Monitorrapportage: Toegankelijkheid ov en doelgroepenvervoer nog niet op niveau

maandag 1 juli 2024

Foto: Shutterstock

Reizigers met een beperking zijn vaak afhankelijk van het openbaar vervoer en doelgroepenvervoer. Hoe is het gesteld met de toegankelijkheid van deze modaliteiten? Het College voor de Rechten van de Mens deed in 2023 een monitorrapportage op dit thema. De conclusie? Er gebeurt veel, maar er is ook nog veel werk aan de winkel.

“Sinds juli 2016 geldt in Europees Nederland het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking (het VN-verdrag handicap)”, vertelt beleidsadviseur Else Kolkman van  het College. “Het College voor de Rechten van de Mens is de onafhankelijk toezichthouder op de uitvoering van het VN-verdrag handicap in Nederland. Eén van de vaste activiteiten die het College uitvoert, is het uitbrengen van een jaarlijkse monitorrapportage toezicht VN-verdrag handicap. De keuze van het jaarlijkse onderwerp komt tot stand onder andere na gesprekken met mensen met een beperking en hun vertegenwoordigende organisaties. Mensen met een beperking en deze organisaties hebben aangegeven dat er voor hen nog veel knelpunten bestaan in de toegang tot vervoer. Onze monitorrapportage van 2023 ging daarom over de toegang tot vervoer en mobiliteit in het openbaar vervoer en doelgroepenvervoer.” 

Hoe is het over het algemeen gesteld met toegankelijkheid van mobiliteit?

“In de monitorrapportage heeft het College geconcludeerd dat er door veel verschillende partijen gewerkt wordt aan het toegankelijk maken van het openbaar vervoer. Het College ziet echter ook dat het openbaar vervoer nog niet voor iedereen toegankelijk is. Zelfstandig reizen is voor mensen met een beperking nog steeds een grote uitdaging. Als we het hebben over het VN-verdrag handicap, gaat het over fysieke toegankelijkheid, communicatieve, sociale en financiële toegankelijkheid. Deze elementen hangen onderling nauw met elkaar samen. Het College ziet dat juist in die onderlinge samenhang er problemen ontstaan.” 

“Een voorbeeld: als de informatie in een reis-app alleen te lezen is en niet kan worden afgeluisterd, dan is de app onvoldoende toegankelijk (communicatieve toegankelijkheid). Als er dan ook niemand is om te helpen (sociale toegankelijkheid), dan wordt het nog moeilijker om van het openbaar vervoer gebruik te maken. In dit voorbeeld kunnen mensen met een visuele beperking problemen hebben met het vinden van het juiste perron. Als er ook geen geleidelijnen zijn, wordt ook het fysiek bereiken van het perron een probleem (fysieke toegankelijkheid) en daardoor het gebruik maken van het openbaar vervoer.” 

“In november 2022 heeft de staatssecretaris van IE&W, samen met decentrale ov-autoriteiten, de vervoerders en ProRail het bestuursakkoord toegankelijkheid OV 2022-2032 opgesteld met als doel dat het openbaar vervoer in 2040 volledig toegankelijk is. Daarbij is het VN-verdrag handicap als uitgangspunt betrokken. In de monitorrapportage zijn een aantal adviezen gegeven aan de overheid om het bestuursakkoord nog meer in lijn te brengen met het VN-verdrag handicap.” 

Het ov is een belangrijke modaliteit voor mensen met een beperking. Het aanbod lijkt steeds verder te verschralen. Wat is het effect daarvan? 

“Uit onderzoek blijkt dat het voor mensen met een beperking op dit moment moeilijker is om zich van A naar B te verplaatsen. Zij hebben ook vaker minder alternatieve mogelijkheden. Daarnaast zijn er problemen bij combinatiereizen: een reis waarbij meerdere vervoersopties elkaar moeten opvolgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het reizen met de trein en aansluitend met de bus of dat voor een deel van de reis gebruik moet worden gemaakt van doelgroepenvervoer. Het effect van ontoegankelijk openbaar vervoer en doelgroepenvervoer is groot. Als dit vervoer niet goed geregeld is, dan worden mensen met een beperking niet alleen belemmerd in hun mobiliteit, maar komen ook andere rechten in het gedrang. Denk aan het niet op tijd kunnen bereiken van een ziekenhuis (recht op zorg) of niet op het werk kunnen komen 
(recht op werk). Ook het bezoeken van familie, vrienden of relaties, vakantie- en 
natuurparken of evenementen zoals festivals en feesten is niet altijd mogelijk met het openbaar vervoer. 

