Het zou makkelijker moeten zijn voor aanbieders van deelauto’s om mee te doen in gemeenten. Een pilot met een flexibele parkeermachtiging is de eerste aanzet hiervoor. De eerste resultaten geven stof tot nadenken.
Sturen op deelauto’s met flexibele parkeermachtiging
Wilco van de Vosse was namens SHPV bij dit project betrokken. De flexibele parkeermachtiging betekent onder meer dat gemeenten kunnen sturen op het maximum aantal geparkeerde freefloating deelauto’s in zones. Ze sturen niet op welke aanbieder hoeveel vergunningen krijgt, maar kunnen bepalen hoeveel machtigingen voor een stad of stadsdeel worden afgegeven.
Nu het eerste deel van de pilot is afgerond kan een aantal conclusies worden getrokken. Van de Vosse: “Aanbieders kunnen zelf hun wagenpark in het Nationaal Parkeerregister (NPR) zetten. Zowel aanbieders als gemeenten waren heel tevreden over het dynamisch aan- en afmelden van auto’s. Daarom wordt dat de nieuwe standaard.”
Betalen per minuut
Wat niet op ieders goedkeuring kon rekenen, is dat wordt gekozen voor betalen per minuut in plaats van voor een vast jaartarief. De verwachting was dat aanbieders efficiënter zouden omgaan met hun geparkeerde auto’s en dus met de beschikbare openbare ruimte, maar dat was niet het geval. Wel kan met dit systeem het nadeel van de buffer aan vergunningen die aanbieders aanhouden weggenomen worden.
Landelijke standaard
Om betalen per minuut in te kunnen voeren, moet juridisch wel wat geregeld worden. Zo blijkt vooraf landelijk machtigen voor een parkeerplek, wettelijk gezien helemaal niet toegestaan. Daarom blijft het noodzakelijk om met een gemeentelijke vergunning te werken. “Wel kunnen we werken aan een landelijke standaard voor de Flexibele Parkeermachtiging die elke gemeente kan hanteren, waarin altijd dezelfde voorwaarden worden gezet.”
Ook zonering kan onderdeel worden van zo’n landelijke standaard. Tijdens de pilot werd geëxperimenteerd met een maximale zonecapaciteit en het flexibel benutten van die capaciteit tussen aanbieders. Zonering bleek vooral voor gemeenten handig. Ze kunnen hiermee goed meten wat de bezetting is en bovendien het aantal deelauto’s in een gebied beperken. Dat laatste is voor aanbieders niet wenselijk, zeker omdat het deelautoconcept nog relatief in de kinderschoenen staat.
Ritten naar Eindhoven Airport
Hoewel de resultaten niet direct aanleiding geven tot hosannastemming, zijn er wel degelijk pluspunten te noemen. “De pilot heeft gemeenten heel veel inzichten gegeven. Zo bleek bijvoorbeeld in Eindhoven dat deelauto’s vaak worden gebruikt voor ritten van de stad naar het vliegveld.”
Het advies van SHPV naar aanleiding van de pilot is ten eerste om meteen te beginnen met de realisatie van het dynamisch aan- en afmelden. Daarnaast is meer onderzoek nodig. “Het doel is nog steeds om een landelijke standaard neer te zetten, waarmee het voor aanbieders heel laagdrempelig wordt om in te stappen. Uiteindelijk kan dat voor de schaalsprong zorgen die we nodig hebben.”