"Mensen willen de auto best thuis laten"
Net als bij permanente publiekstrekkers is parkeren bij evenementen een onderdeel dat de ervaring kan maken of breken. Lang in de file aanschuiven, totdat je een modderig terrein op mag: daar zit niemand op te wachten. Letterlijk en figuurlijk, want als het te lang duurt gaan mensen hun eigen weg zoeken, aldus Van Dijk.
Van Dijk is inmiddels tien jaar werkzaam bij Traffic Support. Begonnen als projectmanager Evenementen bij het bedrijf, heeft hij honderden evenementen gedraaid. Inmiddels is hij manager Travel & Traffic bij de Safety Group, het moederbedrijf van Traffic Support. Geen evenement is hetzelfde, ook niet als het meerdere keren achter elkaar wordt georganiseerd. Telkens veranderen karakteristieken. En daar moet op worden ingespeeld.
Passend maken
Het voorbereiden van een goed verkeer- en mobiliteitsplan, waar het parkeren onderdeel van uitmaakt, begint vaak al een jaar van tevoren. “Het is, heel in het kort, de verkeersverwachting en de capaciteit met elkaar passend maken”, legt Van Dijk uit. In samenwerking met de organisatoren en andere partijen, zoals gemeenten en wegbeheerders, maakt het team een aantal factoren inzichtelijk. “Denk daarbij aan bezoekersaantallen, het activiteitenprofiel, het bezoekersprofiel en de beschikbare tijd en ruimte”, vervolgt hij.
“Een TT in Assen trekt veel motoren, een NKC Camper Experience in Zandvoort weer veel campers. Logisch, maar je moet er wel rekening mee houden.” Ook met een minder voor de hand liggend principe, zoals het feit dat veel bezoekers aan dancefeesten, zoals Defqon en Mysteryland, als vriendengroep een touringcar huren. “Bij evenementen in Brabant heb je weer meer kiss-and-ride-faciliteiten nodig dan in de Randstad, omdat er minder ov is.” En een feest dat om tien uur 's avonds is afgelopen heeft een andere vervoersvraag dan een feest dat tot drie uur in de nacht duurt, wanneer er geen trein of bus meer rijdt.
Capaciteit per modaliteit
Alle ingrediënten vormen tezamen een analyse van de modal split, bezettingsgraad en spreiding. “Vervolgens kijken we of dat past met de beschikbare capaciteit: denk aan de infrastructuur, het ov en de omgeving – een evenement in Zandvoort heeft in combinatie met een drukke stranddag een andere capaciteit dan wanneer het rustig is”, aldus Van Dijk. “Zo krijg je een inzicht in de capaciteit per modaliteit. Als het past, is er niks aan de hand. Past het niet, dan moet je de capaciteit of de verwachting aanpassen.”
En soms is het ook een kwestie van willen. Van Dijk: “Fysieke ruimte voor parkeren op afstand is er vaak wel, maar het is wel duur vanwege de inzet van pendelbussen, zonder dat daar direct extra inkomsten tegenover staan. Hooguit een extra consumptie, omdat mensen langer op het terrein zijn. Maar dat is moelijk meetbaar en het hangt af van het type evenement. Bovendien komen veel mensen met een bepaald bedrag in hun achterzak het terrein op en als dat op is is dat op.”
De belangrijkste tools om de capaciteit bij de verwachting te laten aansluiten zijn mobiliteits- en verkeersmanagement. De capaciteit kun je regelen door de inzet van extra bussen of treinen, hoewel dat niet zomaar 1-2-3 geregeld is, door parkeren op afstand of het aanpassen van VRI’s, zodat de grote verkeersstromen naar het evenement extra snel kunnen worden afgewikkeld. “In Noord-Holland bijvoorbeeld hebben we goede ervaringen in de samenwerking met de regionale verkeerscentrale”, legt Van Dijk uit.
Het doel is vaak een kwestie van minder auto’s. Daar zijn mensen best voor te porren. “Bij veel voetbalwedstrijden geldt een verplichte buscombi en die wedstrijden zijn vaak uitverkocht. Het kan dus wel. Je kunt ook spelen met prijs of het evenement lokaal promoten, zodat mensen met de fiets komen. Dat werkt best.”
Hinder voor omgeving
Bijkomend voordeel is bovendien dat die mensen minder hinder zullen ondervinden, omdat ze van het evenement genieten en niet alleen de overlast proeven. “Want hoe je het ook wendt of keert: een evenement zorgt voor hinder voor de omgeving”, zegt Van Dijk. “Als mensen moeten wachten om een parkeerplek te vinden, gaan ze zelf op zoek. Dat heeft ongewenste effecten. Er komt parkeerdruk in de buurt en je hebt loopstromen minder onder controle.”
Parkeren bij dancefestival Decibel Outdoor in Hilvarenbeek.
De maatregelen om parkeerders in goede banen te leiden zijn divers, tot aan het afsluiten van complete woonwijken aan toe. “Dat doen we bijvoorbeeld bij Mysteryland. Dertig verkeersregelaars sluiten dan een wijk af. Alleen door middel van een aantal controlevragen die aantonen dat je er woont, kom je de wijk in. Want inmiddels hebben we alle smoezen al wel gehoord.” Maar wat misschien nog wel het belangrijkste is: afstemming met de omgeving. “Denk bijvoorbeeld aan gemeenten, maar ook aan buurtverenigingen en dergelijke”, aldus Van Dijk.
Agressie
Helaas is agressie nog altijd een issue, zij het beperkt. Van Dijk: “Verkeersregelaars staan toch in de weg van waar jij misschien wil zijn. Dat levert soms conflict op.” Meestal blijft het bij boze gebaren en woorden; een enkele keer worden mensen ook fysiek. Gelukkig is dat laatste erg beperkt. Het weerhoudt mensen er in ieder geval niet van om verkeersregelaar te worden.
In maart lanceerde Traffic Support een campagne in samenwerking met John de Wolf om nieuwe mensen aan te trekken die goed werd opgepikt door de pers. Dat heeft inmiddels al tot 130 nieuwe verkeersregelaars geleid. Hard nodig ook, want het werk trekt aan. “De crisis is voorbij. Er worden meer evenementen georganiseerd, maar ook wordt meer aan de weg gewerkt. Waar men vroeger nog volstond met een bordje, zetten wegbeheerders nu steeds vaker een regelaar in.”
Het blijft nu nog voornamelijk handwerk, maar dat ziet Van Dijk in de toekomst wel veranderen. “We zien wel technologische ontwikkelingen en zij er ook wel mee bezig, zoals het accrediteren van toegang en het managen van verkeersstromen door middel van ITS. Maar evenementenorganisatoren zijn vrij conservatief. Ze moeten het financieel vaak hebben van een of twee evenementen per jaar. Dan moeten nieuwe oplossingen dus wel honderd procent werken.”
Dit artikel is verschenen in Parkeer24 03/2018.