De woningbouwopgave is groot en die moet veelal binnenstedelijk worden opgelost. Tegelijkertijd willen gemeenten het autogebruik in de stad terugdringen. Tegenstrijdige belangen dus, waarvoor maatwerk oplossingen voor bedacht moeten worden. Alex van den Heijkant van Accent adviseurs helpt gemeenten bij het maken van doordachte keuzes.
Binnenstedelijk bouwen: waar ga je parkeren?
In hoeverre faciliteer je bereikbaarheid met de auto van nieuwe woningen? Het is een vraagstuk dat zich elke keer weer aandient. Zo ook in de Brabantse stad waar Alex van den Heijkant, partner en senior adviseur bij Accent adviseurs, zich met de gemeente over buigt. “We willen hier een mobiliteitstransitie doormaken en tegelijkertijd wordt er flink gebouwd, vooral de hoogte in”, schetst Van den Heijkant de opgave. “Het gaat om meer dan 500 woningen. Hoe gaan we het parkeren voor bewoners oplossen? Er is al een lage parkeernorm verwerkt in het gebied, daarnaast wil je ruimte maken voor zaken als groen, water en ondergrondse infrastructuur. Middels een verkenning naar parkeeroplossingen in gebouwde voorzieningen wordt de parkeerbehoefte ingevuld.”
Krachtenveldanalyse
Maak je ruimte voor parkeren, dan betekent het ook dat er meer autobewegingen door de stad gaan komen. Nog een gegeven om rekening mee te houden. Al deze factoren hebben een plek gekregen in een krachtenveldanalyse waarin alle doelstellingen die aan het ontwikkelgebied zijn gekoppeld een plek hebben gekregen. “Een interactief en iteratief proces dat uiteindelijk heeft geresulteerd in drie varianten voor parkeeroplossingen waar de gemeenteraad zich over moet buigen”, vertelt Van den Heijkant.
Het uitgangspunt van de drie varianten is sowieso dat het STOMP-principe wordt gerespecteerd. Voor bewoners wordt daarom gekeken naar mogelijkheden om te parkeren in de buurt van hun woning, maar bezoekers zullen naar andere opties moeten kijken. “Belangrijk is om op tijd te beginnen met het plannen van voorzieningen: groen, water, ondergrondse infrastructuur en automobiliteit, in die volgorde.”
Toekomstgerichtheid
Er zijn dus drie opties, waar de gemeenteraad een beslissing over moet nemen. De eerste is het optoppen van een bestaande garage, de tweede is het herbestemmen van een bestaand gebouw naar parkeergarage en als derde optie is er nog ondergronds parkeren. Bij het maken van de beslissing zijn er verschillende overwegingen mee te nemen, weet Van den Heijkant. “Natuurlijk de kosten. Maar er moet ook gekeken worden naar de ruimte voor de andere doelstellingen in het gebied, naar het ruimtegebruik van parkeren en de toekomstgerichtheid van de gekozen oplossing.”
Voor bewoners wordt dus gekeken naar parkeren in de buurt van hun woning. Dat wil niet zeggen dat het gebruik van de auto wordt gestimuleerd, integendeel. Ook zij zullen rekening moeten houden met bijvoorbeeld extra omrijden om de stad in en uit te komen, waardoor alternatieven als het openbaar vervoer aantrekkelijker worden.
Tijd nodig
Volgens Van den Heijkant worden steeds meer gemeenten zich bewust van de complexheid van de opgaven. “Die willen het autogebruik verder afvlakken. In de stad kan dat, maar niet overal zijn alternatieven altijd voorhanden, dat zien we bijvoorbeeld in meer landelijke gebieden, waar we met Accent adviseurs ook actief zijn. Wat ik ook zie is dat de visie een te korte termijn heeft en pilots een korte proefperiode krijgen. Dan wordt ergens ingezet op busvervoer, maar wordt de proef na vier maanden al stopgezet omdat de bus leeg rondrijdt. Zoiets heeft tijd nodig. Waarom dat niet gebeurt? Ik heb wel vermoedens, maar die kan ik niet bewijzen.”
Van den Heijkant vindt het zeer voorstelbaar dat er op termijn woningen worden opgeleverd zonder parkeermogelijkheid. “Er komt een generatie aan die sowieso minder behoefte heeft aan een auto, maar wel aan mobiliteit. We gaan de mogelijkheid krijgen om te kiezen voor een woning waar bepaalde nadelen aan vast zitten. Te denken valt ook aan kleine woningen waar geen echte keuken in zit, omdat in de buurt veel eetgelegenheid zit. Maar dat is natuurlijk voorstelbaarder in het centrum van Amsterdam dan in een Brabants dorp. Het belangrijkste is dat je alternatieven biedt op het moment dat je bepaalde voorzieningen niet meeneemt bij de woningbouw. Daar zul je vooraf over moeten nadenken. Een planmatige en integrale aanpak is cruciaal, bovendien moet je realistisch zijn. Dat is complex, maar wel noodzakelijk.”