Amsterdam wil meer ruimte voor voetganger en fietser
Daarnaast worden de straten autoluwer gemaakt, fietspaden verbreed en verkeerslichten beter afgesteld. Dat staat in de Uitvoeringsagenda Mobiliteit van de gemeente.
In Amsterdam zijn er dagelijks ruim 1,1 miljoen verplaatsingen per fiets of lopend, komen en gaan er circa 350.000 mensen op treinstations en zijn er ruim 400.000 autobewegingen.
Fietsers, voetgangers, trams, bussen en auto’s zitten elkaar steeds vaker in de weg en de druk op de schaarse openbare ruimte in het centrumgebied is groot. De fietsers merken dat onder andere aan overvolle fietspaden en lange wachttijden bij verkeerslichten.
Het plusnet fiets, het netwerk met de belangrijkste fietsroutes, is in totaal zo’n 320 kilometer lang. Op circa 40 kilometer van het netwerk zijn de fietspaden niet breed genoeg voor het grote aantal fietsers. Of ontbreekt zelfs een fietspad waar een fietspad qua veiligheid wel gewenst is, zo constateert de gemeente.
De Uitvoeringsagenda voorziet in het verbreden van belangrijke fietspaden en de aanleg van 15 kilometer extra rood asfalt. Ook in diverse lopende projecten zoals de Rode Loper en het Leidseplein worden fietsroutes verbeterd. Verder worden plannen ontwikkeld om de drukke Weesperzijde in te richten als een fietsstraat waar de auto te gast is. De Weesperzijde wordt daarbij ingericht als een groene fiets- en wandelboulevard.
Verder wil men de wachtrijen van fietsers die kruispunten oversteken aanpakken. Door het toegenomen fietsgebruik gebeurt het steeds vaker dat niet alle fietsers in één keer het kruispunt kunnen oversteken bij groen licht. De wachtrij blokkeert in veel gevallen de kruisende stroom fietsers. Aanpassingen aan de verkeersregeling en aan de kruispuntinrichting moeten de veiligheid en doorstroming verbeteren.
Onlangs zijn de verkeerslichten bij het Weteringcircuit aangepast waardoor de fietsers sneller kunnen doorfietsen. Andere kruispunten worden binnenkort aangepast.
Daarnaast komen er meer autoluwe straten. En door de maximum snelheid in meer straten van 50 km/uur naar 30 km/uur te verlagen, waardoor (snor-)fietsers gebruik kunnen maken van de rijbaan. Op de belangrijkste fietspaden is in de spits 5 tot 10% van het verkeer een snorfiets.