Stijgende parkeertarieven in Nederland ter discussie gesteld

maandag 2 juni 2014
timer 8 min
De parkeertarieven zijn de afgelopen jaren in Nederland blijven stijgen: in de gemeenteraadsperiode van 2010 tot 2014 met 26 procent. Uit cijfers van het CBS blijkt dat gemeenten jaarlijks in totaal 660 miljoen euro verdienen aan parkeertarieven, ondanks de dalende inkomstentrend. Feit is dat gemeenten door de bezuinigingen hard geld nodig hebben. Is het verhogen van de parkeertarieven dan een noodzakelijk kwaad of een te gemakkelijke en foute melkkoe?

Zwolle differenieert naar gebied en doelgroep

De Plazagarage in Rotterdam laat de grootste stijging zien. Daar betalen automobilisten nu anderhalf keer zoveel als een jaar geleden. Ook bij parkeergarage Hoog Catharijne in Utrecht (33 procent) en de Muzenpleingarage in Den Haag (25 procent) gingen de prijzen flink omhoog. Ook Zwolle laat een stijgende lijn zien (sinds 2008 met 20 procent volgens de Consumentenbond), maar deze constatering behoeft de nodige nuancering. Syb Tjepkema, senior beleidsadviseur bij de gemeente Zwolle, legt uit: “De gemeente heeft een reserve parkeren waar alle parkeergelden worden verzameld. Alle kosten die hiermee samenhangen worden hiermee gedekt en in ons geval ook het beter bereikbaar maken van de binnenstad. Verder gaat een klein deel (0,5 miljoen euro) naar de algemene gelden.” De Overijsselse hoofdstad heeft in het parkeerbeleid vastgelegd dat de tarieven elk jaar een inflatiecorrectie krijgen. “Maar vorig jaar hebben we besloten dit niet meer standaard over alle parkeervoorzieningen heen te trekken, maar de tarieven te differentiëren naar gebied en doelgroep”, aldus Tjepkema. “Zo zijn op terreinen met een lage bezetting de tarieven verlaagd en in het hart van het centrum juist verhoogd. Deze manier van differentiëren is nu ook door de raad vastgelegd in het parkeerbeleid. We hebben er immers baat bij dat de leegstand wordt aangepakt.” Want ook de gemeente Zwolle zag de parkeerinkomsten dalen. In 2012 5,9 miljoen euro; 6 ton minder dan in 2011. Maar de differentiatie is bovenal een belangrijk sturingsmiddel om de doorstroming en bereikbaarheid van de stad, en daarmee de aantrekkelijkheid van het centrum, te vergroten. Zo is de gemeente in het najaar van 2013 samen met de winkeliersvereniging een campagne gestart om de laag bezette gebieden een positieve stimulans te geven. En het werkt: de bezetting is in de garages met de laagste tarieven met 10 procent toegenomen. Een mooie bijkomstigheid is dat er op piekdagen meer spreiding is en dus minder congestie in de stad. “De differentiatie van de tarieven vormt samen met de kortingsacties en maatregelen die we vanuit het Beter Benutten programma toepassen één pakket om Zwolle een aantrekkelijke stad te maken”, licht Tjepkema toe. De regio Zwolle-Kampen is redelijk uniek in deze focus op een gezonde binnenstad; de meeste Beter Benutten-regio’s zetten in op woon-werkverkeer.

 

Macronorm Parkeren

Detailhandel Nederland stelt in de Nationale Parkeertest 2014 dat gemeenten parkeergelden voornamelijk gebruiken om de algemene middelen te vullen. Daarom pleit ze voor een afgesproken macronorm Parkeren voor gemeentelijke parkeerfaciliteiten in het bestuursakkoord tussen Rijk en VNG, met als doel een ongebreidelde stijging van parkeertarieven te voorkomen. De belangenbehartiger vindt dat gemeenten voorbijgaan aan de relatie tussen acceptabele parkeertarieven en een aantrekkelijk en leefbaar winkelgebied. Gemeenten moeten concurreren met parkeerbedrijven door de parkeertarieven te verlagen, omdat dit de enige mogelijkheid is de bezettingsgraad van parkeergarages en dus de inkomsten te verhogen. Tjepkema pleit niet voor een macronorm, maar voor lokaal maatwerk: “Het vaststellen van tarieven is de verantwoordelijkheid van gemeenten zelf, waarbij het juiste tarief voor de juiste doelgroep op de juiste plek het credo zou moeten zijn. Hierin is goed overleg met winkeliers en gebruikers essentieel. Daarbij komt dat automobilisten de parkeervoorziening niet op basis van de tarieven kiezen; de ligging is vele malen belangrijker.” Alle genoemde elementen komen straks samen in de nieuwe visie op parkeren, waar ook fietsparkeren belangrijk onderdeel van uitmaakt. “Ik zie dat gemeenten met een parkeerbedrijf wel vooral kijken naar de financiële kant van parkeren en hoe ze dit zo efficiënt mogelijk in kunnen richten”, zegt Tjepkema. “Dit is vanzelfsprekend een belangrijke opgave, maar gemeenten moeten zich wel afvragen in hoeverre je parkeren als afzonderlijk deel beschouwd of als onderdeel van het integrale beleid.”

