In 1964 introduceerde de televisieserie Star Trek de ‘communicator’, een draagbaar apparaatje waarmee mensen overal met elkaar konden praten. Superhandig in een sciencefictionserie. En destijds pure fictie, want mobiele telefoons en vergelijkbare apparaten moesten nog uitgevonden worden. Daarbij, wie zou zo’n apparaat willen hebben en de hele dag bereikbaar willen zijn? Nog geen tien jaar later werd de eerste mobiele telefoon gepresenteerd. Het voorspellen van de toekomst is gewoon lastig. De huidige smartphone (met eindeloos veel meer functies dan de Star Trek communicator) hadden we in 1960, of zelfs in 1980 niet eens kunnen bedenken. Nu is dit apparaat niet meer weg te denken.
Mobiliteit in de toekomst: sciencefiction of realiteit?
Hoe zit het eigenlijk met de toekomst van mobiliteit? Zouden we die met enige zekerheid kunnen voorspellen? In september 2023 hadden we bij Technolution een groep Amerikaanse verkeerskundigen op bezoek. De toekomst van mobiliteit was één van de thema’s. Hoe zou de mobiliteit zich de komende 20 jaar ontwikkelen en waar moeten steden en regio’s rekening mee houden? Best een moeilijke vraag, want de ontwikkelingen gaan razendsnel. Het perspectief verschuift waar je bij staat.
Om deze vraag handen en voeten te geven, heb ik gekeken naar voorspellingen uit het verleden. Hoe nauwkeurig waren die? Wat waren bijvoorbeeld in 1980 de verwachtingen voor mobiliteit in het jaar 2000? Men dacht toen dat brandstofzuinige auto’s in 2000 de standaard zouden zijn, dat we carpooling heel gewoon zouden vinden, dat de eerste elektrische auto’s zouden rondrijden en dat we meer reizen met de fiets zouden maken. Veel van die verwachtingen zijn in 2000 eigenlijk best goed uit de verf gekomen. Denk aan de hogere Euro-klassen van motoren, of de voorzichtige opkomst van elektrische voertuigen.
Fast-forward naar 2000. Wat was in dat jaar de inschatting over mobiliteit in 2020? In 2020 zouden we volgens de experts van 2000 vooral rijden in elektrische auto’s. Die auto’s zouden allemaal verbonden zijn, data uitwisselen en deels autonoom rijden. Daarnaast verwachtte men dat thuiswerken in 2020 een vlucht zou nemen dankzij de verbeterde communicatiemogelijkheden. Opnieuw moeten we vaststellen dat die voorspellingen niet ver bezijden de werkelijkheid waren.
Laat ik me dan nu eens wagen aan een voorspelling voor 2040. Ik verwacht dat we in 2040 veel meer autonome auto’s zullen zien. Daarbij baseer ik me op de grote vlucht die AI de afgelopen jaren genomen heeft, en de eerste experimenten met volledig autonome taxi’s in San Francisco. Verder denk ik dat elektrische voertuigen de bestaande benzine- en dieselvoertuigen grotendeels vervangen hebben. Met de inbreiding van steden zal ook de droom van mobility-as-a-service realiteit worden. Autobezit neemt af. We gaan voor de comfortabelste reis van A naar B, ondersteund door apps, dagelijkse patronen en weer die AI.
Dé gedroomde mobiliteitsutopie is natuurlijk de teleporter uit Star Trek. “Beam me up, Scotty!” 2040 lijkt me daar een beetje te vroeg voor, maar wie weet wat de toekomst brengt.