"Voor elke geïnvesteerde euro komt echt 2,5 euro terug”

maandag 29 juni 2020

Ploegleider Anita Stienstra en procesmanager Birgit Cannegieter over hun thema ‘Hoogwaardig Fietsnetwerk’. Wat speelt daar en hoe is de aanpak georganiseerd?

Door Nettie Bakker

Deze ploeg onder leiding van Anita Stienstra in samenwerking met Birgit Cannegieter vliegt het thema ‘Hoogwaardig Fietsnetwerk’ aan vanuit tien concrete activiteiten met energieke trekkers per actiegroep. Overkoepelend volgt een kernteam de activiteiten per actiegroep. Zo wordt gewerkt aan: een gebruikersonderzoek fietsroutes en tellingen; communicatie en wayfinding hoogwaardig fietsnetwerk; Inspiratiegids voor circulaire fietspaden, markering van (snelle) fietsroutes, het inzetten van een MKBA-fiets, voortgang uitvoering van hoogwaardige fietsroutes, effectiviteit van hoogwaardige fietsroutes, bicycle oriented development, eenvoudig vergunning aanvragen en dimensionering van recreatieve routes.

Volwassen worden

“De kracht van ‘Hoogwaardig Fietsnetwerk’ zit in de organisatie, zegt Cannegieter. In het ‘dedicated Kernteam’ werken twaalf provincies, de vervoerregio’s, Rijkswaterstaat, het ministerie van IenW, belangenorganisaties en kennisinstellingen samen aan handvatten om in de eigen praktijk mee aan de slag te gaan. Er zit energie in deze aanpak, ervaren de ploegleider en haar procesmanager. “We hebben vijf keer per jaar een overkoepelend kermteamoverleg met alle partners die bezig zijn met dit onderwerp. Zo werken we aan het volwassen worden van het thema en zoeken ook daarbuiten steeds meer de samenwerking” Stienstra geeft een voorbeeld: “We komen tot dingen die zonder de Tour de Force niet tot stand waren gekomen zoals een kaartbeeld van alle Hoogwaardige fietsroutes en een, wetenschappelijk onderbouwde aanpak om de effectiviteit van routes en daarmee de investeringen te meten. Dit doen we in samenwerking met de Radboud Universiteit en BUAS. Maar ook bel ik makkelijker met mijn evenknie bij een andere provincie om te vragen hoe ze dingen aanpakken.”

Uitvoeringsplan

“Het werkt”, stelt Stienstra, “want ons netwerk waarmee we actief samenwerken wordt steeds groter”. Cannegieter: “Wat de bijeenkomsten extra interessant maakt, is het open toegankelijke kenniscafé dat we voorafgaand aan de kernteambijeenkomsten organiseren. Van hieruit hebben we gezamenlijk de projecten en tien actiepunten in ons uitvoeringsplan opgesteld. Dit is naar behoefte van de leden van het kernteam en doen we door praktijk en onderzoek te combineren. Zo pakken we de belangrijkste opgaven en knelpunten over de hele breedte van beleid aan én dragen we bij aan de vraagstukken en opgaven van morgen, waaronder de ambitie van de Tour de Force: 20 procent meer fietskilometers in 2027 ten opzichte van 2017.”

Kaartbeeld

Uniformering van meetmethoden is een vraagstuk bij uitstek. Dat gaat zowel over kwantitatieve, als kwalitatieve meetgegevens. Stienstra: “Als we daar  overeenstemming en een uniforme werkwijze voor hebben, kunnen we landsbrede uitspraken doen over wat hoogwaardige fietsroutes opleveren. Uniformiteit is ook belangrijk als het gaat om communicatie over het netwerk zelf. In verschillende delen van het land hebben routes andere namen. We hebben afgesproken te spreken over Hoogwaardig Fietsnetwerk, over het topsegment van de routes die we kennen.” Uniformiteit gaat ook over comfort van de route en daarmee over markering en wayfinding. Sinds 2019 publiceert het kernteam een overzicht van het Hoogwaardig Fietsnetwerk in een kaartbeeld: hierop zijn routes te zien die gerealiseerd zijn, routes die nu gerealiseerd worden en routes waarvoor de planvorming is gestart of die hoog op de (wensen)lijst staan.

