Marktintroductie zelfrijdend vervoer moet snel
De lidstaten gaan samen belemmeringen voor zelfrijdend vervoer wegnemen. Nationale regels voor verkeer en vervoer worden afgestemd en er komt een gecoördineerde inzet op digitale communicatie zodat auto’s in Europa overal goed met elkaar en met de weginfrastructuur kunnen ‘praten’. Daarnaast zetten de landen in op grensoverschrijdende testen zodat op basis van de praktijkervaringen de juiste stappen kunnen worden gezet om de ontwikkelingen te ondersteunen.
Declaration of Amsterdam
Met de Declaration of Amsterdam hebben de Europese transportministers op 14 april in Amsterdam hun steun toegezegd voor het mogelijk maken van alle vormen van zelfrijdende voertuigen. Ze slaan de handen ineen om samen met de Europese auto-industrie en de toeleverende (ICT) industrie over drie jaar klaar te zijn voor zelfrijdend vervoer. Aan de vergadering in Amsterdam nam ook een vertegenwoordiger van de Europese autofabrikanten deel.
Veiliger, duurzamer en efficiënter
Minister Schultz van Haegen: “We hebben voor het eerst in Europa op politiek niveau gesproken over zelfrijdende voertuigen en maatregelen die nodig zijn voor een soepele introductie in Europa. We willen tempo maken, we zien dat er veel winst te behalen is voor de mobiliteit. Met zelfrijdende voertuigen wordt ons vervoer veiliger, duurzamer en efficiënter. Doordat regelgeving en autosystemen op elkaar worden afgestemd, voorkomen we dat zelfrijdende auto’s en vrachtwagens straks bij iedere grens een nieuwe update nodig hebben.”
EU-commissaris Bulc: "Door connected en geautomatiseerde voertuigen wordt het vervoer veiliger en efficiënter, met meer mogelijkheden voor de verkeersdeelnemers. Dit biedt geweldige kansen voor de Europese industrie. De Commissie blijft nauw samenwerken met de industrie en de lidstaten om de noodzakelijke voorwaarden te scheppen, zodat connected voertuigen al in 2019 de Europese wegen op kunnen. Voortbouwend op het momentum van de Declaration of Amsterdam komen we later dit jaar met een masterplan voor coöperatieve intelligente vervoerssystemen. Daarmee zetten we een belangrijke stap op weg naar het garanderen van continuïteit in de dienstverlening vanaf de eerste dag.”
“Connected en geautomatiseerde voertuigen beloven het wegvervoer in de komende decennia duurzamer en efficiënter te maken,” stelt Erik Jonnaert. Jonnaert vertegenwoordigt de ACEA, de Europese koepelorganisatie van de 15 in Europa gevestigde fabrikanten van personenauto’s, bestelwagens, vrachtwagens en bussen. “Maar ook al brengen deze ontwikkelingen in snel tempo een ommekeer teweeg in onze industrie, er liggen nog allerlei uitdagingen op onze weg”. De industrie is daarom blij met de Declaration of Amsterdam. “We zien dit als een mijlpaal. Het bevordert de zo broodnodige samenwerking tussen autofabrikanten, nationale overheden en de EU-instellingen,” besluit Jonnaert.
Veiliger
Bij de vergadering van transportministers in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam werd gesignaleerd dat zelfrijdend vervoer vele voordelen biedt. De verwachting is dat zelfrijdend vervoer veiliger is. Jaarlijks verongelukken in Europa tienduizenden mensen op de weg. Negentig procent van de auto-ongelukken wordt veroorzaakt door menselijk falen.
Zelfrijdende voertuigen verbruiken minder brandstof, wat niet alleen goed is voor het milieu maar ook voor de portemonnee. Daarnaast zorgt zelfrijdend vervoer voor een betere doorstroming op de weg en kunnen oudere mensen langer mobiel blijven.
De aanwezige ministers delen dat er een goede gezamenlijke agenda nodig is om zelfrijdend vervoer mogelijk te maken. Europese landen kennen nu verschillen in aanpak, infrastructuur en verkeersregels. Een goede samenwerking is nodig om er voor te zorgen dat zelfrijdende voertuigen overal soepel op de Europese wegen kunnen gaan rijden. En dat is lastig als je overal verschillende systemen en regels hebt.
De transportministers hebben afgesproken dat er in Europees verband naar de nu nog verschillende verkeersregels wordt gekeken, dat investeringen voor digitale communicatie met infrastructuur wordt afgestemd en dat grensoverschrijdend testen gemakkelijker wordt. Ook gaan de lidstaten samen de tanden zetten in vraagstukken omtrent cybersecurity, privacy, aansprakelijkheid en bescherming van data.
De Europese transportministers hebben donderdag na afloop van de vergadering zelf ervaring kunnen opdoen met zelfrijdend vervoer. Zij zijn door Amsterdam vervoerd in zelfsturende en hoog geautomatiseerde voertuigen die voor deze gelegenheid met een ontheffing op de openbare weg mogen rijden. Ongeveer 20 auto’s van Volvo, BMW, Daimler, Audi, Jaguar, Landrover, Tesla, Renault, Peugeot/Citroen (PSA), onderzoeksinstituten Vedecom (FR) en TNO/Dutch Automated Vehicle Initiative (DAVI) waren daarvoor aanwezig.
De testen op de openbare weg sluiten aan bij de aanpak waarbij aan de hand van de ervaringen in de praktijk oplossingen worden gevonden voor vraagstukken die zich aandienen. Een voorbeeld daarvan was de crossbording Truck Platooning Challenge die recent plaatsvond. In de eerste week van april reden 6 treintjes van vrachtwagens uit Zweden, Duitsland en België over de snelweg naar Rotterdam.