Spoorsector in problemen door tekort treinonderdelen
Samenwerking leverancier en gebruiker
Om de onevenredige impact van obsolescence, oftewel ’het in onbruik raken’ van onderdelen, te minimaliseren, is een goede samenwerking tussen de gebruiker en de leverancier nodig. Dat werd duidelijk tijdens een bijeenkomst van de Kenniskring Materieelonderhoud bij NedTrain in Leidschendam. Bert Passchier, director sales and projects bij Alstom: ”De levensduur van een trein sluit niet meer aan bij die van de componenten. Een trein kan wel 30 tot 50 jaar meegaan, terwijl bijvoorbeeld software al na enkele jaren niet meer onderhoudbaar is door vernieuwing van software platforms zoals bijvoorbeeld Windows versies.”
Inzicht in componenten en systemen
”De gevoeligheid voor obsolescene is toegenomen door de toename van elektronische componenten”, aldus Passchier. Ouder treinmaterieel heeft veel meer mechanische onderdelen dan de nieuwe voertuigen. Mechanische onderdelen hebben over het algemeen een langere levensduur. Om die reden loopt de spoorsector steeds vaker tegen problemen aan die met obsolescence hebben te maken. Daarom is het noodzakelijk dat per materieelserie inzicht wordt gegegeven van specifieke componenten en systemen voor zowel hardware als software.
Toename van elektronica
“De toename van elektronica wordt mede ingegeven door de behoefte van vervoerders en opdrachtgevers naar informatie. Daarbij kun je denken aan de sensoren die meten hoe druk het is in een wagon en die informatie via een app aan reizigers beschikbaar stellen. Maar ook zaken zoals het inzien van de status van treinmaterieel, zodat een defect direct kan worden doorgegeven aan de werkplaats”, aldus Passchier. “De onderhoudbaarheid van de software voor dit soort systemen kan na enkele jaren problemen opleveren. Daarom dienen de gebruiker en de fabrikant hierover duidelijke afspraken te maken”, zo vervolgt hij.
Software
Arriva kwam in de problemen toen bleek dat bepaalde software en componenten van de treinbesturing van twee Alstom Lint 41/H treinen, die op de spoorlijn Almelo – Mariënberg rijden, niet meer beschikbaar waren. Het gevolg is een enorme zoektocht van de vervoerder naar de componenten en het risico dat de trein over een aantal jaren vanwege de ontbrekende onderdelen niet meer kan worden ingezet. Ook kreeg de vervoerder problemen met het BSC Box Video Systeem in haar treinen. Deze box zorgt voor de vertaling van camerabeelden in de trein naar de monitoren in de cabine van de machinist. Pieter de Munck, manager Techniek Trein bij Arriva: ”De camera’s waren na zeven jaar kapot en niet meer leverbaar, doordat de leveranciers failliet waren gegaan. Nu zit er niks anders op dan naar complete modificatie over te gaan. De kosten hiervan zijn maar liefst achtduizend euro per trein.”
Escrow-overeenkomst
Een van de oplossingen die tijdens de bijeenkomst werd genoemd, is het afsluiten van een Escrow-overeenkomst die nu vaak nog met software-leveranciers wordt afgesproken. Escrow is een waarborging van de beschikbaarheid van ontwerpgegevens en specifiek benodigde software. “Daarin zou je juridisch kunnen afstemmen dat als de fabrikant omvalt of stopt met specifieke producten, de gebruiker toch verzekerd is van de beschikbaarheid van componenten en systemen”, zegt Passchier. ”Zo’n zelfde soort overeenkomst zou je ook kunnen afsluiten voor de componenten en system specificaties van treinmaterieel.”
Besparen door uitfasering
Ook voor het materieel dat uit dienst gaat dienen juiste beslissingen te worden gemaakt om onnodige kosten te voorkomen. Volgens Jack Apallius de Vos, projectleider Onderhoud bij NedTrain, kunnen miljoenen worden bespaard met een goede uitfaseringsplanning. ”De spoorsector kan beter omgaan met hergebruik van onderdelen, nadat treinen uit de dienstregeling worden gehaald. Er gaan miljoenen euro’s om in de restwaarde van het materieel.”
Om te voorkomen dat er onnodige uitgaven worden gedaan voor het materieel dat bijna uit dienst gaat, dient de sector volgens hem te bekijken welke onderdelen wel en welke niet nog voor het einde worden gereviseerd. ”Met een goede uitfaseringsplanning kunnen miljoenen euro’s worden bespaard. Daarmee zorgt NedTrain voor een pro-actief assortimentsbeheer en minimale uitfaseringskosten. Daarnaast blijven er geen restvoorraden over”, aldus Apallius.
Kenniskring Materieelonderhoud
De Kenniskring Materieelonderhoud is in 2012 opgericht omdat er in de spoorsector een toenemende behoefte bleek te bestaan aan netwerken en kennis delen over het beheer en onderhoud van rollend materieel. Meer informatie over de kenniskring is te verkrijgen via kennisplatform Railforum.
Bron: Spoorpro