De toekomst van parkeren in België

maandag 16 maart 2015
timer 5 min
Net als in Nederland houden ontwikkelingen als de zelfrijdende auto, big data en veranderende steden (demografie, verstedelijking, krimp) ook ons buurland België in zijn greep. Hoe wordt hiermee omgegaan en wat betekent het voor het Belgische parkeerbeleid? Moet dit anders worden ingericht en moeten we nu al anticiperen op de toekomst? We spreken met Koen Valgaeren, directeur van het VIM, het Vlaams Instituut voor Mobiliteit.

Welke ontwikkelingen ziet het VIM in de toekomstige mobiliteit, zowel in Vlaanderen als Europa? Valgaeren refereert aan de
tweeledigheid van gebruik en productontwikkeling. “De Europese Commissie heeft duidelijk gesteld dat er tegen 2050 geen benzine- of dieselauto’s meer mogen rondrijden in steden. Een grote uitdaging, zeker in een land als België waar bijna 70 procent van alle werknemers de auto gebruikt voor woon-werkverkeer en andere zakelijke verplaatsingen.” Gelukkig zijn steeds meer werkgevers zich bewust van de gevolgen van de dagelijkse verkeersopstoppingen voor hun beleid. Hogere brandstofkosten, verliesuren door files, stijgende stress en ontevredenheid zijn maar enkele voorbeelden. Het besef dat initiatieven als een mobiliteitsbudget, flexwerken, carpoolen en deelvoertuigen onderdeel moeten uitmaken van het mobiliteitsbeleid neemt toe. Inspelend op de toekomst begeleidt het VIM bedrijven bij het omvormen van hun mobiliteitsbeleid, voor zowel woon-werkverkeer als goederenvervoer. Aan de hand van projecten maken ze kennis met bijvoorbeeld een mobiliteitsbudget, elektrische bedrijfsfietsen, flexwerken en transport via de binnenvaart.


“We gaan toe naar vraaggestuurde mobiliteit”, aldus Valgaeren. “Daarnaast zien we verdere ontwikkelingen binnen gedeelde mobiliteit en multimodaliteit: een verruiming en optimalisatie van het aanbod en gebruiksgemak.” Zoals bekend blijft de technologie niet achter. “De zelfrijdende auto komt er zeker aan”, weet ook Valgaeren. “Zo reed er eind januari een zelfrijdende Audi A7 - die de troetelnaam Jack meekreeg - 900 kilometer van Silicon Valley naar Las Vegas. Dankzij twintig sensoren kan deze auto perfect aanvoelen wat er op hem afkomt. De komst van de zelfrijdende wagens zal niet alleen een gunstige invloed hebben op de verkeersveiligheid - 94 procent van de ongevallen is te wijten aan een menselijke fout – maar ook op een toename van autodelen en vermindering van de parkeerproblematiek. Nieuwe technologieën kunnen introduceren is echter onlosmakelijk verbonden met aanpassing van de wetgeving, voornamelijk omtrent aansprakelijkheid en privacy.”


Minder parkeerplaatsen voor betere economie

In de toekomst is volgens het VIM ook een andere rol weggelegd voor parkeren in de stad. Valgaeren stelt dat binnen veel steden het idee heerst dat hoe meer parkeerplaatsen worden weggenomen, hoe moeilijker je het maakt voor de plaatselijke economie. “Het tegendeel is echter waar: neem nu Kopenhagen. Met elke parkeerplaats die verdwijnt, is er een lichte toename van het aantal bezoekers. Want steden met minder auto’s zijn aantrekkelijker. Uiteraard moet dit gecompenseerd worden met andere transportmodi die naadloos op elkaar aansluiten en gemakkelijk en comfortabel zijn in gebruik. Bijvoorbeeld door de implementatie van één kaart voor alle openbare vervoersystemen. Ook hierin is de technologie al vergevorderd en speelt het openstellen van data een zeer belangrijke rol. Dus in plaats van te investeren in autoparkeerplaatsen, zou er meer gekeken moeten worden naar stallingen en laadpunten voor elektrische fietsen.”


Big data voor tal van nieuwe businesscases

Een belangrijke voorwaarde om te kunnen inspelen op de toekomst is het openstellen van data. Valgaeren: “Niet de grootte van data is belangrijk, maar de juistheid ervan én hoe je verschillende data die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben, gaat verbinden. Door data over bijvoorbeeld verkeersopstoppingen en wegdekbeschadigingen te linken aan een breder doel als stadsontwikkeling, kan er interessante nieuwe informatie ontstaan voor het realiseren van fietslanen, met tal van nieuwe businesscases. Bovendien kan data verzamelen zeer eenvoudig zijn, bijvoorbeeld via de smartphone.” De VIMdirecteur betoogt dat steden meer data moeten verzamelen over binnenstedelijke verplaatsingen. Op basis daarvan kunnen gemeenten efficiënter investeren op basis van de werkelijke behoeften.

 

Project I-park 4U

Het VIM initieert tal van projecten die inspelen op de toekomst. Zo zocht het demonstratieproject Ipark
4U de pragmatische link tussen parkeren en technologie. De parkeersituatie in stedelijke omgevingen werd geoptimaliseerd en tegelijkertijd kreeg de automobilist een kwalitatieve parkeerservice aangeboden. Onder de vlag van I-park4U
werd een systeem ontwikkeld, gebaseerd op een on-board unit en smartphone met ondersteunende
software, waarbij via de navigatie in de auto informatie werd gegeven over het aantal beschikbare parkeerplaatsen in publieke parkeergarages, de routering naar deze plaatsen en de parkeerkosten, die de bestuurder via het navigatiesysteem
of zijn GSM kon afrekenen. I-park4U is een ontwikkelproject wat kan leiden tot het daadwerkelijk commercialiseren van parkeernavigatie, waarbinnen eveneens nieuwe afgeleide en gerelateerde projecten kunnen ontstaan.
 

Dit artikel is eerder gepubliceerd geweest in magazine VERKEER IN BEELD - nummer 1 2015.

Belgie