Parkeerplaatsen? Opletten!
Huis, werkplek, winkel, bioscoop… de meeste automobilisten parkeren het liefst pal voor de deur. Begrijpelijk, maar niet altijd mogelijk. En ook niet wenselijk, want vaak gaat dat ten koste van de andere gebruikers van de openbare ruimte. Zeker in drukke (binnen)steden en oude woonwijken.
Voor woningen, voorzieningen en bedrijven gelden gemeentelijke parkeernormen, zoals het aantal parkeerplaatsen per woning of per vierkante meter vloeroppervlak wijkwinkelcentrum. Maar dat is de theorie. In de praktijk is daar soms simpelweg niet genoeg ruimte voor. Er wordt in (te) smalle, rustige woonstraten dan al snel op de stoep geparkeerd, waardoor er soms pijnlijke situaties ontstaan, zoals in dit voorbeeld, waarbij iemand met een rolstoel of kinderwagen er niet meer langs kan. Wij pleiten dan ook altijd voor een overblijvende loopruimte van minimaal 1,50 meter.
Als alternatieven voor parkeren op de stoep kan gekeken worden naar eenzijdig parkeren of parkeren op eigen erf, binnenterrein of in garageboxen. Ondergrondse parkeergarages zijn een goed maar duur alternatief en niet elke doelgroep voelt zich hier veilig. Door parkeerplaatsen te situeren aan de zij- of achterkant van een drukbezochte voorziening, blijft de voorzijde autovrij en ontstaat ruimte voor mensen die lopend of fietsend komen.
Gegroepeerde parkeerplaatsen op maximaal circa 200 meter van de woning, werkplek of voorziening, bijvoorbeeld aan de kopse kant van een woonblok, bieden veel voordelen. Ze bevorderen beweging en kansen op ontmoeting, zorgen voor meer rust en verkeersveiligheid en bieden ruimte voor lopen, zitten, groen en spelen ‘voor de deur’.
Er zijn wel een aantal voorwaarden:
- Als een parkeergelegenheid ‘verderop’ wordt aangelegd, moeten er aantrekkelijke en goed verlichte loopverbindingen naar de betreffende woning, werkplek of voorzieningen zijn
- Leg in verband met de sociale veiligheid niet meer dan circa tien garageboxen bij elkaar
- Ook op de alternatieve plekken moet voldoende zicht op de geparkeerde auto’s zijn
- Maak alle parkeerplekken zo aantrekkelijk mogelijk, bijvoorbeeld met behulp van slim gesitueerde bomen en groenstroken
Uiteraard moeten belangrijke voorzieningen, zoals winkels, banken of gemeentehuis, ook goed bereikbaar zijn voor mindervaliden. Hier moet minimaal 5% gehandicaptenparkeerplaatsen zijn, die zo dicht mogelijk (minder dan 100m) van de ingang liggen. Houd hierbij niet alleen rekening met de extra benodigde breedte van 3-3,50 meter, maar ook met de omgeving. Zo kan een portier soms niet (volledig) open of kunnen mensen hun rolstoel niet uitladen door zoiets simpels als een lantaarnpaal.
Over de auteurs
In de rubriek Opletten! nemen Kyra Kuitert en Rosemarie Maas, auteurs van ‘Prettige Plekken, Handboek Mens & Openbare ruimte’, u mee naar onduidelijke, onveilige of zelfs pijnlijk-grappige verkeerssituaties. Plekken, waarbij iedere willekeurige passant zich afvraagt wat hier nou precies de bedoeling is.
Kyra en Rosemarie, auteurs van ‘Prettige Plekken, Handboek Mens & Openbare ruimte’, analyseren vanuit Bureau KM plekken in de openbare ruimte vanuit het oogpunt van de gebruiker. In hun visie op mobiliteit staan naast verkeersveiligheid ook aantrekkelijkheid en het bieden van comfort voor wandelaars, fietsers en mensen met een beperking centraal.