Blog: 'Het zijn maar richtlijnen'
Richtlijnen voor wegbeheerders
De ene regel is de andere niet, sommige regels hebben een hogere status dan andere. Wetten en verordeningen kunnen bijvoorbeeld niet straffeloos overtreden worden, die zijn vastgesteld door een orgaan dat daartoe bevoegd is volgens formele wetgeving. Andere regels hebben niet die status, maar geven aan hoe men zich kan gedragen om binnen de wettelijke regels te blijven. Een voorbeeld vormen de CROW-richtlijnen die aangeven hoe men zich als wegbeheerder kan gedragen om aan de wettelijk vastgelegde zorgplicht te voldoen. Die richtlijnen zijn niet bindend, zoals Roeland de Korte onlangs nog eens duidelijk maakte, de wettelijk vastgelegde zorgplicht is uiteraard wel bindend. Als een wegbeheerder een betere manier weet om aan de wettelijk vastgelegde zorgplicht te voldoen dan door het volgen van CROW-richtlijnen, moet hij die betere manier volgen. Rechters zijn daar heel duidelijk in.
Beter weten
Als je het als wegbeheerder dus beter denkt te weten, dan dwingt de zorgplicht je om af te wijken van de CROW-richtlijnen. Dat komt niet vaak voor, de meeste wegbeheerders gaan ervanuit dat de CROW-richtlijnen de beste handvatten geven voor de dagelijkse praktijk. En, eerlijk is eerlijk, dat doen ze doorgaans ook. Wegbeheerders eisen ook van de door hen ingehuurde bedrijven dat zij werken volgens de richtlijnen. Afwijken van de richtlijnen kan leiden tot uitsluiting bij een aanbesteding of tot een boete bij de uitvoering van het werk. Maar dat is dus eigenlijk niet de bedoeling. Het gaat om de zorgplicht van de wegbeheerder, richtlijnen zijn slechts een middel. Wanneer de situatie daarom vraagt moeten door de wegbeheerder ingehuurde bedrijven doen wat nodig is.
Uit de doos denken
Nu is het bepaald niet altijd nodig om van richtlijnen af te wijken, ook binnen het stramien van richtlijnen bestaat vaak veel ruimte (bandbreedte) voor maatwerk. Neem de vaak creatieve oplossingen die vorig decennium in de demonstratieprojecten Duurzaam Veilig in de Kop van Overijssel en in West-Zeeuws-Vlaanderen zijn toegepast om de verkeersveiligheid te verhogen. Of nog creatiever: shared space. Er is in dit land in het verleden behoorlijk ‘out of the box’ gedacht als het ging om de inrichting van de weg. Over het algemeen houden wegbeheerders echter vast aan oplossingen die ze al kennen. Bedrijven die voor hen werken, krijgen maar weinig ruimte om betere oplossingen uit te proberen. En dat terwijl er zoveel kennis via scholen en universiteiten het werkveld instroomt en er zoveel ervaring is met allerhande creatieve oplossingen. Misschien moet er eens een handleiding komen die uitlegt hoe en wanneer je richtlijnen toepast, een soort bijsluiter die wijst op de bijwerkingen.
Blijf nadenken!
Zullen we in 2016 eens met elkaar afspreken dat we wat minder vasthouden aan regels en richtlijnen en weer wat meer gaan kijken naar wat er echt nodig is?
Literatuur- en jurisprudentie-suggesties
Jurisprudentie:
• ABRvS, 18 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:814, r.o. 9.3.
• Rb Limburg, 10 februari 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:1179, r.o. 3.5.
• Rb Rotterdam, 21 juli 2011, ECLI:NL:RBROT:2011:BU9562, r.o. 5.3.
• Gerechtshof Amsterdam, 9 oktober 2010, ECLI:NL:GHAMS:2010:BR2395, r.o. 3.12, niet gepubliceerd.