Vorig jaar lanceerden SHPV en de RDW samen de Parkeren Plus-app, omdat zij het GPK-parkeerrecht wilden digitaliseren. Dankzij deze app kunnen mensen met een beperking zorgeloos gratis parkeren op plekken waar betaald parkeren geldt. Hoe staat het er nu voor met de uitrol ervan? En welke lessen zijn er tot nu toe geleerd? Wilco van de Vosse, Project- en Accountmanager bij SHPV, vertelt over de voortgang van dit omvangrijke en unieke project.
Welke lessen heeft de uitrol van de Parkeren Plus-app tot nu toe gebracht?

Foto: Shutterstock
Aanleiding
Volgens Van de Vosse kiezen steeds meer gemeenten voor digitale handhaving, en schaffen hiervoor scanauto’s aan. “Maar de papieren GPK-kaart is niet te scannen met deze scanauto’s, waardoor er toch meer handhaving op straat nodig is. Bovendien zagen we dat de papieren versie aan anderen werd meegegeven die geen recht hierop hadden; er werd dus misbruik van gemaakt.” Nog een aanleiding was de berisping van de VN: het Nederlandse beleid voor mensen met een beperking is volgens de organisatie te versnipperd.
“In de ene gemeente is parkeren voor GPK-houders gratis, in de andere gemeente moeten zij betalen, en er zijn gemeenten waarbij de kaarthouders slechts een bepaald aantal uur gratis kunnen parkeren. Om het voor de kaarthouders zo gemakkelijk mogelijk te maken, wilden we een app maken waarmee zij eenvoudig en zorgeloos op straat kunnen parkeren, die al het beleid van de verschillende gemeenten bundelt en die het voor de gemeenten makkelijk maakt om digitale handhaving toe te passen”, aldus Van de Vosse. “Het is uniek dat gemeenten samen één app hebben, met elkaar afspraken maken over de spelregels en gezamenlijk een callcenter betalen.”
Eerste stad
Vorig jaar werd de app als eerste gelanceerd in Alphen aan den Rijn. De lancering stond eigenlijk als eerste gepland in Eindhoven, maar GPK-kaarthouders in Alphen aan den Rijn waren al gewend aan een app. “Het was daar eigenlijk een overgang van de ene app naar de andere, dus we vonden dat een logischere keuze”, vertelt hij verder. “We wisten van tevoren wel dat het een omvangrijk project zou zijn, en dat het complex zou zijn omdat we met persoonsgegevens en privacy te maken hebben. Het duurde alleen wat langer dan we van tevoren hadden verwacht om alles juridisch goed te regelen. Maar dat moet natuurlijk wel goed gebeuren.”
Geleerde lessen
De pilot in Alphen aan den Rijn heeft veel lessen gebracht. Volgens Van de Vosse was de grootste les dat het Informatiepunt Digitale Overheid een belangrijke schakel in de uitrol van de app is geweest. Een dergelijk informatiepunt is vaak gevestigd in een lokale bibliotheek. “Het werken met DigiD bleek voor best een grote groep mensen een lastige hobbel. Sommigen gebruiken bijvoorbeeld oudere modellen mobiele telefoons, waar dan de DigiD-app niet goed op functioneert. En dan helpt het als er in de buurt een balie of een punt is met mensen die met je meedenken”, aldus Van de Vosse. “Het implementeren van een app is vooral een communicatie-uitdaging, waarbij we zagen dat een handleiding voor de app, uitleg van een Informatiepunt Digitale Overheid en begeleiding en hulp via een callcenter essentieel waren – een soort drietrapsraket. Want er is een deel van de groep die gewoon niet digitaal vaardig genoeg is, en die wil niet aan zo’n app.”
Wat betreft de app zelf is voor de passagierskaart een wachttijd ingebouwd. Passagiers mogen volgens Van de Vosse namelijk drie voorkeurskentekens opgeven met wie zij meerijden. “Om te voorkomen dat heel veel vrienden en kennissen in bepaalde steden gebruik gaan maken van deze vorm van gratis parkeren, hebben we een wachttijd van drie dagen ingebouwd. Dit lijkt gebruikersonvriendelijk. Maar we willen het iets minder aantrekkelijk maken dat mensen zich vanaf de bank kunnen aanmelden met een kenteken om gratis te kunnen parkeren.”
“We hadden er van tevoren al onderzoek naar gedaan, maar de GPK-kaarthouders zijn geen uniforme groep. Dat maakt het ingewikkeld”, gaat hij verder. Het beleid van veel gemeenten is ook niet uniform. Gemeenten moeten bovendien akkoord gaan met de spelregels die zijn bedacht voor de app. “Vaak gaat niet alleen de gemeente over, maar ook de hele regio om een stad. Welke besluiten moeten er genomen worden? Wat is er nodig, zodat een kaarthouder ook in een andere stad kan parkeren? Wat betreft communicatie is dat voor ons een monsterklus.” Volgens hem is er zeker nog wel een periode van twee jaar nodig om de app landelijk uit te rollen.
Iedereen toch aan de app
Op 10 februari is Eindhoven als tweede aan de beurt, met zo’n 3000 kaarthouders. Voor straatparkeren gaan dan alle GPK-houders in de stad de app gebruiken. Voor de algemene gehandicaptenparkeerplekken blijft de papieren kaart nog wel nodig, want die plekken zijn uitgesloten van de app. Eindhoven heeft meerdere scanauto’s gekocht, en wil dus graag inzetten op digitaal. “Daar is nog niet eerder digitaal gewerkt, dus dat wordt een spannend moment. We zijn benieuwd welke inzichten dit ons gaat geven. Want 3000 kaarthouders erbij is veel. De vraag is onder andere of we dan een veel te grote toeloop krijgen naar het Informatiepunt Digitale Overheid en het callcenter”, aldus Van de Vosse. Vanaf mei wordt de app gefaseerd verder uitgerold in een aantal andere gemeenten. In totaal zijn er zo’n dertig gemeenten die hebben meebetaald aan de ontwikkeling ervan. “Gelukkig sluiten steeds meer gemeenten aan.”
Meer weten?
SHPV is een van de partners van het Nationaal Congres Parkeren & Mobiliteit op 27 maart in Schiedam. Tijdens het congres geeft Van de Vosse een presentatie over dit onderwerp. Kijk voor meer informatie op www.parkerenenmobiliteit.nl/