Data tonen de invloed van demografie op parkeren

donderdag 13 februari 2025

De veranderende demografie en maatschappelijke ontwikkelingen zoals thuiswerken, maken dat het een steeds grotere uitdaging wordt om te voorspellen hoe het juiste aanbod aan parkeervoorzieningen eruit moet komen te zien. Dat stelt Ernst Bos van Monit Data. 

Ernst Bos is directeur van Monit Data. Monit bouwt dashboards voor publieke en private exploitanten van parkeerfaciliteiten, waarbij parkeerdata uit vele verschillende bronnen bij elkaar worden gebracht. 

Veranderende demografie

Bos ziet als belangrijke trend voor de komende periode de veranderende demografie en de gevolgen daarvan voor mobiliteit en parkeren. “Traditioneel was het gegeven dat de auto regelmatig voor vast woon-werkverkeer werd gebruikt een belangrijk onderdeel van het beleid. Nu zie je dat de auto op reguliere werkdagen steeds langer thuis staat, waardoor de parkeerplek niet door een andere auto kan worden gebruikt. Dit komt deels door meer thuiswerken, wat vooral bij oudere kenniswerkers veel voorkomt. Daarnaast is er door de vergrijzing een groeiende groep gepensioneerden die na hun werkcarrière nog lang de auto gebruiken. Het accent verschuift bij de oudere generaties dus van woon-werk naar privégebruik.” 

Jongeren kopen later een auto

Bos haalt nog een andere ontwikkeling aan: “Bij jongeren zie je dat ze later een auto kopen. De auto is voor hen niet meer per definitie de standaard. Dat is deels omdat ze niet altijd meer een auto van de werkgever krijgen. Daarnaast omdat er alternatieven komen die goed bij hun wensen aansluiten, zoals deelauto’s en deelfietsen, elektrische fietsen en openbaar vervoer.” Dit alles bij elkaar leidt ertoe dat ouderen domineren in autobezit: “Circa 25 procent is in het bezit van 65-plussers. Dat aantal is in de afgelopen vijf jaar met 17 procent gegroeid, terwijl het aantal auto’s in dezelfde periode maar met 7 procent is gegroeid.”

Parkeeraanbod moeilijker voorspelbaar

De ontwikkelingen, evenals het feit dat er enerzijds meer keuzevrijheid is in verkeersmodaliteiten en anderzijds er door de week niet meer sprake is van een vast woon-werkpatroon, maken dat het parkeeraanbod steeds moeilijker is te voorspellen. Volgens Bos kan de expertise van Monit helpen met deze uitdaging: “Vanwege die complexiteit is er meer behoefte aan onderzoek. Daarbij is het belangrijk om de consequenties van de geschetste ontwikkelingen voor het aanbod van parkeerplekken in beeld te brengen.”

Monitoren en data zijn dan van cruciaal belang, onder meer bij het aanleggen van nieuwe wijken of gebiedsontwikkelingen. “Je moet dan namelijk niet uitgaan van aannames, bijvoorbeeld dat je wel met minder parkeerplaatsen toe kunt, ‘omdat mensen toch wel kiezen voor deelauto’s’. Je moet beleid op een goede manier maken, want overcapaciteit maken is ook doodzonde.” 

Huidige uitdagingen

Monit speelt op verschillende manieren in op de uitdagingen. Bos: “Voor onze eigen klanten - veelal gemeenten - organiseren we regelmatig meet-ups. Daarbij zie je dat ze heel erg bereid zijn hun ervaringen te delen. Dat leidt ertoe dat men van elkaar leert. Wij vragen de klanten ook of we hun data mogen gebruiken om meer onderzoek te doen. Zo hebben we onderzoek gedaan naar het aantal noodzakelijke bezoekersplaatsen bij woningen. Dat onderzoek wees uit dat dat aantal naar beneden kon. In het verlengde daarvan zijn we nu bezig met een onderzoek naar het feitelijk gebruik van wat we aan parkeerplekken maken voor bewoners.”

Niet alleen het stallen van auto’s zorgt voor uitdagingen, hetzelfde geldt voor fietsen. “Daarbij is bij het onderzoek wel een belangrijk verschil, een fiets heeft namelijk geen kenteken. Waarnemingen over feitelijk gebruik zijn daarom eigenlijk vooral mogelijk bij fietsenstallingen waar je moet in- en uitchecken. Dat kan met onze dienst Vtag voor het digitaal beheer van fietsenstallingen. Door vervolgens de data over auto’s en fietsen te combineren kunnen we trends gaan signaleren en vervolgens advies uitbrengen over het te voeren beleid. Bijvoorbeeld om meer bewaakte fietsenstallingen te bouwen, of om on-street autoparkeerplekken om te bouwen tot fietsparkeerplekken of zelfs tot een groen perkje.”

Een van de aandachtspunten voor Monit is het kritisch kijken naar de gebruiksvriendelijkheid van tools die worden ingezet. Bos: “De Vtag app wordt bijvoorbeeld gebruikt in beheerde fietsenstallingen, waar vaak mensen met afstand tot de arbeidsmarkt werkzaam zijn. Die app hebben we onlangs verbeterd en gebruiksvriendelijker gemaakt. Met succes, want we horen van de medewerkers dat de nieuwe versie zowel gemakkelijker als sneller is.”

Toekomstige uitdagingen

Bos benadrukt dat Monit zelf geen data maakt, maar bestaande data op een slimme manier combineert tot waardevolle inzichten. Daarbij zijn er nog wel wat uitdagingen. “Een daarvan is de combinatie met EV. De data zijn er, maar het zijn nog vaak verschillende werelden die bij elkaar moeten worden gebracht. Dan kun je namelijk beter kijken waar geladen moet worden en wat dat betekent voor de infrastructuur.” De data van scanauto’s zijn eveneens breder in te zetten, aldus Bos: “Nu worden ze vooral gebruikt voor handhaving, maar ze leveren ook nuttige inzichten op over de parkeerdruk.”

Monit gaat data de komende jaren ook meer inzetten om voorspellingen te doen. “In het verleden gebruikten gemeenten de data vooral om terug te kijken. Een gemeente had beleid uitgezet en wilde weten of het werkte. Nu beantwoorden we steeds meer vragen van gemeenten die willen dat we aan de hand van data bepaalde scenario’s doorrekenen.”