 

Betalen per minuut

Uit de jaarlijkse parkeermonitor van Detailhandel Nederland blijkt dat betalen per tijdvak één van de grootste ergernissen is bij parkeren. Datzelfde beeld komt naar voren in de enquête die de ANWB in 2013 hield onder haar leden. 68 Procent van de respondenten zou liever betalen per minuut. Doordat in veel parkeergarages de tarieven worden berekend per uur, betalen automobilisten gemiddeld 14 procent teveel. Consumenten betalen voor een uur parkeren gemiddeld 11 procent teveel. Dit consumentenbelang moet door de wetgever beschermd worden, vindt Detailhandel Nederland, zoals dit ook met het betalen voor telefoneren, water en benzine is gebeurd. In augustus 2013 diende PvdA-kamerlid Attje Kuiken een wetsvoorstel in voor betalen per minuut, met een starttarief van maximaal vijf minuten. Ze vindt het oneerlijk en onnodig dat automobilisten bijvoorbeeld voor een vol uur betalen als ze maar 16 minuten hebben geparkeerd. Raad van State ziet echter niets in het wetsvoorstel. Het beperkt de vrijheid van gemeentebesturen op het gebied van het parkeerbeleid en de heffing van parkeerbelasting. De Raad vindt de probleemanalyse onvolledig en dat het in het wetsvoorstel ontbreekt aan een (cijfermatige) onderbouwing van de aard en omvang van het probleem. Ook wordt er geen aandacht besteed aan het verschil tussen publieke en private parkeerplaatsen en mist de Raad een belangenafweging tussen bezoekers en bewoners van een gemeente. De wetgever moet hiermee terughoudend omgaan. Overheidsingrijpen is uitsluitend aangewezen als sprake is van evident falen van de markt, zodat ingrijpen uit het oogpunt van zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang noodzakelijk én gerechtvaardigd is, aldus de Raad. Uit de toelichting op het initiatiefwetsvoorstel volgt niet dat daarvan sprake is. Daarmee ontbreekt de noodzaak voor dit initiatiefwetsvoorstel. “Het principe van betalen per minuut is goed: de parkeerder een bedrag laten betalen dat overeenkomt met de parkeertijd”, reageert Tjepkema. “Niet voor niets hebben we daarom pas geleden belparkeren ingevoerd. Mijns inziens moet je dit echter niet wettelijk afdwingen, maar gemeenten op een andere manier stimuleren.”

 

Per minuut afrekenen in Amersfoort

De Flintpleingarage in Amersfoort is sinds 18 maart de eerste parkeergarage in Nederland waar betalen per minuut per pin is ingevoerd. John van Dijk, directeur van Coöperatie ParkeerService: “De belangrijkste aanleiding? Het parkeergemak vergroten. In dit kader misstaat alleen de mogelijkheid voor betalen per tijdsvak te bieden.” On street is in Amersfoort sinds enige tijd al belparkeren ingevoerd middels een open marktmodel; de gemeente is aangesloten bij het Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten. In parkeergarages bleef de ontwikkeling echter lange tijd achter omdat de techniek een blokkade opwierp. Van Dijk licht toe: “De controle moet plaatsvinden middels het kenteken en bovendien ontstaan er problemen met het wisselgeld. Daarom hebben we zelf een idee ontwikkeld voor een betaalautomaat waarmee de bezoeker met dezelfde parkeerkaart de keuze heeft tussen betalen met muntgeld of pin.” Coöperatie ParkeerService heeft een leverancier bereid gevonden het bestaande touchscreen dusdanig met een eenvoudige softwarematige aanpassing te upgraden, dat de technische drempel werd weggehaald. “We merken dat deze oplossing tot begrip leidt bij parkeerders: ze ondervinden zelf dat betalen per minuut met muntgeld een vrijwel onmogelijke opgave is”, aldus Van Dijk. De directeur geeft aan dat het voor de Flintpleingarage, een doelgarage voor het nabijgelegen theater, een zoektocht is naar het juiste reguleringsinstrument. “Net als in veel andere gemeenten draait ook deze garage verlies. De invoering van betalen per minuut is daarmee echter geen financieringsinstrument, maar de maatregel moet vanzelfsprekend ook niet tot meer verlies leiden. Daarom wordt de komende zes maanden het effect van de pilot getoetst om het juiste tarief en het eventuele vervolg en verdere uitrol te bepalen.” Van Dijk mist in het onderzoek van Detailhandel Nederland dat parkeertarieven draaien om regulering, zoals hij stelt, en niet (alleen) om financiering. “Het is voor gemeenten een zoektocht naar een dekkende parkeerexploitatie. En betaal je de verliezen uit algemene gelden of uit de parkeeropbrengsten? Ik kan me echter goed vinden in het advies van de Raad van State betalen per minuut niet wettelijk op te leggen, ondanks dat ik het voorstel sympathiek vindt.”

 

Tarieven nauwelijks invloed op winkelbezoek

KpVV stelt in de publicatie ‘Vervoer naar Retail’ dat parkeren en met name de hoogte van de parkeertarieven nauwelijks van invloed zijn op winkelbezoek en -bestedingen. Vervoer en bereikbaarheid hebben een (veel) kleinere invloed op winkelbezoek en -bestedingen dan andere factoren, zoals nabijheid, sfeer, kwaliteit en winkelaanbod. Jildau Schuilenberg van Detailhandel Nederland reageert: “Uiteraard onderkennen we dat de parkeertarieven niet leidend zijn. We houden ons bijvoorbeeld ook nadrukkelijk bezig met de leegstand en online ontwikkelingen. Neemt niet weg dat er fatsoenlijke parkeertarieven moeten zijn. We begrijpen dat de invoering van een algemene belasting voor gemeenten en exploitanten een ambitieus plan is dat niet over een nacht ijs gaat, dat is het ook voor ons. Toch gaan we hierover graag in gesprek met gemeenten, we staan hierbij ook open voor andere mogelijkheden.”

 

Dit artikel is verschenen in Verkeer in Beeld magazine editie 2 2014