Roepen we parkeerproblemen bij flexwoningen en optoppingen over onszelf af?

donderdag 17 oktober 2024

Foto: Shutterstock

Nederland worstelt met schaarse ruimte en woningnood. Flexwoningen en optoppingen kunnen belangrijke troeven zijn bij het versnellen van de woningbouw, maar lokale parkeernormen vormen een struikelblok. Door maatwerk in parkeeroplossingen toe te passen, kunnen deze woningen makkelijker worden gerealiseerd zonder toenemende parkeeroverlast. Maar dan moeten we keuzes durven maken en hieraan vasthouden. Want anders roepen we parkeerproblemen over onszelf af.

Parkeernormen die aansluiten

Lokale parkeernormen zitten in de weg bij de gewenste snelle ontwikkeling van flexwoningen en optoppingen. Parkeernormen zijn vaak te algemeen, terwijl juist bij flexwoningen mensen om verschillende redenen met spoed een woning nodig hebben. Het kan gaan om statushouders met een gemiddeld laag autobezit, maar ook om mensen die in scheiding liggen en een auto nodig hebben. Flexwoningen zijn bedoeld om snel acute woningnood aan te pakken. Een parkeernorm die niet aansluit bij de daadwerkelijke behoefte van bewoners zit snelle bouw juist in de weg. Voor optoppingen is de eis om parkeren op eigen terrein op te lossen niet realistisch, en is er in de omgeving vaak geen ruimte.

Parkeeroplossing op maat

MuConsult adviseert over een passende parkeeroplossing om flexwoningen en optoppingen mogelijk te maken. Hiervoor is het volgende nodig:


• Ken de nieuwe bewoners en hun wensen en eisen ten aanzien van autobezit en -gebruik. Maak bewoners er tegelijkertijd bewust van dat parkeerruimte schaars is. 
• Bepaal de échte parkeernorm, gebaseerd op het werkelijke (lokale) autobezit bij flex- en opgetopte woningen, in combinatie met locatiefactoren en kenmerken van de doelgroep.
• Kijk bij het kiezen van geschikte bouwlocaties voor flexwoningen naar locaties waar al een goed alternatief mobiliteitsaanbod is, zodat de parkeernorm verlaagd kan worden. 
• Kijk of er op afstand geparkeerd kan worden, met goede verbindingentussen parkeervoorziening en woning. Met name in stadscentra is een auto voor de deur een schaars goed.

• Kijk voor optoppen eerst naar gebouwen met andere functies dan wonen, bijvoorbeeld kantoren, om de hier aanwezige parkeerplaatsen dubbel te gebruiken.
• Bepaal of deelmobiliteit past bij de doelgroep. Hiervoor is inzicht in gebruik door verschillende doelgroepen nodig. Zorg ook voor regels die aansluiten bij de markt; de eis om voor een oplossing op eigen terrein te zorgen is niet werkbaar voor marktaanbieders, die vrezen voor een te lage bezetting van hun voertuigen. Ook een eis om deelvoertuigen langdurig (bijvoorbeeld 10 jaar) beschikbaar te stellen past niet. Kortlopende contracten met deelmobiliteitsaanbieders kunnen daarentegen juist goed bij tijdelijke woningen aansluiten. 
• Parkeerregulering is nodig om de toename van de parkeerdruk op straat te 
beperken. Dit gaat met name om een beperking van de uitgifte van parkeervergunningen. Dat vraagt soms om harde keuzes die in de ogen van bewoners lang niet altijd gunstig uitvallen. Een parkeeroplossing op maat is dus nodig. En daarbij ook een alternatieve manier 
van denken bij zowel bewoners als beleidsmakers. Als bewoners al bij de bouw van woningen weten dat er geen parkeervergunningen verstrekt worden en hiermee akkoord gaan, dan moet dat beleid niet een half jaar na oplevering (onder druk) worden aangepast. Als we ons niet aan 
deze soms scherpe keuzes in beleid houden, dan roepen we parkeerproblemen over onszelf af. 

Luuk Peters is adviseur bij MuConsult en specialist op het gebied van parkeerbeleid.