"Parkeren mag door gemeenten best gezien worden als melkkoe"

dinsdag 22 oktober 2019
timer 6 min
Jos van Ommeren is hoogleraar stedelijke economie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en de keynote spreker op het Parkeerbeheer Congres. We spreken met hem over data verzamelen, averechts parkeerbeleid en verschillende parkeertrends. “Parkeren mag door gemeenten best gezien worden als melkkoe”, zo stelt de hoogleraar.

Van Ommeren doet veel onderzoek naar parkeren en zoekverkeer in de stad. Het valt hem op dat gemeenten goede instrumenten hebben om bezettingsgraad en zoekverkeer te meten. “Gegevens over bezettingsgraad zijn in het algemeen niet goed voorhanden. Maar met de juiste gegevens kan het parkeerbeleid nog preciezer worden. Er wordt door gemeenten bijvoorbeeld gesteld dat het te druk is in een straat. Maar wat dan precies de bezetting is om 19.00 uur op een dinsdag ten opzichte van een jaar eerder weet men niet.”

Door mobiel parkeren wordt het mogelijk om de variatie in de bezettingsgraad over de tijd precies te berekenen voor locaties waar geen parkeervergunningen worden verstrekt, zo zegt de hoogleraar. “Omdat je dan precies weet wanneer iemand zich aanmeldt en hoe laat iemand betaalt. Bij het gebruik van een parkeerkaartje is het lastiger om te bepalen wanneer iemand wegrijdt.” Er wordt gezegd dat dertig procent van al het verkeer in een stad zoekt naar een parkeerplaats. Maar dat zijn cijfers uit de Verenigde Staten, zo weet de hoogleraar. Die gaan hier niet op. Maar hoe breng je het zoekverkeer in kaart? “Dat kun je nu redelijk inschatten met de huidige gegevens die de meeste gemeentes hebben. Als je weet hoeveel auto’s er in een gebied parkeren op een bepaald tijdstip en dat combineert met de bezettingsgraad dan kun je redelijk goed inschatten wat het gemiddelde tijdverlies van zoekverkeer is.”

Door beter in beeld te krijgen wat de bezettingsgraad is kan er specifiek gemeentelijk beleid ontwikkeld worden. Van Ommeren: “Als bijvoorbeeld blijkt dat de bezettingsgraad laag is, kan het aantal parkeerplaatsen worden verminderd of kunnen de parkeertarieven naar beneden worden bijgesteld.” Gemeentelijk parkeerbeleid is een goede manier om geld binnen te halen, zo stelt Van Ommeren. “Parkeren mag door gemeenten best gezien worden als melkkoe. Grond die gebruikt wordt voor parkeergelegenheid is enorm waardevol. Maatschappelijk gezien kun je veel doen met deze grond. Voor het gebruik ervan mag je best wel wat vragen. Het is bijna altijd zo dat als je als gemeente geen winst maakt op je parkeerbeleid, je te veel parkeerplaatsen hebt. Met andere woorden: je bent parkeren aan het subsidiëren. Daarnaast is parkeren een goede manier om budgetten van een stad op orde te brengen.”


Hoogleraar stedelijke economie Jos van Ommeren: "Eén parkeerplaats onder de Amsterdamse grachten kost honderdduizend euro. Maatschappelijk onverantwoord als je het mij vraagt." 

Straat- of garageparkeren

In Almere en meer recentelijk Arnhem deed van Ommeren onderzoek naar de vraag wanneer mensen op straat of in een garage parkeren. “We hebben in een bepaald gebied alle straatparkeerders en auto’s in garages in kaart gebracht. Uit de verzamelde gegevens bleek dat met name de duur van parkeren bepaalt welke keuze mensen maken. Hoe langer de parkeerduur, hoe vaker er in een garage geparkeerd wordt”, aldus de hoogleraar. 

