Utrecht denkt aan verdeelring fietser
Eerste schetsplannen
Dat staat in de eerste schetsplannen voor een nieuw mobiliteitsplan voor Utrecht, aldus Mark Degenkamp van de gemeente en Christiaan Kwantes van Goudappel Coffeng in een bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk. Uitgangspunt voor de plannen is een aanpak waarbij ruimtelijke ordening en mobiliteit meer in samenhang worden bekeken. In de praktijk vertaalt dat zich in de vaststelling van verschillende stedelijke 'milieus'. Elk milieu heeft zijn mogelijkheden en beperkingen. Het A-milieu vinden we in de ruime binnenstad en de stationsomgeving. Het B-Milieu is de stad binnen de Ring, het C-milieu zien we in de buitenstad, met onder meer Leidsche Rijn. De kwaliteit van de verkeersnetwerken worden gekoppeld aan deze milieus. In het A-milieu bepalen voetganger en fietser maat en snelheid. Auto en openbaar vervoer zijn er te gast. Er is geen straatparkeren, wel zijn er shared spaces. Er wordt maximaal inzetten op de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte. In het B-milieu moeten voetganger, fiets, openbaar vervoer en auto de beschikbare openbare ruimte delen. In het C-milieu vinden we gescheiden hoofdstructuren en P+R en P+Bikevoorzieningen.
Groeiende rol fiets
Bij het realiseren van een aantrekkelijke openbare ruimte heeft de fiets een grote rol. De fiets heeft vooral in het B-milieu een belangrijk aandeel in de modal split. Met de opkomst van de elektrische fiets nemen echter ook de mogelijkheden in het C-milieu toe. Het fietsverkeer beschikt daarom straks over meerdere hoogwaardige doorfietsroutes, op radialen naar de binnenstad, maar ook van woongebieden in stad en regio naar andere economische kerngebieden en naar belangrijke vervoersknooppunten. De groeiende rol van de fiets leidt echter ook tot opgaven, aldus Degenkamp en Kwantes. 'Fietsfiles zijn op de Utrechtse binnenstadsas en bij het stationsgebied geen zeldzaamheid. Spreiding is dus gewenst. En de kwaliteit van de openbare ruimte ervaart de druk van het fietsparkeren. Om dit te bereiken wordt de singel om de binnenstad dé verdeelring voor doorgaande fietsers.' De binnenstadsstraatjes binnen de singel (A-milieu) zijn vooral bedoeld voor fietsers met bestemmingen in de binnenstad zelf. Hierdoor hoeven in het A-milieu geen brede ‘fietssnelwegen’ te komen.
Bron: Fietsberaad