Nieuwe inzichten in publiek private samenwerking

vrijdag 5 april 2013
timer 6 min
Binnen het programma Beter Benutten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ligt de nadruk steeds meer op de rol van private initiatieven. Daarom organiseerde Advier het minisymposium 'Beter Benutten door Publiek Private Samenwerking'. Aan de hand van recente ervaringen en goede (buitenlandse) voorbeelden werden de deelnemers meegenomen in de praktijk van alledag.
Nieuwe inzichten in publiek private samenwerking

Emissievrij busvervoer in 2025


Dat publiek-private samenwerking tot klimaatverbetering kan leiden bewijst Ellen Lastdrager, programmadirecteur van de Stichting  Zero Emissie Busvervoer. “Als je als overheid in OV-concessies kunt sturen op vergroening en duurzaamheid, dan is dat een goede ontwikkeling.” De stichting richt zich op het organiseren van alles wat nodig is om emissievrij busvervoer te realiseren vanaf 1 januari 2015. Doel is om alle 5000 OV-bussen in 2025 emissievrij te laten rijden met een bepaald publiek financieringsniveau. Om dit te realiseren wordt het bedrijfseconomische principe Total Cost of Ownership (TCO) gehanteerd en samenwerking in de hele keten georganiseerd: met de Rijksoverheid, decentrale overheden, vervoerbedrijven, de maakindustrie, wetenschap, ICT-sector, belangenorganisaties en toeleveranciers. Lastdrager: “De kunst is om uiteindelijk tot een basisstructuur voor Nederland te komen. De technologie van emissievrije bussen is al beproefd en steeds meer provincies zetten hier op in. Gelderland rijdt bijvoorbeeld met vijf bussen op waterstof.  Een grote bouwer legt de waterstoftankinfra aan op basis van een publieke concessie, de vervoerder zet de bussen in de concessie in. De voertuigen worden over vijftien jaar afgeschreven omdat ze Zero Emissie zijn. Er worden afspraken gemaakt over inzet in de volgende concessie. Voertuig- en tankinvestering komen dus van private partijen, terwijl van publieke zijde deze met concessiestructuren worden gefaciliteerd.  De aanvullende maatschappelijke effecten worden publiek gefinancierd. De publieke partijen betalen niet voor investeringen die ook door private partijen zijn gedaan, maar alleen voor de maatschappelijke effecten die niet in een private businesscase passen. Dit is een goed voorbeeld van PPS: als je de 'hardware' (de bussen en de energiekosten bijvoorbeeld) zoveel mogelijk door private partijen laat regelen, dan komt er publiek veel geld vrij. Maar dat betekent logischerwijs ook iets voor de verhoudingen: transparantie en gelijkwaardigheid staan voorop. We moeten in gezamenlijke verantwoording deze transitieopgave oppakken.”

Duurzame bereikbaarheid in Londen door PPS


De keynote spreker van de dag, de vrolijke en charmante Sophie Tyler, breekt meteen het ijs door een eenvoudige, maar grappige tekening van Londen op het bord te zetten. De aanwezigen in de zaal krijgen zo op een interactieve manier weer even een goed beeld van de stad. Tyler is manager van een aantal Business Improvement Districts (BID's) in Londen, een soort VVE's voor een bepaald gebied, waarbij ondernemers zichzelf verplicht stellen mee te doen en mee te betalen. Het is inspirerend om te zien hoe publiek en privaat hier samenwerkt. De focus ligt vooral op mobiliteitsmanagement, ontstaan vanuit de gedachte een groene, schone en veilige omgeving te creëren. “Het aantal BID's in de UK groeit bijna wekelijks, er zijn er op dit moment al zo'n 130”, vertelt Tyler. “Waarde toename is voor retailers altijd belangrijk. Hierin speelt ook duurzaamheid een belangrijke rol, wat in Engeland vooral staat voor robuust; een lange levensduur.” Maar de BID's kunnen slechts in een paar gevallen zelfstandig iets teweeg brengen. Denk aan fiets- of wandelpromotie. Voor alle andere zaken hebben ze partnerships nodig. Tyler: “Het interessante hierin is dat we niet naar de overheid stappen, maar dat ze naar ons toekomen. Ze zien in dat wij iets in handen hebben waar zij verder mee kunnen; er is echt sprake van een veranderende dynamiek.” Een voorbeeld van PPS in deze constructie is het organiseren van slim mobiliteitsmanagement bij de Olympische Spelen afgelopen jaar. “Er is een grootschalige campagne opgezet om voldoende capaciteit voor sporters en bezoekers te creëren en dat is gelukt: er zijn geen noemenswaardige verkeersopstoppingen ontstaan”, vertelt Tyler enthousiast. “Omdat de BID's in contact staan met alle bedrijven konden zij ervoor zorgen dat ze meewerkten en dat heeft een belangrijke bijdrage geleverd.” Tot slot van haar sprankelende presentatie geeft ze nog een aantal do's en dont's mee. “Mensen hebben bijvoorbeeld verschillende belangen in projecten. Dit vanaf het begin herkennen is belangrijk, evenals een heldere managementstructuur hanteren. Dit is een fulltime job”, spreekt ze uit ervaring. “Tevens is de kracht van BID's dat het veel voor marketing en promotie kan doen, dus is het van belang de sterke en zwakke punten van deelnemende partijen goed in kaart te brengen.”

