Autoverzekeraars bepalen waar schade gerepareerd wordt
Overcapaciteit
Autoverzekeraars hebben contracten afgesloten met gecertificeerde schadeherstelbedrijven om meer greep te krijgen op de kosten van reparaties. Door de afspraken kunnen ze goede deals sluiten en zijn ze dus goedkoper uit. “Er is al een tijd sprake van een overcapaciteit op de schadeherstelmarkt, waardoor de tarieven omlaag zijn gegaan. Dat is gunstig voor de verzekeraars,” aldus Rudi Buis, woordvoerder van het Verbond van Verzekeraars. Door de afspraken verkleinen de autoverzekeraars ook de kans op fraude bij taxaties van schade.
Schadesturing toegenomen
Met een beperkt- of volledig-cascoverzekering (WA+ en allrisk) hebben verzekerden recht op vergoeding bij schade aan hun eigen auto. In de meeste gevallen wordt het volledige reparatiebedrag vergoed als de klant naar het ‘juiste’ herstelbedrijf gaat. Gaat een verzekerde met de schade naar een bedrijf waarmee de verzekeraar geen contract heeft, dan moet er een veel hoger eigen risico worden betaald. Bij vier van de onderzochte autoverzekeringen krijgt de klant in zo’n geval zelfs helemaal geen vergoeding. Dit soort schadesturing komt bij 69 (88%) van de onderzochte verzekeringen voor. Bij de overige 9 (12%) maakt het niet uit naar welk herstelbedrijf een verzekerde gaat met de autoschade. Het aantal autoverzekeringen waarbij schadesturing wordt ingezet, is toegenomen. Zes jaar geleden voerde hoyhoy dit onderzoek ook uit. Destijds bleek uit het onderzoek dat bij 74% van de autoverzekeringen sprake was van schadesturing, waarvan 53% door middel van een positieve prikkel. Nu is 88% van de verzekeringen bij schade gestuurd en gebruikt nog maar 26% een positieve prikkel.