PHS: Oost-Nederland vreest toename goederenvervoer spoor

maandag 16 november 2009
timer 3 min
PHS: Oost-Nederland vreest toename goederenvervoer spoor Diverse provincies en regio's in Oost-Nederland vrezen dat, door het stimuleren van het personenvervoer per spoor in het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS), een onevenredige verdeling van lusten en lasten zal ontstaan bij het spoorvervoer tussen de Randstad en Oost-Nederland.
PHS: Oost-Nederland vreest toename goederenvervoer spoor

PHS


In het PHS geeft het kabinet aan het personenvervoer per spoor te willen stimuleren. Maar om dat mogelijk te maken, zal het goederenvervoer op het bestaande spoornet aangepast moeten worden. Daarom wil zij omvangrijke goederenstromen verleggen naar bestaande spoortrajecten in het oosten van het land. De provincies Gelderland en Overijssel, de Stadsregio Arnhem Nijmegen, Regio Twente, Regio Stedendriehoek en de gemeenten langs de IJssel- en de Twentelijn voorzien echter grote problemen voor het milieu en de veilige leefomgeving van de inwoners van hun regio.

Meer verkeer, zelfde spoor

Beleidsmakers in het oosten begrijpen dat minister Eurlings de verkeersdruk op de wegen probeert te beperken en het vervoer van goederen per spoor verkiest boven het vervoer over de weg. Regionale overheden willen ook hun bijdrage wel leveren om de groei van de nationale economie mogelijk te maken, maar alleen met een evenredige verdeling van lusten en lasten. Oost-Nederland maakt zich grote zorgen over de nu voorliggende uitwerking van het PHS. Vooral omdat deze uitwerking beperkte mogelijkheden biedt voor de aanleg van nieuw spoor waardoor de toename van goederenvervoer naar het oosten over bestaand spoor moet plaatsvinden.

Overlast en onveiligheid


Door het verleggen van de goederenstromen ontstaat blijvende geluid- en trillingsoverlast, onveiligheid door het transport van grote stromen gevaarlijke stoffen door stads- en dorpscentra, toenemende barrièrewerking en ontwrichting van lokale bereikbaarheid en toenemende onveiligheid op gelijkvloerse spoorwegovergangen. Daarnaast zullen de regionale ambities voor het personenvervoer per spoor en geplande lokale ruimtelijke ontwikkelingen in de knel komen. Oost-Nederland staat met deze zorgen niet alleen. Samen met Utrecht, Zuidvleugel en Metropoolregio Amsterdam stellen zij dat het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen tot aan de Duitse grens via de Betuwelijn moet verlopen. Ook willen zij de toezegging van de minster dat recht wordt gedaan aan bestaande ruimtelijke investeringsplannen.

Integrale aanpak


Oost-Nederland pleit voor een integrale aanpak, in samenhang met de lange termijn ontwikkeling van de tweede Maasvlakte (en andere grootschalige ontwikkelingen in West-Nederland) en daarmee voor een structurele en duurzame oplossing voor het goederen- én reizigersvervoer over het spoor door Oost-Nederland. Hierover schrijven de overheden: \"Nog geen tien jaar geleden was het rijk overtuigd van de noodzaak om een speciale goederenspoorlijn tussen de Betuweroute en de grensovergang bij Oldenzaal aan te leggen. Afgeschrokken door de hoge aanlegkosten van zo'n nieuwe Noordtak besloot het rijk dit plan in 2001 stop te zetten. Nu, tien jaar later, zet het rijk via het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer in op het maximaal benutten van de beschikbare spoorcapaciteit op de IJssellijn (Elst-Zwolle) en op de Twentelijn (Deventer-Oldenzaal) voor internationaal goederenvervoer naar noord/oost Europa.\"

Lees hier het laatste tussentijdse rapport van Prorail over PHS.