Filerijders: berusting en weinig bewustzijn over negatieve impact

maandag 15 juli 2024

Foto: Shutterstock

Na twee vrijwel fileloze coronajaren sluiten we tegenwoordig weer massaal achter in de rij aan. Hoe kan dat toch, als we twee jaar lang allerlei alternatieven hebben kunnen uitproberen? En hoe erg vindt men het eigenlijk om in de file te staan? Moventem onderzocht dit en meer in Noord-Brabant en Limburg in opdracht van SmartwayZ.NL.

De hoop was dat files na corona niet echt meer zouden terugkeren. We kenden immers de voordelen van thuiswerken en videobellen, waarom zouden we nog massaal terugkeren naar kantoor? Het tegendeel is waar. De files zijn talrijker en langer dan ooit. “Dat was de aanleiding voor ons om onderzoek te doen naar wat er aan de hand is”, vertelt Michaël van Egeraat van SmartwayZ.NL.

Investeren in nieuw asfalt?

SmartwayZ.NL is een mobiliteitsprogramma voor Zuid-Nederland en gaf Moventem opdracht onderzoek te doen naar wie er in Noord-Brabant en Limburg precies in de file staat, waarom men in de file staat, hoe erg ze dat vinden en in hoeverre ze alternatieven voor de auto hebben overwogen. “De uitkomsten van het onderzoek kunnen worden gebruikt om op een andere manier naar het fileprobleem te kijken. Want moeten we al die investeringen in nieuw asfalt nog wel doen als de mensen in de file het misschien helemaal niet zo erg vinden om daar te staan?”, vertelt Maarten van Setten van Moventem, die samen met Carien Ensing het onderzoek uitvoerde.

Uiteraard hebben files nog meer negatieve gevolgen dan alleen tijdsverlies voor een individu. Dit is echter niet waar het onderzoek zich op heeft gericht. “Het gaat om mensen die minstens één keer per maand met een personenauto in de file staan”, stelt Carien Ensing. Voor het begrip file baseert Moventem zich op de definitie die het KiM bij een eerder onderzoek naar de filerijder heeft vastgesteld: een situatie waarbij je gemiddeld niet sneller kunt rijden dan 25 km/uur, en daarnaast af en toe stil staat gedurende minstens 10 minuten. Het onderzoek van het KiM was tevens de basis voor dit nieuwe onderzoek. Van Setten: “We hebben vragen over de impact van corona toegevoegd en we richten ons in dit onderzoek alleen op Zuid-Nederland.” De situatie in die regio is namelijk anders dan elders in Nederland, weet Van Egeraat. “De modal split is in Zuid Nederland anders dan de Randstad, waar veel meer ov is en meer van de fiets gebruik wordt gemaakt.”

De vragenlijst is ingevuld door bijna 1.200 respondenten, afkomstig uit het SmartwayZ.NL reizigerspanel en een consumentenpanel. Van Egeraat: “We kunnen op basis van de uitkomsten drie verschillende groepen filerijders destilleren: de doorrijders, de terugkeerders en de nieuwelingen. De doorrijders zijn de mensen die in de coronaperiode geen ander gedrag zijn gaan vertonen, misschien omdat hun werk het niet toeliet om dat thuis te doen. De terugkeerders zijn mensen die tijdens corona niet of veel minder in de auto zaten en nu weer terug op de weg zijn. De groep nieuwelingen bestaat voor een klein deel uit mensen die tijdens corona het ov hebben ingeruild voor de auto, maar zijn vooral jongeren die voorheen nog niet op de weg zaten.”

Een tweede conclusie gaat over het verschil tussen de ochtend- en avondspits. De ochtendspits bestaat voor 86 procent uit forenzen, terwijl ze in de avondspits ‘maar’ tweederde van het totaal aantal filerijders uitmaken. “De gemiddelde file in de avondspits wordt dus voor een derde veroorzaakt door sociaal-recreatief verkeer, dat minder tijdsgebonden is”, vertelt Van Setten.

Een derde opvallende uitkomst is dat het overgrote deel van de forenzen alleen in de auto zit en dat kost natuurlijk veel ruimte. Alle initiatieven en maatregelen die het samen reizen moeten stimuleren, zijn niet succesvol gebleken, terwijl de doelgroep hiervoor erg groot is en de mogelijke impact dus ook. “Het zelf kunnen bepalen van het vertrektijdstip weegt kennelijk heel 
zwaar”, aldus Van Egeraat. “Men stelt hierbij het eigenbelang voorop, de negatieve gevolgen van deze keuze voor het collectief worden niet meegenomen.” 

Ontspanning

Daar komt nog eens bij dat lang niet iedereen het erg vindt om in de file te staan. Liefst 43 procent van de respondenten geeft aan de file als moment voor ontspanning te gebruiken. Aan de andere kant geeft 60 procent aan het erg te vinden om in de file te staan en heeft 72 procent een hekel aan de file. Een haat-liefdeverhouding dus.

Voor een groot deel van de filerijders in Zuid-Nederland is er helaas geen andere optie dan met de auto op pad te gaan. Voor 30 procent is er echter wel degelijk een alternatief. “Er is dus hoop”, vindt Van Setten. Want als deze groep uit de auto stapt, heeft dat al een enorme impact op de filedruk, zo is de gedachte. Een kans ligt wat betreft de onderzoekers bij de groep nieuwelingen in de file. Ensing: “Je krijgt eerder effect wanneer je gedrag probeert te beïnvloeden bij een grote verandering, bijvoorbeeld een eerste baan.”

Het is kortom geen sinecure om files in Zuid-Nederland te verminderen. Van Setten: “Als je het heel plat stelt is die file voor veel mensen niet zo’n heel groot probleem en de negatieve impact is onvoldoende groot om op zoek te gaan naar alternatieven. Aan de andere kant zou je misschien wel al het geld dat nu nog naar extra asfalt gaat, kunnen inzetten op gedragsverandering van de 30 procent van de filerijders die wel degelijk een alternatief heeft voor de auto. Je kunt dan een heel eind komen.