitten. En bij economische groei wordt er straks weer veel meer in-, door- en uitgevoerd over de grenzen. Zo verdienen we in Nederland een heel groot deel van onze boterham. Heel mooi, dan zouden we weer kunnen klimmen in de ranglijst van goed-presterende Europese economieën. Maar dat gebeurt alleen als we nu gaan investeren in ruim voldoende capaciteit van spoorverbindingen, wegen en vaarroutes. En dat niet alleen in de Randstad of dichtbij politiek Den Haag. Nee, de lijnen lopen door heel Nederland en de zwakste schakel bepaalt de kracht van het hele vervoersnet, met grote effecten voor de regio zelf.
Dus als het in de diverse provincies vastloopt, heeft heel Nederland daar last van. Om over tien, twintig jaar genoeg bewegingsvrijheid, leefbaarheid en werkgelegenheid te hebben, moet het – innovatieve – jasje nu op de groei gekocht worden!
Auteur: Richard Mulder, Bouwend Nederland