Problemen bij de toegang tot vervoer heeft dus effect op de vrijheid om eigen keuzes te maken en om mee te kunnen doen in de samenleving. Dit alles kan leiden tot vereenzaming, sociaal isolement en afhankelijkheid van anderen.” 

In hoeverre iets toegankelijk is, wordt beïnvloed door een reeks schakels. Welke schakel behoeft wat jullie betreft het meeste aandacht? 

“Om het openbaar vervoer en doelgroepenvervoer beiden toegankelijk te maken, zijn volgens het College twee zaken het belangrijkst. Allereerst heeft het College geconcludeerd dat het heel belangrijk is dat alle partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van toegankelijk openbaar vervoer en doelgroepenvervoer, het vraagstuk 'integraal benaderen'. Het openbaar vervoer wordt nu bijvoorbeeld door een ander ministerie opgepakt dan het doelgroepenvervoer. Ook bij de decentrale overheid gaan de provincies over een stukje van het vervoer en de gemeenten over een ander deel. Om de rechten van mensen met een beperking te waarborgen in Nederland, is het noodzakelijk dat al die partijen gezamenlijk tot een oplossing komen.”

“Ten tweede is het volgens het College noodzakelijk om mensen met een beperking vanaf het begin af aan te betrekken in de aanpak. Het betrekken van mensen met een beperking bij de totstandkoming van wetten, beleid én de uitvoering daarvan is overigens niet vrijblijvend. Ook dit is een verplichting die uitdrukkelijk is opgenomen in het verdrag.” 

Vaak gaat het over fysieke beperkingen. Zien jullie ontwikkeling in de mentale toegankelijkheid van mobiliteit? En hoe ziet die ontwikkeling er dan uit? 

“Het VN-verdrag handicap beschermt de rechten van mensen met allerlei beperkingen. Daaronder vallen ook mensen met een mentale beperking of een psychische kwetsbaarheid. Een voorbeeld is iemand met een licht verstandelijke beperking. Voor deze groepen in het ov is vaak de communicatieve toegankelijkheid een probleem. De communicatie over vervoer moet namelijk op een passende manier worden overgebracht. Denk bijvoorbeeld aan live-assistentie en pictogrammen op borden.” 

“Voor mensen met een beperking die niet of minder zichtbaar is, zoals een licht verstandelijke beperking of autisme is vooral de sociale toegankelijkheid een probleem. Deze mensen melden bijvoorbeeld onjuist bejegend te worden omdat medewerkers en medereizigers bijvoorbeeld niet begrijpen waarom zij meer tijd nodig hebben voor informatieverwerking of zich minder 
makkelijk uitdrukken.” 

“Uit het VN-verdrag handicap volgt dat de overheid zorgt voor voldoende bewustwording rondom herkenning en bejegening van mensen met een beperking bij het algemene publiek en zorgt dat vervoerders – inclusief externen die zij inhuren – zich laten trainen om mensen met een (onzichtbare) beperking op een adequate wijze te assisteren.” 

Wat gebeurt er met de bevindingen uit de monitorrapportage? 

“Nadat de monitorrapportage is uitgebracht zijn bij de overheid en verschillende relevante partijen de bevindingen nader toegelicht. Ook brengt het College zijn aanbevelingen bij de Tweede Kamer onder de aandacht als zij debatteren over het vervoer. Het College heeft contact met de verantwoordelijke beleidsafdelingen van de ministeries, uitvoerders van openbaar vervoer en met (belangenorganisaties van) mensen met een beperking. We volgen alle beleidsontwikkelingen t.a.v. toegankelijk vervoer nauwgezet, waaronder het bestuursakkoord toegankelijk ov.”