GNMI, het gemeentelijk netwerk voor mobiliteit en infrastructuur, vraagt haar leden hoe het ervoor staat met deelmobiliteit in hun gemeente. Welke kansen en uitdagingen liggen er in de gemeente en hoe speelt deze hierop in? In deze aflevering: Ron Bos werkzaam bij de gemeente ’s-Hertogenbosch.
Deelmobiliteit als bouwsteen voor de mobiliteitstransitie
"In 2020 presenteerde de gemeente ’s-Hertogenbosch het actieplan duurzame mobiliteit. Daarin noemt de gemeente deze ambitie als het gaat over deelmobiliteit: 'Deelmobiliteit (deelfiets, deelauto, openbaar vervoer) is een integraal en volwaardig onderdeel in het totale mobiliteitssysteem van ’s-Hertogenbosch en voor iedere Bosschenaar een volwaardige duurzame optie in de dagelijkse verplaatsingskeuzes.'
"Als gemeente hebben we onze werkwijze en beleid hiertoe op orde en faciliteren we deelmobiliteit-initiatieven die passen binnen ons beleid, een positieve use-case (sociaal nuttig) hebben, die economisch rendabel zijn (businesscase) en klimaatneutraal (zero-emissie) zijn. We zijn in de uitrol en opschaling volgend op marktontwikkelingen en de vraag vanuit de samenleving.”
“Deelmobiliteit vormt een bouwsteen in de mobiliteitstransitie naar duurzame mobiliteit. Met name in en om de Bossche binnenstad, maar ook in de wijken daarbuiten. Daarnaast zal deelmobiliteit een factor zijn om de verstedelijkingsopgaven mee te helpen verwezenlijken. Zo hebben we al normen voor deelauto’s gekoppeld aan de parkeernormen.”
Stallen in de openbare ruimte
“Het stallen van met name deelscooters in de openbare ruimte is een blijvend punt van aandacht, ondanks dat we hier al maatregelen in hebben genomen. Daarnaast is vooral de opscaling van autodelen een knelpunt; hoe kom je van ene nichemarkt naar mainstream? Dat is vooral een businessopgave.”
Voorkomen en voorlichten
“We hebben allereerst ingezet op communicatie: voorkomen en voorlichten. Daarnaast hebben we een betere klachtenafhandelingsprocedure ingezet om de overlast te verkorten, zodat er minder lang last is van vervelende situaties. Momenteel experimenteren we met virtuele dropzones in bepaalde wijken. Dat lijkt positief te werken. Maar zoals aangegeven blijft het een aandachtspunt.”
Verschillen tussen grote en kleine gemeentes
“Het gaat mijn inziens om de businesscase: wanneer is er een tipping point om een duurzame dienstverlening neer te zetten? Dat is in middelgrote steden al een opgave, al lijkt die wel de juiste kant op te vallen. In kleine middelgrote kernen - het tussenland - is dat al een flinke opgave, op het platteland en in de dorpen al helemaal.”