Vervanging infrastructuur: "Laten we hopen dat er geen ramp nodig is…"

maandag 18 april 2016
timer 4 min
Welke impact hebben connected, coöperatieve en zelfrijdende auto's op het ontwerp, beheer en onderhoud van het wegennet, nu en in de nabije toekomst? Op 8 april tijdens de Intertraffic verkenden wegbeheerders en verkeersdeskundigen in vier Talks kansen en uitdagingen. De derde Talk ging over het vervangingsvraagstuk.

Lindy Molenkamp, hoofd Eenheid Wegen en Water van de provincie Overijssel, en Marcel Hertogh, hoogleraar Infrastructuur aan de TU Delft, gingen in gesprek over het slim vervangen van de infrastructuur. Paul Waarts, voorzitter Infra Innovatie Netwerk en senior beleidsadviseur provincie Noord-Holland, leidde deze Talk.

 

Innovatie en samenwerken

Er komt een vervangingsgolf op ons af van wegen, bruggen, sluizen en kunstwerken die massaal in de jaren ‘60 zijn aangelegd en nu het eind van hun levensduur naderen. Hiervoor is door het rijk, provincies en gemeenten onvoldoende geld gereserveerd. Of, zoals Molenkamp zegt: ‘We hebben geteerd op de toekomst.’ Hoe dan om te gaan met deze uitdaging?

 

‘Innovatie’, antwoordt Marcel Hertogh. ‘En slim samenwerken’, voegt Molenkamp toe. ‘Samenwerken met overheden, ondernemingen, onderwijs en onderzoek. Daarnaast kan technologie helpen. Om het plat te zeggen: systemen kunnen aangeven wanneer een brug bezwijkt. Ook kunnen auto’s aangeven wanneer zij trillingen voelen vanwege het wegdek en kunstwerken kunnen signalen afgeven bij schade of verval. Met samenwerken en meer kennis van de assets, kunnen we de vervanging effectief verspreiden over de tijd.’

 

Winst boeken

‘Door samen te werken met meerdere partijen en disciplines, kunnen we niet alleen over langere trajecten werk met werk maken, maar ook budgetten en kennis delen. En ja, dat kan soms hier en daar tot ook kapitaalvernietiging betekenen, maar overall zul je er winst mee boeken’, aldus Molenkamp. 

 

Hertogh: ‘Je kunt deze vervangingsopgave ook aangrijpen om te leren hoe het goedkoper en betrouwbaarder kan. En denk ook aan het combineren van weg- en waterwerken. Misschien kunnen we er zelfs een exportproduct van maken. In Duitsland is bijvoorbeeld al tolheffing ingevoerd om de vervanging van kunstwerken te bekostigen. Er is dus zeker behoefte aan slimme oplossingen. Zo studeren we bijvoorbeeld samen met de TU/e op de ontwikkeling van een modulaire sluis op basis van de functionaliteiten over een langer traject. Wat kunnen we leren van zo’n ‘treintje’ van sluizen?’

 

Nieuwe mobiliteit

Naast de wetenschap dat delen van de infrastructuur aan vervanging toe zijn, ziet iedereen dat de mobiliteit verandert, kijk alleen maar naar het e-bikegebruik en het recent geteste truck-platooning. Welke impact heeft dat op de functionele eisen aan je vervangingsplan?, vraagt Waarts. Molenkamp: ‘Dit biedt natuurlijk kansen: wil je die weg terug hebben? Of kun je rijstroken aanpassen? Misschien moet je ook niet meer bouwen voor 100 jaar maar voor 20 jaar, adaptief bouwen.’ Hertogh: ‘Als je gaat vervangen, moet je vooral ook kijken welke kunstwerken je op niveau wilt brengen voor zwaar, en platooning verkeer. Dus welke wel en welke niet.’ 

 

Financiering

Molenkamp: ‘We hebben intussen een aardig overzicht van wat nodig is in Overijssel, maar de Rekenkamer Oost-Nederland heeft tegelijkertijd voorgerekend dat de provincie de financiering niet op de plank heeft liggen. Dus kijken we heel goed naar: kan iets weg, is aanpassing mogelijk, is functieverlaging mogelijk en (wanneer) moet er vervangen worden.’

 

Systeemsprong

Hertogh: ‘We moeten veel vroeger kijken naar de toekomstige infrastructuur over grotere netwerken. Zo liggen er bijvoorbeeld zeven sluizen op het vaartraject Maastricht-Den Bosch. Hebben we in de toekomst nog steeds zeven sluizen nodig? Of kan het met een minder? En kan de rivier ons ook iets opleveren, bijvoorbeeld energie? Kunnen we misschien een systeemsprong maken door met andere partijen in aanraking te komen? Dat sluit ook aan bij de nieuwe Marktvisie van Rijkswaterstaat. We wachten vaak veel te lang. Dus kijk vroegtijdig naar je systeem en spreek vroegtijdig met overheden, ondernemingen, onderwijs en onderzoek.’

 

Molenkamp beaamt dit: ‘Vervanging is buitengewoon complex. Dit vraagstuk is ook veel te groot voor één partij, en een bestuurder heeft vaak maar vier tot acht jaar tot zijn beschikking. Daarom zouden we veel vaker bijeen moeten zitten en ons moeten afvragen: wat bindt ons? Vervanging is zo’n onderwerp.’

 

Ramp

‘Ik ben er niet gerust op’, eindigt Molenkamp. ‘Ik heb veel vertrouwen in de afzonderlijk O’s, maar nog niet in de samenwerking. Ook Hertogh onderstreept de urgentie. ‘Laten we hopen dat er niet een ramp nodig is om in actie te komen, want vooralsnog zijn we te traag en wachten we te lang.’ 

Paul Waarts, Lindy Molenkamp en Marcel Hertogh in het Smart Mobility Theater tijdens Intertraffic Amsterdam