Wet- en regelgeving maakt het soms lastig voor gemeenten om alle benodigde data te verzamelen, zo erkent Van Ommeren. “Zo moeten alle kentekengegevens na een bepaalde periode verwijderd worden. Dat is eigenlijk jammer, omdat je daar veel bruikbare informatie uit kunt halen. Bijvoorbeeld uit welke plaats een automobilist komt of dat iemand alleen maar op maandag op een bepaald tijdstip in de stad is. Soms is het lastig om dingen goed uit te zoeken, omdat de juiste data niet voor handen is.”

Averechts beleid

Van Ommeren zet zijn vraagtekens bij de ontwikkeling dat parkeren op straat steeds meer wordt ontmoedigd op basis van een maximale parkeerduur. “Door een bepaalde prijs te vragen kun je goed onderscheid aanbrengen tussen wie wel en wie niet wil betalen voor parkeren. Je ziet steeds vaker dat er in straten in een centrum maar één of twee uur geparkeerd mag worden. In Amsterdam zijn er nu al zeker zo’n tien van zulke straten. Mensen met een lage betalingsbereidheid worden dan juist gestimuleerd om te parkeren, terwijl automobilisten die bijvoorbeeld echt gaan winkelen na één of twee uur weer weg moeten. In de Amsterdamse PC Hooftstraat werd op een gegeven moment beleid ingevoerd dat er maar één uur op straat geparkeerd mocht worden. Uiteindelijk zag je een lage bezettingsgraad in de straat omdat mensen langer wilden parkeren. Het kan niet de bedoeling zijn dat de beste parkeerplekken in de stad juist niet goed gebruikt worden.”

Ook in het buitenland ziet Van Ommeren voorbeelden van averechts parkeerbeleid. “In Melbourne moeten inwoners op bepaalde plekken in de stad tot 18.00 uur betalen, daarna is parkeren gratis. Onderzoek toont aan dat veel mensen iets voor zessen naar het gebied kwamen, met een sterke toename in zoekverkeer. Het zoekverkeer zorgt waarschijnlijk op dat tijdstip vervolgens voor veel congestie in de stad.”

Goed beleid

In vergelijking met andere landen doet Nederland het zeer goed op het gebied van parkeerbeleid, vindt Van Ommeren. “Gemeenten durven marktconforme tarieven te vragen en er is een goede verhouding in prijs tussen straat- en garageparkeren. Voor de gebruiker ook prettig want de automobilist hoeft niet lang te zoeken, en voor de inkomsten van een gemeenten van groot belang. Als je bijvoorbeeld kijkt naar Amerika dan betaal je voor straatparkeren een paar dollar en in een garage vijf tot tien dollar per uur. Dat creëert veel problemen omdat automobilisten lang blijven zoeken naar een plekje ‘aan de straat’. Om het zoekverkeer te verminderen worden er dan weer veel maximale parkeerduren ingesteld. In een stad als Melbourne gebeurt eigenlijk hetzelfde.”

Meer groen

Dat er in verschillende steden en gemeenten steeds meer parkeerplaatsen verdwijnen ten faveure van groen, vindt Van Ommeren een goede ontwikkeling. Wel heeft hij moeite met de alternatieven die soms aangeboden worden. “In Amsterdam bouwt de gemeenten verschillende parkeergarages onder de grachten. Eén parkeerplaats kost omgerekend honderdduizend euro. Maatschappelijk onverantwoord als je het mij vraagt. Ik zou er dan eerder voor pleiten om voor tien- tot twintigduizend euro een parkeervergunning terug te kopen van de huidige inwoners. Dat scheelt per parkeerplaats tachtigduizend euro. Als dan de huidige bewoners verhuizen, weten de nieuwe bewoners dat ze in een gebied komen waar parkeren lastig is. Dat is voor deze nieuwe bewoners dan geen probleem omdat ze dit gebied zelf uitgekozen hebben.

Jos van Ommeren bespreekt deze en andere zaken tijdens zijn keynote op het Parkeerbeheer Congres. Bekijk het programma en meld je aan!