Invloedsgebied

Recent is het beeld voor 2020 opgeleverd (zie kaartbeeld). Cannegieter: “Je ziet dat het geen doorlopend netwerk van routes is, maar dat ze- als uitgegaan wordt van invloedsgebieden van 25 kilometer die goed te overbruggen zijn met elektrische fiets of speed-pedelecs – alle stedelijke regio’s en een groot deel daarbuiten bedienen.” Met de nieuwe bereikcirkels van 25 kilometer biedt dit netwerk in theorie aan een nóg grotere groep een alternatief voor de auto - en sinds de coronacrisis ook voor het ov. “Hier ligt nog een enorm potentieel” zegt Stienstra, want nog steeds kiest een ruime meerderheid (60 procent) tot een afstand van 15 km voor de auto. Maar wil je dit potentieel de ruimte geven, dan vraagt dit ook iets van je netwerk, van de breedte van de fietspaden, bijvoorbeeld. Zeker met de anderhalvemetersamenleving in het achterhoofd.”

Voortouw

Binnen de genoemde samenwerking nemen bepaalde partijen het voortouw om een specifiek onderdeel uit te werken. Zo is Noord-Brabant in de lead voor uniforme wayfinding (samenwerking EU-project CHIPS en de Nationale bewegwijzeringsdienst Nbd) en wordt afstemming met de provincies en vervoerregio’s georganiseerd binnen Tour de Force-verband om te komen tot een gedragen concept. Het resultaat – met nummers en kleuren per route – wordt  op 3 september  gepresenteerd tijdens het Nationaal Fietscongres (www.nationaalfietscongres.nl).

-
Anita Stienstra, ploegleider
“Hoogwaardig Fietsnetwerk’
en coördinator fiets, provincie Gelderland.

Samen met de provincie Utrecht en het CROW wordt gewerkt aan een richtlijn voor markeringen en aan een inspiratieboek voor circulaire producten rond het fietspad. Hiervoor wordt een inspiratiewebinar voorbereid, zodat overheden kennis kunnen maken met producten.

De provincie Gelderland loopt voorop in het samen met de Radboud Universiteit en BUAS, inzichtelijk maken van het gebruik van de routes. Stienstra: “Hiermee onderbouwen we het maatschappelijk rendement van routes en werken we aan gedegen input voor de MKBA(-fiets). Het instrumentarium voor het meten van fietsgebruik is veel minder ontwikkeld dan voor auto of ov.”

Opschalen

Stienstra vervolgt: “Binnen de Tour de Force schalen we nieuwe kennis en ervaringen landsbreed op. We kijken vanuit de  werkgroepjes per actie welke informatie rijp genoeg is om te delen en op te schalen.” En, vergeet niet, benadrukt Stienstra: “Een hoogwaardig netwerk is niet een nieuw netwerk, maar veel meer het uniform opwaarderen van delen van bestaande routes.” Daarnaast is het netwerk niet alleen gericht op utilitair gebruik, maar ook op recreatief gebruik, voor gezondheid, beweging, of een ommetje op de fiets.”

Dat brengt Cannegieter op een recent rapport van de Rekenkamer dat zich misschien wat eenzijdig richt op het percentage mensen dat voor utilitaire motieven uit de auto op de fiets stapt. “Je moet het gebruik breder trekken en dan leveren de 14 routes die we met geld uit de ‘Impuls Fiets’ in álle provincies en vervoerregio’s realiseren veel op” En, weet Stienstra: “Deze routes tonen jaren na oplevering nog steeds groeicijfers. Voor elke geïnvesteerde euro, komt echt 2,5 euro terug.”


Wilt u dat de fiets in een hogere versnelling komt? Bezoek dan het Nationaal Fietscongres dat dit jaar online gevierd wordt op 3 september en 19 november. Alle informatie over het programma en aanmelden vindt u op www.nationaalfietscongres.nl