“Wegbeheerders, kom snel samen in actie”

woensdag 31 mei 2017
timer 4 min
Als het gaat om smart mobility is de spreekwoordelijke 'stip aan de horizon' nog vaag, maar desondanks moeten wegbeheerders in actie komen. Niet alleen omdat de ontwikkelingen snel gaan, maar ook omdat het verstandig is om nú plannen te maken met de gemeenteraadsverkiezingen op komst.

Dat is een van de belangrijkste aansporingen die te horen viel op de WOW-bijeenkomst (Wegbeheerders Ontmoeten Wegbeheerders) in Rotterdam, de tweede in een serie van acht over smart mobility en de gevolgen daarvan. De centrale vraag voor de wegbeheerders is: hoe houden we grip op de wereld van smart mobility, terwijl veel ontwikkelingen op dat gebied buiten Nederland plaatsvinden.

 

Voor die grip is het van belang om op de hoogte te blijven van die ontwikkelingen, aldus Antoine de Kort. De strategisch adviseur verkeersmanagement bij Rijkswaterstaat ziet in de ontwikkeling van smart mobility drie sporen: connected, coöperatief en automatisch. Connected bestaat al: via internet staat praktisch alles met elkaar in verbinding en worden diensten aan consumenten verleend. Coöperatief wil zeggen dat voertuigen onderling informatie uitwisselen. In 2019 komen de eerste auto’s met ‘kastjes’ voor dergelijke communicatie op de markt. Het derde spoor is automatisch, oftewel de robotisering van de voertuigen die, indien nodig, automatisch de snelheid aanpassen. Dat gaat van Tesla’s die steeds zelfstandiger rijden – nu kunnen ze al ‘zonder handen’ op de snelweg, over een paar jaar lukt dat ook in de stad – tot WEpods die nu al met beperkte snelheid helemaal zelfstandig kunnen rijden.

Beslissende jaren

De Kort voorziet dat de komende vijf jaar beslissend zijn, omdat dan wordt gekozen voor de uiteindelijke systemen. Keerzijde daarvan is dat het de komende vijf jaar misschien wel slechter met de verkeersveiligheid gesteld is dan nu. De automatische voertuigen die op de weg verschijnen vertonen wellicht ander rij- en remgedrag dan ‘normale’ bestuurders verwachten.

 

De wegbeheerders zullen zich enerzijds door het installeren van nieuwe technologie voorbereiden op een automatische toekomst, terwijl tegelijkertijd de bestaande bebording en signalering nog geruime tijd blijven bestaan. De Kort: “Bij het huidige vervangingsniveau van zo’n zeven procent per jaar, duurt het veertien tot vijftien jaar voor het hele wagenpark in meer of mindere mate geautomatiseerd is. De komende jaren zijn de wegbeheerders daardoor extra duur uit”.

 

Toch is er niet aan te ontkomen dat wegbeheerders zelfs nu al aan de bak moeten. Er volgen meer pilots die meer kennis opleveren, waarmee wegbeheerders weten waarin ze moeten investeren en hoe ze dit organisatorisch kunnen aanpakken: er is andere kennis voor nodig dan nu in huis is. Ze zullen ook duidelijk moeten maken hoe ze de (wettelijk opgelegde) publieke belangen borgen: veiligheid, maar ook privacy speelt een grote rol.

Onzekerheden

Andere kennis is ook nodig om inzicht te krijgen in het gedrag van de weggebruiker, waarschuwt Matthijs Dicke, verkeerspsycholoog bij Goudappel Coffeng. Voor de traditioneel technisch georiënteerde wegbeheerders is dat wel ‘een dingetje’. Als voorbeeld noemt hij de toename van de informatie op schermen in de auto, in plaats van op borden langs de weg. Automobilisten moeten die informatie goed verwerken, anders wordt de rijtaak juist zwaarder in plaats van lichter. Dat betekent dat wegbeheerders rekening dienen te houden met de manier waarop mensen informatie verwerken.

 

Veel gedrag is bovendien onvoorspelbaar: vinden mensen het minder erg om in de file te staan in een automatische auto, omdat ze toch iets anders kunnen doen? Verkeerspsycholoog Dicke voorziet dat veel mensen helemaal niet zo’n behoefte hebben aan een totale efficiencyslag tot level 5, maar automatisering op bijvoorbeeld level 3 voldoende vinden. Het is de vraag of de doorstroming inderdaad zo sterk verbetert als wordt beloofd. Misschien neemt de wegcapaciteit juist af doordat die level 3-voertuigen onderling meer afstand houden dan veel bestuurders nu doen. En als we uiteindelijk toch level 5 bereiken, leidt dat misschien tot meer voertuigen op de weg – en congestie – omdat meer mensen kiezen voor deur-tot-deurvervoer en de trein links laten liggen. Dicke: “Het is allemaal nog onvoorspelbaar, het wordt vooral anders.”

No regret

Ondanks die vage ‘stip aan de horizon’, is het voor de wegbeheerders verstandiger te kijken naar de komende vijf jaar en na te denken over de ‘no regret’-maatregelen die ze kunnen nemen. Snel handelen is geboden vanwege de technische ontwikkelingen, maar ook omdat er voor geld nodig is. Antoine de Kort: “Alleen met een goed plan kun je voorkomen dat al het geld naar andere domeinen gaat. Maak als wegbeheerders dus nu op regionaal niveau een gezamenlijk plan, dan sta je sterker tegenover de politiek met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht.”

Dit artikel is geschreven door Maurits van den Toorn en is verschenen in Verkeer in Beeld 2/2017.

Hoe houden wegbeheerders grip op de wereld van smart mobility? Deze centrale vraag wordt tijdens een serie wegbeheerdersbijeenkomsten samen besproken.