Roermond zet Mobiliteitsfonds op


Jacco Huijsse, economisch consulent bij de gemeente Roermond, vertelt over het vooruitstrevende Mobiliteitsfonds dat de gemeente samen met private partijen heeft opgezet. “Roermond heeft zich ontwikkeld tot een echte koopstad met zo'n 9 miljoen mensen die jaarlijks de binnenstad bezoeken en ruim 4 miljoen bezoekers aan het Outlet Centre. Dit heeft logischerwijs een positieve invloed gehad op de werkloosheidscijfers, maar een integrale benadering van mobiliteitsmanagement was noodzakelijk om de enorme groei in goede banen te leiden. “In Roermond zijn acht Bedrijven InvesteringsZones gerealiseerd, vergelijkbaar met Business improvement Districts (BIDs)”, vertelt Huijsse bevlogen. “Dit maakt het voor ondernemers mogelijk gezamenlijk te investeren in een aantrekkelijke, veilige en bereikbare bedrijfsomgeving waar alle ondernemers in de afgebakende zone aan meebetalen. De binnenstad is een van de grootste zones.” Deze BI-zones leidden uiteindelijk tot het idee voor het opzetten van een Mobiliteitsfonds, waarin ondernemers, politiek en ambtenaren vanaf het begin samenwerken. Huijsse vertelt: “Als de gemeente iets uitvoerde en later vertelde wat het had gekost, stelden ondernemers vaak dat ze het voor veel minder geld hadden kunnen doen. Hier is het idee voor een fonds ontstaan.” Dit leverde eerst veel cynische geluiden op en voor veel ondernemers leek het een abstract plan. Maar toen het beter werd uitgelegd groeide het enthousiasme met de dag. “We zijn eerst het mobiliteitsfonds onder gaan brengen bij Citymanagement omdat veel stakeholders hier al bij betrokken waren. We hebben eerst duidelijke randvoorwaarden opgesteld, gevolgd door het opzetten van een structuur, een heldere taakverdeling en het rondkrijgen van de financiering. Dit zijn we in eerste instantie gaan testen met pilots, waarin iedere partij zijn verantwoordelijkheid nam en financieel bijdroeg.” Nu worden de mogelijkheden voor structurele financiering onderzocht. “ Later dit jaar wordt bijvoorbeeld in de raad beslist over het voorstel van ondernemers om het parkeertarief met 10 cent te verhogen”, licht Huijsse toe. “Dit brengt jaarlijks ca. 60.000 euro extra in het laadje, wat gewijd moet worden aan het Mobiliteitsfonds. Eerder zou een dergelijk initiatief niet eens bespreekbaar zijn.” Advier sluit af met nog enkele andere voorbeelden van PPS concepten en projecten waar Advier ook bij betrokken is.

Wilt u meer weten over vooruitstrevende PPS-constructies? Neem dan contact op met Minze Walvius van Advier: minze.walvius@advier.nl of 015-214 0571.