Busbrug in Zwolle kiest het luchtruim
Het kolossale bouwwerk is 1.000 ton zwaar en stalen deel is 110 meter lang. Volgens de planning genieten buspassagiers vanaf februari 2019 van een bijzonder uitzicht op 12 meter boven maaiveld.
Volgens Anker is de brug ‘echt Zwols’: het harde materiaal (beton en staal) markeert het Hanzeland, het kantorengebied achter het station waar de busbrug begint, terwijl het zachte materiaal (onder meer hout aan de onderkant) staat voor de Veerallee, het woongebied waar de brug in uitstroomt.
Bekijk hieronder het bezoek van het college van B&W aan de Spoorzone, waarin wethouder Anker ook aan het woord kwam.
Verschuiven
“Zo’n lange brug met een S-kromming op deze hoogte plaatsen, dat is uniek. En ook een beetje spannend”, erkent gemeentelijk projectleider Toon van Beek tijdens de presentatie. Het beton en staal mag tijdens de plaatsing namelijk niet verschuiven. Twee SPMT’s, speciale transportwagens, vervoeren de constructie. Gewichten houden de brug tijdens het vervoeren op z’n plek. Door een overspanning van 110 meter met een overhangend deel van 60 meter hoeft de constructie maar van één kant aangevoerd te worden en wordt de constructie op de betonnen kolommen geplaatst aan weerskanten van het spoor.
Spoorzone Zwolle
Zwolle is het tweede spoorknooppunt van Nederland en een belangrijk ov-knooppunt voor Noordoost-Nederland, zegt Van Beek. Er komen per etmaal 1.800 stad- en streekbussen vanuit Gelderland, Overijssel en de Flevopolder samen. Daarnaast verloopt al het treinverkeer naar Noord-Nederland en de Randstad via het Zwolse spoor. Het station verwerkt per dag zo’n 60.000 reizigers.
“We kunnen de reizigers op het huidige busstation niet optimaal faciliteren. De verkeerssituatie aan de stadszijde is met name in de spits door aankomende en vertrekkende bussen druk en onoverzichtelijk ”, schetst de projectleider het huidige probleem. Daarom werken de gemeente Zwolle, provincie Overijssel, NS en ProRail sinds 2017 aan de vernieuwing van het gebied tot een comfortabele ov-knoop: Spoorzone Zwolle.
De bouw van de busbrug door BAM Infra en ProRail is de eerste zichtbare stap in een reeks van infraprojecten, die het stationsgebied van 2017 tot 2025 te wachten staat. “Het busstation aan de noordzijde wordt naar een groene omgeving aan de zuidkant verplaatst, waar meer ruimte voor de bussen is en comfortabele wachtruimte voor passagiers. Via de nieuwe busbrug blijft het nieuwe busstation met het centrum en de belangrijkste uitvalswegen verbonden”, legt Van Beek uit.
Nieuwe dienstregeling
Omdat de 1.800 stad- en streekbussen vanaf de zuidzijde van het station gaan vertrekken, veranderen ook de rijroutes in de nieuwe dienstregeling, die in Zwolle overigens in het voorjaar van 2019 ingaat.
“Vanwege de busbrug, die in februari 2019 gereed is voor gebruik, gaan we december niet redden”, verklaart de gemeentelijk projectleider. “We zijn nog in overleg met de provincie over de nieuwe rijroutes, maar dat moet voor de ingang van de nieuwe dienstregeling klaar zijn. We willen in ieder geval de omliggende straten in de routes opnemen om het stationsgebied te ontzien”. Er gaan straks dagelijks 1.200 busritten via de busbrug, de overige 600 blijven via de bestaande bustunnel rijden.
Meer ruimte
Door de verplaatsing van het busstation naar de zuidzijde, ontstaat aan de noordzijde ruimte. Daar wordt een ondergrondse fietsenstalling gebouwd, die plaats biedt aan minstens 4800 fietsen, vertelt ProRail-woordvoerder Aldert Baas. Daarnaast wordt het Stationsplein, de ruimte boven de toekomstige ondergrondse fietsenstalling, ingericht als verblijfsgebied.
De gemeente Zwolle investeert 54 miljoen euro in Spoorzone Zwolle, de provincie Overijssel 45 miljoen en het ministerie van I&W 11 miljoen euro. Voor ProRail is Zwolle een belangrijke schakel in het Spoorplan Noord-Nederland, waarin twintig projecten samenkomen en waarin ook de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel investeren.
Spooruitbreiding bij Herfte
De spooruitbreiding op het traject Zwolle-Herfte maakt onder meer deel uit van het Spoorplan Noord-Nederland, vertelt ProRail-woordvoerder Baas. Het gaat van twee naar vier sporen en krijgt een dive-under.
Het spoor zal van 30 juni tot 15 juli buiten gebruik zijn, dan starten de werkzaamheden van de spooruitbreidingsplannen. In 2021 is het hele spoortraject tot en met Herfte viersporig. “Dan kunnen treinen naar Emmen, Groningen en Leeuwarden onafhankelijk van elkaar vertrekken. Dat levert een enorme tijdswinst op”, voegt Van Beek toe.