Curling

maandag 8 juli 2024

Iedereen kent ze wel, die ouders die ieder zuchtje tegenwind voor hun kinderen willen omleiden, en altijd en overal druk bezig zijn om hobbels en obstakels uit de weg te ruimen. Curling-ouders worden ze genoemd, omdat ze net als bij die grappige sport fanatiek aan het poetsen zijn om kindlief als een curling-schijf zonder wrijving door het leven te laten gaan. Héél slecht voor de zelfredzaamheid en het karakter van de kinderen, daarover zijn we het ook wel eens.

Toch is er een grote groep mensen voor wie hobbels en obstakels letterlijk het tempo van het leven bepalen. In Nederland heeft 1 op de 5 inwoners één of andere vorm van beperking, fysiek of mentaal. Onlangs was ik als gast uitgenodigd bij de aflevering ‘Een toegankelijk ov voor iedereen’ in de serie Amsterdamse Werken, in Pakhuis de Zwijger. Twee andere tafelgasten waren rolstoelgebruikers, en hun verhalen over de extra moeite en tijd die het kost om je door de stad te verplaatsen, drukten me weer eens met de neus op de feiten. Een simpel boodschapje dat niet een halfuurtje maar wel drie uur kost, omdat het aanvullend vervoer vooraf besteld moet worden en dan met ruime tijdsmarges rijdt, evenementen die rolstoeltoegankelijk zouden zijn maar geen rolstoeltoegankelijk toilet blijken te hebben, defecte liften en grote omwegen om binnen gebouwen de juiste plekken te bereiken.


Als ov-gebruiker met vouwfiets weet ik hoe kwetsbaar roltrappen en liften zijn, vooral in de buitenruimte. Maar ik kan, als de lift defect is, mijn fiets optillen en de trap nemen. De minder valide medemensen kunnen dat niet. Zij zijn aangewezen op de liften, en als die defect zijn is hun route feitelijk onbegaanbaar geworden. Toegankelijkheid is dus niet alleen een kwestie van aanleggen van voorzieningen, maar ook van betrouwbaarheid en voorspelbaarheid. En in het geval van defecten: het communiceren daarvan. Laten we stoppen met klagen over hoeveel geld en moeite het kost om Nederland toegankelijk te maken voor iedereen, en laten we een voorbeeld nemen aan die curling-ouders. Laten we alle hobbels en obstakels wegpoetsen, laten we zorgen dat iedereen overal het ov in- en uit kan rollen. Laten we onthouden dat een hellingbaan minder kwetsbaar is dan een lift. Laten we zorgen dat geleidelijnen niet meer doodlopen op obstakels, en laten we de losse eindjes drempelloos voetpad aan elkaar knopen. Laten we zorgen dat in ieder geval onze steden het predicaat ‘Curling-steden’ gaan verdienen. Want het mooie is: als het voor de doelgroep van mensen met een beperking makkelijker wordt om zich te verplaatsen, wordt het dat voor ons allemaal.


Wat betreft de betrouwbaarheid is er voor de stations en haltes in Nederland een mooi initiatief, de halteviewer van DOVA. Hierop is voor alle haltes in Nederland in kaart gebracht welke toegankelijkheidsmaatregelen zijn getroffen, en voor stations ook wat de actuele staat van die voorzieningen is. Daarmee kunnen vervelende verrassingen dus voorkomen worden. Helaas is op dit moment deze actuele informatie nog ‘in de testfase’…