De dilemma's bij het inrichten van gehandicaptenparkeerplaatsen

vrijdag 24 juni 2016
timer 3 min
Dat er gehandicaptenparkeerplaatsen in de openbare ruimte nodig zijn , staat buiten kijf. Hoeveel het er minimaal moeten zijn en hoe ze ingericht dienen te worden, is ook vastgelegd. En toch zijn er nog flink wat dilemma's binnen gemeenten als ik de vragen overzie die in een jaar daarover aan ons gesteld worden

Door: Denise A.M. Janmaat- Directeur Nederlands Instituut voor Toegankelijkheid  

 

Het wringt natuurlijk ook wel: parkeerruimte is vooral in binnensteden schaars en als er dan een gehandicaptenparkeerplaats is aangelegd die ook regelmatig onbezet is, dan wordt daar weleens over geklaagd. Het is een kwestie van goed wikken en wegen om alle partijen tevreden te stellen. 


Wat opvalt, is dat de vragen vooral gaan over bijvoorbeeld bovengronds of ondergronds parkeren voor mindervaliden. Of over de keuze tussen langsparkeren of haaks parkeren. En natuurlijk de vragen over de afmeting, indeling, al dan niet betalen en veiligheidsmaatregelen voor gehandicaptenparkeerplaatsen. 


De vragen ontstaan vooral doordat de behoeften van mindervaliden niet duidelijk zijn. De valide kan zich wel een aantal zaken voorstellen, maar weet eigenlijk niet precies hoe het echt zit. Een goede uitwisseling van informatie tussen de valide en mindervalide zou meer begrip opleveren en veel kosten en ergernis besparen. Niet voor niets zijn de schouw-sessies met bestuurders, ondernemers en burgers zo verhelderend en positief. Door zelf te ontdekken dat voor een rolstoeler 'even met de auto een boodschap halen' veel meer inspanning en tijd kost, komen er ook vragen los die ervoor zorgen dat meedenken echt mogelijk wordt. En dat helpt. 

Zo bleek laatst in een binnenstad bij zo'n schouw dat het begrijpelijk is dat mindervaliden liever bovengronds parkeren.  Voor een rolstoelbus is een parkeergarage vaak te laag. Dan is de keuze dus al gemaakt; het moet bovengronds parkeren worden.  Ook als een gewone auto wordt gebruikt, is het nog maar de vraag hoe de rolstoeler weer bovengronds komt. De deur naar de lifthal om vanuit de parkeergarage boven te komen is voorzien van een dranger; voor de meeste rolstoelers is het onmogelijk om een deur met dranger te openen. Wachten op iemand die kan helpen is niet fijn, voelt soms zelfs onveilig én kan lang duren. Daarna is het afwachten of de lift het doet. In veel parkeergarages staat die regelmatig stil. En dan is het onmogelijk om boven te komen. Er zit dan niets anders op dan weer terug te gaan naar de auto, de rolstoel weer te demonteren en in te laden en op zoek te gaan naar een bovengrondse parkeerplaats. Een vermoeiende, soms (te) zware onderneming. Dan ga je het op den duur niet eens meer proberen.


De deelnemers aan de schouw hebben nu ervaren welke afwegingen meegenomen moeten worden bij de beslissing om voor meer boven- of ondergronds parkeren te kiezen voor mindervaliden in hun gemeente.

Dan volgt de keuze voor langsparkeren of haaks parkeren. In menige gemeente zie ik voorbeelden van parkeervakken die te klein zijn, obstakels die het gebruik onmogelijk maken, levensgevaarlijke ligging van de parkeerplaatsen, etc. 


Met meer inzicht in datgene wat het leven van de mindervalide makkelijker maakt en hem meer mogelijkheden geeft om  gewoon 'mee te kunnen doen' is er veel winst te behalen in velerlei opzichten. Ik nodig u uit te ontdekken hoeveel moois er in het verschiet ligt. 

 

Dit artikel verscheen eerder in de juni-editie van Parkeer24. 

Foto: Nederlands Instituut voor Toegankelijkheid