Ambities oké, maar stop het tomeloze wensdenken!

dinsdag 5 februari 2019
timer 2 min
Bij het vormgeven van nieuw mobiliteitsbeleid en de consequenties voor het ruimtelijk beleid moeten beleidsmakers zich niet overgeven aan wensdenken, maar kunnen ze beter een zekere flexibiliteit inbouwen rond de parkeernorm, kijken naar meer HOV en naar een grotere rol voor mobiliteitshubs. Dat zegt Friso de Zeeuw, die van 2006 tot en met 2017 hoogleraar gebiedsontwikkeling was aan de TU Delft en nu zelfstandig adviseur, in een interview met Parkeer24 over parkeren en gebiedsontwikkeling, dat eind februari verschijnt.

Wanneer De Zeeuw kijkt naar het onderwerp parkeren en gebiedsontwikkkeling onderscheidt hij twee belangrijke ontwikkelingen, die ook op elkaar inwerken: enerzijds de vooral technologische aangedreven ontwikkelingen bij de mobiliteit en anderzijds de verstedelijking. Hij ziet dat beide groepen zich schuldig maken aan wensdenken: “Mobiliteitsmensen koppelen veel wensdenken aan de ruimtelijke ordening. Als we veel binnenstedelijk verdichten ontstaat vanzelf draagvlak voor en behoefte aan OV. Stedenbouwers daarentegen kijken vanuit de andere kant: die rekenen zich rijk met de zelfrijdende auto, omdat daardoor veel binnenstedelijke brede wegen vrijkomen voor transformatie naar groen of hoogwaardige openbare ruimte voor de burger. Ook wensdenken dus. En de optelsom van beiden leidt tot beelden die helemaal niet realiseerbaar zijn.”

 

De Zeeuw pleit voor een andere aanpak. “Kijk naar oplossingen buiten de stadsgrenzen en kijk dan naar locaties met goede OV-verbindingen of mogelijkheden voor goede OV-verbindingen. En kijk naar wat aansluit op bestaande infrastructuur. Tegelijkertijd moeten politici, zeker bij de grote steden, de auto in binnensteden een halt durven toeroepen. Iets wat links bestuurde steden als Amsterdam en Utrecht wel met erg veel enthousiasme doen.”


Wilt u geen nummer missen van Parkeer24? Abonneer u hier.