Duwen en samenwerken om zero-emissie voertuigen te faciliteren
De 60 procent CO2-reductie die de EU in 2050 oplegt aan de gehele transportsector zorgt de komende decennia voor een revolutie in de autowereld. Verbrandingsmotoren en benzinepompen maken plaats voor accu’s, brandstofcellen, laadpalen en waterstoftankstations. Vanwege de strenge reductie-eisen moeten personen- en bestelauto’s emissievrij rijden op duurzaam geproduceerde stroom en waterstof. Dan resteert alleen nog de uitstoot van zwaardere vrachtwagens vliegtuigen, schepen en treinen, die deels nog fossiele brandstoffen zullen gebruiken. Omdat het vijftien jaar duurt voordat het hele wagenpark vervangen is, worden vanaf 2035 alleen nieuwe personenauto’s verkocht met elektrische aandrijving.
In het Europese Green eMotion project heeft het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) specifiek onderzocht wat er nodig is voor een grootschalige uitrol van batterij-elektrische auto’s. “Er moet een infrastructuur zijn waarbij auto’s overal in Europa kunnen laden. Het elektriciteitsnet moet het aankunnen, mensen moeten een elektrische auto willen kopen en de beleidsmakers moeten dezelfde doelen nastreven,” stellen onderzoekers Hilke Rösler en Hein de Wilde van ECN.
Topprioriteiten geïdentificeerd
Om deze transitie mogelijk te maken zijn een aantal topprioriteiten geïdentificeerd. Omdat niet iedereen in een eigen garage of parkeerplaats kan laden, is publiek toegankelijke laadinfrastructuur nodig. Exploitatie hiervan is echter nog niet rendabel. Subsidies kunnen vroege investeerders over de streep te trekken. Daarnaast moet worden gezocht naar slimme locaties, zoals bij benzinestations of winkelcentra, waar dienstverlening kan worden gecombineerd om de business cases te helpen ontwikkelen. Daarnaast zou bij nieuwbouw nu al rekening gehouden moeten worden met elektrisch rijden, bijvoorbeeld door aanleg van leidingen of aansluitingen voor laadpunten in parkeergarages bij wooncomplexen.
Om mogelijke overbelasting van elektriciteitsnet tijdens piekmoment te voorkomen moet slim en gespreid in de tijd worden geladen. Dat laden moet interoperabel zijn, oftewel: alle stekkers en andere benodigdheden moeten in heel Europa dezelfde standaard hebben.
Aanschaf aantrekkelijk maken
Verder zal de aanschaf van elektrische auto’s zelf aantrekkelijk moeten worden gemaakt, totdat massaproductie tot concurrerende prijzen leidt. ,,Daarnaast moeten mensen wennen aan de beperktere actieradius van zo’n auto,” zeggen Rösler en De Wilde. ,,De actieradius is ruim voldoende voor de meeste dagelijkse ritjes, maar veel minder dan mensen zijn gewend. Mensen moeten meer plannen, ook omdat er nog onvoldoende laadpunten zijn. Gelukkig neemt het aantal punten toe en wordt de actieradius van elektrische auto’s steeds groter. Een tussenoplossing hierin is de stekkerhybride auto met een verbrandingsmotor, die dient als back-up wanneer de elektrische actieradius niet toereikend is.’’
Door de maximum toegestane CO2-uitstoot per kilometer trapsgewijs te blijven verlagen, dwingt Europa de auto-industrie de komende jaren tot innovatie. ECN kan met zijn expertise overheden op lokaal, landelijk en Europees niveau ondersteunen. Rösler en De Wilde: “Onze expertise zit hem in het ontwikkelen van evenwichtige beleidskaders die de elektrische transitie faciliteren tegen de laagste kosten en samenwerking tussen alle betrokkenen ondersteunt.”
Bron: ECN